Verbreken de Zwitsers vandaag de banden met de Europese Unie?

Een campagnebeeld van het Zwitserse begrenzingsinitiatief. © .
Kamiel Vermeylen

In het Alpenland wordt vandaag een referendum gehouden over de relaties met de Europese Unie. Schroeven ze die terug, dan dreigen ze zichzelf in de voet te schieten.

’20 miljoen Europeanen zijn op zoek naar werk – ook in Zwitserland’, staat te lezen op een campagnebord van de rechtse en eurosceptische Zwitserse Volkspartij (SVP). In een filmpje dat deze zomer gelanceerd werd, vertelt een jong meisje bedrukt over de werkloosheid van haar vader terwijl er op de achtergrond daklozen in bedenkelijke wijken worden afgebeeld.

De actie past binnen een campagne naar aanloop van het referendum dat vandaag in het Alpenland plaatsvindt. Met het zogenaamde begrenzingsinitiatief wil de Volkspartij de ‘massale immigratie’ vanuit de Europese Unie beperken. Keuren de Zwitsers het voorstel goed, dan moet de regering normaliter binnen hetzelfde jaar de banden met de Europese Unie herbekijken.

De betrekkingen tussen Bern en Brussel zijn doorgaans goed en intens: Zwitserland is aangesloten bij de Schengenzone, neemt deel aan de Europese Dublinakkoorden, heeft toegang tot onderdelen van de Europese eenheidsmarkt, doet mee aan Europese onderwijsprogramma’s zoals Erasmus, is aangesloten bij het Europese Milieuagentschap en is een van de tien landen die zich in april bereid verklaarden om niet-begeleide minderjarige migranten van op de Griekse eilanden op te vangen.

Maar een aanzienlijk deel van de Zwitsers zijn evenzeer tuk op de zelfbeschikking van hun neutrale land. Eind 1992 stemde een nipte meerderheid tegen de toetreding tot de Europese Economische Ruimte. Alweer op initiatief van de Zwitserse Volkspartij koos een kleine meerderheid er een kleine zes jaar geleden reeds voor om de migratiebewegingen vanuit de Europese Unie door middel van quota te verminderen.

Wie bij de club wil horen, moet lidgeld betalen.

Toch voerde de toenmalige Zwitserse regering en parlement de uitslag van dat laatste referendum maar tot op een beperkte hoogte door. Waarom? De relaties tussen de Unie en Zwitserland worden vooral bepaald door een 120-tal bilaterale akkoorden die vanaf 1999 in verscheidene pakketten werden gesloten. Opvallend is dat die overeenkomsten onderling stuk voor stuk aan elkaar gebonden zijn: wanneer een van de beide partners besluit om een bepaalde overeenkomst niet meer te respecteren, dan vallen alle andere ook in het water.

Handel

Die zogenaamde guillotine-clausule stelt de Zwitsers voor een aanzienlijk probleem met het oog op de volksbevraging. In 1999 sloten Bern en Brussel een pakketakkoord over het vrij verkeer van personen, goederen en transport. Drie jaar later werden die afspraken verder verdiept. Net zoals vandaag de dag ook bij Noorwegen, IJsland en Liechtenstein het geval is, kregen inwoners van de Unie en Zwitserland het recht te wonen en werken op elkaars grondgebied zonder visum, verblijfsvergunning en zonder inburgeringsverplichting.

De Zwitserse Volkspartij wil die overeenkomst over het vrije personenverkeer echter eenzijdig opzeggen, met het risico dat ook alle andere bilaterale akkoorden op de schop gaan. Waaronder de Zwitserse toegang tot delen van de Europese eenheidsmarkt. En dat scheelt een serieuze slok op de borrel: de Europese Unie is met afstand de grootste afzetmarkt voor de exportgeoriënteerde Zwitserse industrie. 52 procent van de goederen en diensten die de Zwitsers uitvoeren gaat naar de Unie, maar liefst 70 procent van wat ze invoeren is afkomstig uit de Europese lidstaten. Daarom titelde de Duitse kwaliteitskrant Frankfurter Allgemeine Zeitung zaterdag dat Zwitserland de poten van onder de eigen stoelen dreigt te zagen.

Brexit

Vanuit die optiek vertoont de Zwitserse volksbevraging tot op zekere hoogte gelijkenissen met het brexitreferendum in 2016 en de onderhandelingen over de toekomstige relatie die momenteel plaatsvinden. Tot in den treure toe hebben Europese politici en diplomaten aan hun Britse collega’s moeten herhalen dat geen enkele niet-lidstaat zomaar enkele voordelen van de Unie kan selecteren zonder daar tot op zekere hoogte ook enkele nadelen bij te nemen. Samengevat: Wie bij de club wil horen, moet lidgeld betalen.

Omdat het tussen de lidstaten en de instellingen in de Europese Unie meer dan eens rommelt, lijkt dat misschien een vreemde vaststelling. Neem bijvoorbeeld Hongaars premier Viktor Orban en zijn Fidesz-partij: hij is er de afgelopen jaren op migratievlak in geslaagd om op gewiekste wijze én met steun van zijn Europese partijgenoten de nadelen naast zich neer te leggen terwijl zijn land én persoonlijke omgeving van de voordelen geniet. In Brussel komt men echter amper verder dan enkele inbreukprocedures die uiteindelijk enkel de meest scherpe kantjes van Orbans beleid vijlen.

Europese macht

Waarom kan Hongarije wat Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk niet kunnen? Het verschil is doodeenvoudig: Hongarije maakt deel uit van de Europese constructie en kan daarom zowel binnenin als erbuiten boven zijn gewicht boksen. Bern en Londen moeten vandaag de dag daarentegen vaststellen dat ze nauwelijks kunnen opboksen tegen de economische macht die de Unie ook naar buiten toe projecteert.

Wat zijn de kansen dat Zwitserland zichzelf in de nesten werkt? Volgens de meest recente peilingen zal ongeveer een zeventigtal procent van de Zwitsers vandaag tegen de inperking van de vrij personenverkeer stemmen. De vrees voor de economische impact is echter niet de enige verklaring waarom de Zwitsers het gewaagde voorstel naar alle waarschijnlijkheid naar de prullenbak zullen verwijzen. Sinds 2014 is de economische situatie in heel wat buurlanden – Duitsland op kop – aanzienlijk verbeterd en zijn een pak minder Europese burgers naar Zwitserland getrokken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content