De Zweedse sociaaldemocratische premier Stefan Löfven heeft maandag zijn ontslag aangekondigd nadat hij vorige week een motie van wantrouwen had verloren.
De 63-jarige Löfven was sinds 2014 premier.
Het is nu aan de parlementsvoorzitter om onderhandelingen te voeren om een nieuwe premier te vinden. Ook Löfven komt daarvoor in aanmerking. ‘Ik sta ter beschikking om een regering te leiden die de Rijksdag kan tolereren’, zei hij maandag.
Verloren
Stefan Löfven viel vorige week maandag de twijfelachtige eer te beurt om als eerste premier in de Zweedse geschiedenis een vertrouwensstemming te verliezen. 181 van de 349 parlementsleden steunden de sociaaldemocraat niet langer.
De rechtspopulistische Zweden-Democraten hadden de motie van wantrouwen tegen Löfven ingediend in de Riksdag, nadat de linkse partij Vänsterpartiet haar steun voor Löfvens fragiele minderheidsregering van sociaaldemocraten en groenen introk vanwege onenigheid over hervormingsplannen voor de Zweedse huurmarkt.
Löfven had dan een week de tijd om te beslissen om ofwel op te stappen ofwel vervroegde verkiezingen uit te schrijven. Löfven zei maandag op een persconferentie dat, in het licht van de coronapandemie, vervroegde verkiezingen niet het beste is voor Zweden.
De volgende parlementsverkiezingen in Zweden staan gepland voor september volgend jaar en moeten sowieso doorgaan.
Sinds hij in 2014 premier werd, overleefde Löfven al elf moties van wantrouwen.
