Wordt Oostenrijk hét gidsland voor de Belgische politiek?

Sebastian Kurz © Reuters
Kamiel Vermeylen

In Oostenrijk staat een coalitie tussen de centrumrechtse ÖVP en de Groenen in de stijgers. Mogen we op termijn verwachten dat ook in België Groen met N-VA in zee gaat?

‘Wanneer de wereld ondergaat, ga ik naar Wenen. Daar gebeurt alles tien jaar later’, zou de vermaarde Oostenrijkse journalist Karl Kraus ruim honderd jaar geleden gezegd hebben. Vandaag kunnen we die uitspraak net zo goed omkeren en Oostenrijk als politiek gidsland beschouwen.

In de Alpenrepubliek staat een coalitie in de stijgers tussen de conservatieve ÖVP en de linkse Grünen. Geven de leden van de ecologische partij aanstaande zaterdag hun zegen dan staat niets een samenwerking in de weg. Bij de vervroegde verkiezingen, veroorzaakt door de Ibiza-affaire, boekten beide partijen eind september aanzienlijke winst. Na een snuffelronde van een maand besloten voormalig én toekomstig bondskanselier Sebastian Kurz (ÖVP) en Grünen-voorzitter Werner Kogler om een regering te vormen. De Groenen halen een aantal superministeries binnen waarmee ze met aanzienlijke budgetten het beleid naar hun hand kunnen zetten.

Oostenrijk wordt een van de eerste West-Europese landen waar de groenen en centrumrechts een tweepartijencoalitie vormen, waar zelfbewuste verkiezingswinnaars van links en rechts vanuit pragmatisch en strategisch oogpunt tot een eclectisch compromis komen.

De ÖVP schakelt complexloos van een samenwerking met de radicaal-rechtse FPÖ naar een verbond met de progressieve groenen over – het vertrouwen in voorzitter Kurz is enorm. Die Grünen laten voor de eerste keer een federale oppositiekoers achter zich. In tegenstelling tot België past het politieke landschap zich in Oostenrijk vlot aan de nieuwe realiteit aan.

In tegenstelling tot België past het politieke landschap zich in Oostenrijk vlot aan de nieuwe realiteit aan.

Vaak weerklinkt het argument dat de Oostenrijkse groenen liberaler en conservatiever zijn dan hun Belgische collega’s. Hoewel ecologisme in wezen een behoudsgezinde strekking heeft, houden de Oostenrijkse groenen er linkse standpunten op na.

De partij wil niet weten van asielcentra aan de buitengrenzen van de Europese Unie noch van vrijhandelsakkoorden zoals CETA. Een financiële transactietaks, een vermogensbelasting, een basisinkomen voor gepensioneerden, een huurplafond en een inkorting van de werkweek behoren tot de recepten.

Voor elk wat wils

Het coalitiepotentieel van de Oostenrijkse Groenen is de afgelopen twee decennia flink toegenomen. Dankzij een samenwerking met de ÖVP op regionaal niveau heeft de partij haar strikt theoretische basis verlaten. Wanneer partijkopstuk en huidig president Alexander Van der Bellen in 1999 overwoog om een sociaaldemocratische minderheidsregering gedoogsteun te verlenen kreeg hij de wind van voor. Vandaag wijst voorzitter Kogler zijn achterban erop dat toegevingen onverkort bij machtsdeelname horen. Zeker de gematigde groenen op het platteland tonen zich bereid om toegevingen te doen in ruil voor zeggenschap.

Het resultaat is een coalitieakkoord waar beide partijen de stempel op de eigen kernthema’s kunnen drukken. Voor de ÖVP worden de belastingen verlaagd en blijft de migratie- en identiteitspolitiek in vergelijking met de vorige regering zo goed als onveranderd. Wel komt er een hoofddoekenverbod voor kinderen jonger dan veertien jaar en kunnen asielzoekers die een veiligheidsrisico vormen opgesloten worden.

De Groenen krijgen een CO2-taks voor vliegtuigen en vrachtvervoer. Vanop het ministerie voor Sociale Zaken willen ze de klimaattransitie rechtvaardig maken, met de minister van Justitie in hun rangen kunnen ze de migratiepolitiek van Kurz in de gaten houden.

De nieuwe coalitie lijkt de uiteenlopende milieus en belangen van de oudere, conservatieve plattelandsbewoner en de progressieve, jonge stedeling met elkaar te kunnen verzoenen.

Het valt nog af te wachten of interne strubbelingen ontstaan. Sebastian Kurz staat erom gekend dat hij aan de buitenwereld koste wat het kost een goed functionerende ploeg wil presenteren. Conflicten worden binnenskamers opgelost. Een publieke vingerwijzing komt er enkel wanneer de coalitiepartner zijn persoonlijke rode lijnen overschrijdt.

De sociaaldemocraten, in de oppositie, zullen de Groenen vooral op vlak van migratiebeleid het vuur aan de schenen leggen. De FPÖ tracht los te komen van de schandaalsfeer en het onderling geruzie en zal zich net als het Vlaams Belang op sociaaleconomische thema’s storten.

Geen toeval?

Er loopt geen uitgesproken ideologische rode draad door het coalitieakkoord tussen de ÖVP en de Grünen. Het is eerder een amalgaam van maatregelen die beide partijen nodig achten om Oostenrijk te hervormen. Is de coalitie dan louter toeval? Niet helemaal.

De twee strekkingen lijken de uiteenlopende milieus en belangen van de oudere, conservatieve plattelandsbewoner en de progressieve, jonge stedeling met elkaar te kunnen verzoenen. De Neue Zürcher Zeitung schrijft alvast dat de nieuwe samenwerking in Oostenrijk de hedendaagse tijdsgeest uitstekend vat. In Duitsland meent men al langer dat beide partijen samen een nieuw burgerlijk midden kunnen vertegenwoordigen.

Voor de Groenen oogt de electorale toekomst alvast hoopvol: de urgentie over de klimaatverandering zal de komende jaren niet meteen van de agenda verdwijnen. Door de crisis van de Europese sociaaldemocratie – die in verscheidene landen ook nog eens naar links opschuift – is er aanzienlijke ruimte vrijgekomen op centrumlinks. Bovendien moet het groene kamp zich in tegenstelling tot de sociaaldemocraten amper verantwoorden voor eerder gevoerd beleid.

Toch schuilt er in de samenwerking met centrumrechts een addertje onder het gras. In welke mate kunnen de groenen een sociale klimaatomslag garanderen nu radicaal-links op de deur bonkt en de sociaaldemocraten naar een tweede adem happen?

Sebastian Kurz en Werner Kogler
Sebastian Kurz en Werner Kogler© Reuters

De conservatieve volkspartijen zitten daarentegen in een aantal West-Europese landen in het defensief. Een samenwerking met de sociaaldemocraten is niet bevorderlijk gebleken. Veel centrumrechtse partijen sluiten daarnaast een samenwerking met radicaal-rechts bij voorbaat uit, waardoor de waaier aan coalitiemogelijkheden beperkt blijft en de groenen nadrukkelijk in beeld komen.

Ook voor Kurz & co. bestaat er een valkuil. Hoe reageert de rechterflank van de conservatieve strekking onder druk van radicaal-rechts op een coalitie met linkse ecologisten? Het wordt op eieren lopen.

Van Oostenrijk naar Europa?

Wat betekent de kersverse coalitie in het Alpenland? Wordt Oostenrijk – net zoals in 2000 – een wegbereider voor wat ook in enkele andere Europese landen te gebeuren staat? In Noorwegen, Finland, Zweden en Litouwen maken de groenen deel uit van (centrum)linkse regeringen, in Zuid- en Oost-Europa krijgen de groene partijen voorlopig geen voet aan de grond. Vooral in enkele West-Europese landen liggen er mogelijkheden.

Toch zijn er ook daar obstakels. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk kennen een ander kiessysteem met een veel hogere kiesdrempel, waardoor groene machtsdeelname voorlopig zo goed als onmogelijk lijkt. In vergelijking met België en Nederland is het Oostenrijkse partijlandschap veel minder versnipperd. Een tweepartijencoalitie is zowel in Brussel als in Den Haag schier onmogelijk.

In België is het tijdens de huidige federale regeringsonderhandelingen ondenkbaar dat N-VA en Groen/Ecolo met elkaar in zee gaan.

Ook inhoudelijk zijn er verschillen met Oostenrijk. In België is het tijdens de huidige federale regeringsonderhandelingen ondenkbaar dat de N-VA, het inhoudelijke equivalent van de ÖVP, en Groen/Ecolo met elkaar in zee willen gaan. In de aanloop van de verkiezingen op 26 mei noemde N-VA-voorzitter Bart De Wever het scenario met Kristof Calvo als premier ‘zijn ergste nachtmerrie’. Volgens Groen-voorzitter Meyrem Almaci schreef De Wever zijn startnota voor de Vlaamse regering samen met het Vlaams Belang.

Europarlementslid Petra De Sutter vertelt aan Knack dat een coalitie met N-VA absoluut niet aan de orde is zolang de partij ‘Vlaams Belang achterna holt’. In Nederland weigerde GroenLinks-voorzitter Jesse Klaver ruim twee jaar geleden om in zee te gaan met de VVD omdat de inhoudelijke verschillen tussen beide partijen veel te groot waren.

Duitsland

Vooral in Duitsland kijkt men geboeid naar het Oostenrijkse experiment met het oog op de nationale parlementsverkiezingen van volgend jaar. De Groenen hebben er alleszins al heel wat ervaring op de teller. In 1983 publiceerden enkele prominente groene politici een pamflet over de rol die de partij in de Bondsdag moest spelen, Was sollen die Grünen im Parlament?.

Volgens de pragmatische flank in de partij – denk aan Otto Schily en Joschka Fischer – moest het maar eens gedaan zijn met de naïeve Außerparlamentarische Opposition uit de jaren zestig en zeventig. Machtsdeelname was niet langer een vuil woord. Via de traditionele politieke weg wilden Fischer en de zijnen een groene stempel op de Duitse centrumpolitiek drukken.

Voor de fundamentele strekking in de partij, onder leiding van onder anderen Petra Kelly en Jutta Ditfurth, betekende dat hoogverraad. Volgens hen bestond er geen juiste politiek in een verrot systeem. Wie coalities sluit verloochent de zuiverheid van de leer. Liever langs de zijlijn genadeloos oppositie voeren. In 1984, toen er op de partijdag werd gediscussieerd over een eventuele regeringsdeelname met de sociaaldemocraten in de deelstaat Hessen, barstte het groene ei en rolden beide strekkingen vechtend over straat.

Groen lijkt wel het nieuwe normaal in Duitsland, Groen-Zwart het nieuwe samenwerkingsmodel.

Ruim vijfentwintig jaar later, na de federale regeringsdeelname tussen 1998 en 2005, is een schisma over regeringsdeelname niet langer aan de orde. Op de partijdag twee maanden geleden in Bielefeld ging het luidop over de Kanzlerfrage. Kunnen en willen de ecologisten een bondskanselier leveren? Nu de coalitie tussen de sociaal- en de christendemocraten in het defensief zit en Angela Merkel de fakkel doorgeeft, dromen de Duitse Groenen luidop van een nieuwe regeringsdeelname in 2021.

In de nationale peilingen is de partij comfortabel de tweede grootste van het land. Die Grünen maken deel uit van negen van de zestien deelstaatregeringen en kunnen in de Bondsraad nadrukkelijk op het beleid wegen. In Baden-Württemberg, dé deelstaat van de Duitse auto-industrie, staat de conservatieve ecologist Winfried Kretschmann aan het hoofd van de regering. In de acht grootste steden van het land prijken de Groenen op kop. Na zeventig jaar sociaaldemocratisch bestuur greep de partij vorige maand geleden de macht in Hannover.

Groen lijkt wel het nieuwe normaal bij de Oosterburen, Groen-Zwart het nieuwe samenwerkingsmodel, temeer omdat het de enige mogelijke tweepartijencoalitie is. Eind februari vorig jaar lieten zowel CDU-voorzitter Annegret-Kramp Karrenbauer als Grünen-fractievoorzitter Katrin-Göring Eckhardt de deur op een kier voor een zwart-groene coalitie. Ook Manfred Weber, vicevoorzitter van de Beierse conservatieven (CSU), ziet toekomstmuziek in een samenwerking. Friedrich Merz en Jens Spahn, twee leden van de conservatieve strekking bij de christendemocraten, zien het niet zitten om met de ecologisten in zee te gaan.

In twee deelstaten bepaalt zwart-groen het beleid, in twee andere wordt de coalitie aangevuld door liberalen en sociaaldemocraten. Anderen, waaronder Friedrich Merz en Jens Spahn, zien een coalitie met de Grünen niet zitten.

Als het experiment in Oostenrijk aanslaat, zal ook Duitsland erg geneigd zijn om dezelfde richting uit te gaan. Oogst het verbond ook bij onze oosterburen succes, dan is het niet uitgesloten dat andere Europese landen het model zullen overnemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content