‘Voor België is het Europees herstelfonds voor het coronavirus van cruciaal belang’

Lucas Guttenberg © Pieter De Klerk
Kamiel Vermeylen

De komende weken bikkelen de Europese staatshoofden en regeringsleiders verder over het omstreden herstelfonds dat eind mei werd voorgesteld. EU-expert Lucas Guttenberg is hoopvol maar tegelijk ook kritisch. ‘We moeten zowel het Europese als de nationale parlementen sterker bij de oefening betrekken.’

De komende weken bikkelen de Europese staatshoofden en regeringsleiders verder over het omstreden herstelfonds dat eind mei door Europees commissievoorzitter Ursula von der Leyen werd gepresenteerd. Met een pakket van 750 miljard euro wil ze een nieuwe impuls geven aan de regio’s die in economisch opzicht het meest getroffen worden door de coronapandemie. Hoewel de meningsverschillen tussen de hoofdsteden lijken te slinken, heeft voorzitter van de Europese Raad Charles Michel nog heel wat werk voor de boeg om midden juli een akkoord uit de brand te slepen. Ook België heeft nog enkele bezwaren bij het hele plan.

Knack trok naar Berlijn en vroeg tekst en uitleg aan Lucas Guttenberg (31). Guttenberg studeerde aan Harvard en ging vervolgens aan de slag bij de Europese Centrale Bank in Frankfurt en Washington. Momenteel is hij adjunct-directeur aan het Jacques Delors Centre waar hij het economische beleid van de Unie op de voet volgt. Volgens Guttenberg is het voorstel van de Europese Commissie voor de economische heropleving na het coronavirus van essentieel belang voor het voortbestaan van de Europese Unie. Wel maakt hij zich zorgen over een aspect: ‘Het ontbreekt het voorstel aan democratische legitimiteit.’

Waarom vindt u het voorstel van de Europese Commissie zo belangrijk voor de Europese Unie?

Lucas Guttenberg: Zoals we intussen weten, is het coronavirus een externe schok die iedereen treft, maar waarvan de gevolgen van lidstaat tot lidstaat uiteenlopen. Die verschillen komen er onder meer door de economische situatie voor de pandemie, de mate waarin lidstaten door het virus getroffen werden en omdat bepaalde sectoren zoals het toerisme door de maatregelen nu eenmaal harder worden getroffen dan andere. Kortom: niet alle lidstaten zijn op dezelfde manier gewapend om de rug opnieuw te rechten. Nochtans is het principe van de Europese interne markt erop gestoeld dat bedrijven ongeacht hun locatie met elkaar op gelijke voet kunnen concurreren. Door de crisis dreigt dat principe in het gedrang te komen: Duitsland heeft bijvoorbeeld veel meer middelen ter beschikking voor zijn bedrijfsleven dan Italië dat heeft. Daarom hebben we dus nood aan een instrument dat die verschillen afvlakt om de politieke steun voor diezelfde interne markt en het Europese project in zijn geheel te behouden.

Volgens voorlopige berekeningen van onze regering zou België tussen 2028 en 2058 ruim 17 miljard euro moeten betalen aan het herstelfonds. Daarop kwam kritiek dat België al voldoende financiële problemen heeft en in de eerste plaats aan zichzelf moet denken.

Guttenberg: Om te beginnen begrijp ik eerlijk gezegd niet waarom de Belgische regering zulke berekeningen maakt. Momenteel kan je met de beste wil van de wereld geen cijfer plakken op wat België moet bijdragen: we weten nog niet of de Commissie eigen inkomsten zal krijgen om de leningen terug te betalen en hoe het bruto binnenlands product van België er binnen tien jaar zal uitzien, laat staan binnen dertig jaar wanneer de terugbetaling hoort af te lopen. Zulke onzekerheden maken het simpelweg onmogelijk om momenteel met concrete bedragen te strooien. Dat is van cruciaal belang. De haven van Antwerpen zou enorme klappen krijgen indien Zuid-Europese bedrijven niet langer in staat zijn om te importeren. Het is intussen bijna een cliché geworden, maar in dit geval gaat het echt om solidariteit uit eigenbelang.

Volgens de eerste schattingen krijgen enkele Zuid- en Oost-Europese lidstaten zoals Polen een grote smak geld terwijl het land in medisch opzicht niet bepaald getroffen werd door het coronavirus. Dat valt in heel wat hoofdsteden zwaar.

Guttenberg: Het moeilijke aan de hele situatie is dat we snel moeten handelen. De Commissie heeft daarom een formule gebruikt die in het algemeen redelijk accuraat weergeeft waar de economische impact van de coronapandemie het grootst zal zijn. Maar ik begrijp compleet het gevoel dat landen zoals Polen bevoordeeld worden ten koste van anderen. Een van de tekortkomingen was dat Von der Leyen duidelijker had moeten uitleggen waarom het aantal besmettingen of overlijdens niet de enige factor is die de economische impact van de pandemie bepaalt. In tegenstelling tot bijvoorbeeld België is de structuur van de Italiaanse of Spaanse economie niet zo weerbaar.

Lucas Guttenberg
Lucas Guttenberg© Pieter De Klerk

Zal een bedrag van 750 miljard wel volstaan?

Guttenberg: Ik houd eigenlijk geen rekening met de leningen die in het voorstel goed zijn voor 250 miljard. De meest getroffen landen hebben nu geen nood aan kredieten waarmee de staatsschuldproblemen van sommige lidstaten nog groter zouden worden. We moeten dus focussen op het bedrag van 500 miljard aan subsidies die onder voorwaarden zullen worden verstrekt. Ik vind dat best een aardig bedrag dat een betekenisvolle impact kan hebben, op voorwaarde dat het goed wordt besteed. Bovendien mogen we niet vergeten waar we vandaan komen: eind februari was een gematigd ambitieus voorstel voor een zeer kleine eurozonebegroting nog enorm controversieel. Nu ziet het er naar uit dat de Unie grote sommen geld zal kunnen lenen op de privémarkten om dat vervolgens direct te spenderen. Met andere woorden wordt de Unie voor de eerste keer een – weliswaar tijdelijke – relevante fiscale speler met macro-economische bevoegdheden.

Velen schrijven bondskanselier Angela Merkel een haarspeldbocht toe nadat ze met Frans president Emmanuel Macron de debatten over een Europese aanpak opende. Klopt dat volgens u?

Guttenberg: Bij de gesprekken over de eurozonebegroting was Duitsland weigerachtig om de Europese Unie eigen fiscale bevoegdheden te geven. Bovendien stond de Duitse overheid ook niet te springen voor een verhoging van het Europese budget. Op dat vlak is de Duitse positie de afgelopen maanden wel degelijk grondig veranderd. Maar cruciaal is wel dat de rode lijnen – zoals de Eurobonds – van Merkel en haar regering niet zijn overschreden.

Er heerst ook achterdocht dat de Europese Commissie via de achterdeur de omstreden Eurobonds wil invoeren. Maar is die beladen term wel van toepassing op het voorstel?

Guttenberg: Niet bepaald. De term ‘Eurobonds’ verwijst naar de vergemeenschappelijking van schulden, waarbij de ene lidstaat de verantwoordelijkheid voor de verplichtingen van een andere lidstaat uit het verleden of in de toekomst op zich neemt. Dat is hier eenvoudigweg niet het geval. In dit geval gaan de lidstaten louter gemeenschappelijke schuld aan voor gemeenschappelijke uitgaven.

Gelooft u de voorspelling dat de nieuwe bevoegdheden die Commissie vraagt helemaal niet tijdelijk zullen zijn? Eenmaal ingevoerd, zullen ze nooit meer verdwijnen, klinkt het bij critici. Een terechte bezorgdheid?

Guttenberg: Nee. De wettelijke basis voor het herstelfonds is beperkt in de tijd, dus op een bepaald moment loopt het eenvoudigweg af. Er moet wel een debat komen over welke permanente structuren we in de toekomst nodig hebben. We moeten beseffen dat de Unie een robuustere financiële architectuur moet krijgen waarin het project minder afhankelijk is van de lidstaten, als we tenminste willen dat Brussel op bepaalde vlakken een grotere rol moet spelen. Maar dat is voer voor discussie eenmaal de huidige crisis achter de rug is.

Lucas Guttenberg
Lucas Guttenberg© Pieter De Klerk

U vindt ook dat het in het voorstel van de Commissie aan democratische controle ontbreekt. Legt u eens uit.

Guttenberg: Het voorstel voorziet dat de Commissie als enige verantwoordelijk is voor de goedkeuring van de nationale plannen waarmee het herstelinstrument investeringen en hervormingen moet financieren. Maar dit is niet zomaar een technische oefening waarbij politiek debat overbodig is. Wel integendeel, het Europees Parlement moet een sterke stem hebben in de manier waarop het extra geld zal worden besteed. Bovendien moeten de nationale parlementen zeggenschap hebben over de maatregelen die hun regering aan de EU voorstelt te financieren. Door de parlementen zowel op Europees als op nationaal niveau erbij te betrekken, kunnen we de democratische legitimiteit van het voorstel sterk verbeteren.

De spaarzame vier uiten de grootste bezwaren tegen het voorstel van de Commissie. Opvallend is dat ze uit verschillende politieke families komen. In Denemarken en Zweden staan de sociaaldemocraten aan het roer, terwijl in Oostenrijk en Nederland centrumrechts het vooral voor het zeggen heeft. Vanwaar de verschillen in het gezamenlijke verzet?

Guttenberg: Wat hen verbindt is dat de regeringspartijen in alle vier de landen onder aanzienlijke druk van eurosceptische en populistische concurrenten staan. Ik kan voor alle duidelijkheid begrip opbrengen voor hun standpunten, maar het stoort me dat ze zelf nooit met een haalbaar tegenvoorstel op de proppen komen. Al ben ik hoopvol dat er uiteindelijk een goed akkoord uit de bus zal komen. Op de meest recente Europese top zagen we toch enkele positieve signalen: niemand stelde de noodzaak van en de wettelijke basis voor het herstelfonds in vraag.

Er wordt veel verwacht van Duitsland, dat vanaf 1 juli het roterend voorzitterschap van de Europese Raad op zich neemt. Kan de ervaren Angela Merkel een strubbelende Charles Michel bijstaan?

Guttenberg: Zes maanden geleden verwachtte ik niet veel van het voorzitterschap omdat Duitsland simpelweg niets in het vooruitzicht stelde. Maar nu de Duitse regering veel politiek gewicht achter het herstelfonds heeft gezet, is dat helemaal veranderd. De rol van Merkel wordt belangrijk: ze zal haar ervaring en uitgebreide ambtenarenapparaat ten volste inzetten om het herstelfonds over de streep te trekken. Maar Merkel zal Michel absoluut nodig hebben om dat in juli tot een goed einde te brengen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content