‘Van verraad tot verraad naar de Catalaanse staat’

Het ontnemen van de parlementszetel van Catalaans minister-president Quim Torra duidt op een open vertrouwensbreuk tussen zijn partij Junts per Catalunya en de centrumlinkse separatisten van de ERC, schrijft Christophe Bostyn. ‘Het lijkt niet alleen het einde van de Catalaanse regering-Torra, maar ook van het Catalaanse zelfbeschikkingsproces.’

Niet in alleen in de vaderlandse en Europese politiek was het een bewogen week: ook in Spanje blijft het rommelen. De Centrale Electorale Commissie ontnam de parlementszetel van de centrumrechtse Catalaanse minister-president Quim Torra (Junts per Catalunya), met toestemming van de Catalaanse parlementsvoorzitter Roger Torrent (ERC). Dat resulteert niet alleen in een open vertrouwensbreuk met de centrumlinkse independentisten van ERC, Torra gaf ook aan dat het voor hem zo niet verder hoeft. De Catalanen moeten opnieuw naar de stembus. Voor de regionale verkiezingen alleen zal het al de vijfde maal zijn in tien jaar.

Van verraad tot verraad naar de Catalaanse staat.

Buiten het gerecht en Madrid moeten ze in Catalonië rekenen op een ‘vijfde macht’: de Centrale Electorale Commissie. Het is een administratief orgaan dat grotendeels bestaat uit rechters uit het -zeer gepolitiseerde- Spaans Hooggerechtshof, maar ook uit experten aangeduid door politieke partijen. Die Commissie wordt verondersteld toe te zien op de goede uitvoering van de kieswetgeving, maar ontpopte zich de laatste jaren tot een ware inquisitie. Van een groep oudjes die met gele sjaals liederen zongen in solidariteit met de Catalaanse politieke gevangen voor het stadhuis tot minister-president Torra die een spandoek ophing voor dezelfde reden, de Commissie is snoeihard (in Catalonië toch: huidig premier Pedro Sánchez kreeg voor een verkiezingsinterview in zijn ambtswoning een boete van €500).

Zonder te wachten op een finaal verdict van het Hooggerechtshof, waar dus dezelfde rechters zetelen, ontdeed de Commissie Torra van zijn parlementszetel.

Roger Torrent en ERC, de coalitiepartners van Torra in de Catalaanse regering, bezwoeren tot voor kort nog dat ‘niet zou geraakt worden aan de soevereiniteit van het Catalaans Parlement’, ‘dat enkel de kiezer kan bepalen wie in het parlement zetelt’ en dat de ‘Electorale Commissie niet competent is’. Dure woorden die niks waard bleken te zijn in de broederstrijd om de politieke hegemonie. Toen het tot een stemming erover kwam in het bureau van het parlement, bleek de partij van Torra plots alleen te staan. ERC had haar coalitiepartner niet eens geïnformeerd. Zo stond Torra plots met de broek aan de enkels. Dat verraad was voor Torra de druppel. Verkiezingen dan maar. Het is veelzeggend voor deze coalitieregering, die geboren werd onder de Spaanse repressie en volledig vleugellam was. Het lijkt niet alleen het einde van de Catalaanse regering-Torra, maar ook van het Catalaanse zelfbeschikkingsproces. Madrid heeft Barcelona van op alle fronten bekampt, met alle mogelijk middelen, en heeft gewonnen.

Gouvernement des juges

De belofte van Pedro Sánchez (PSOE) in het akkoord met ERC, dankzij hetwelk hij opnieuw premier werd, om het politieke conflict de ‘dejudicialiseren’, is een maat voor niks. Het Spaanse gouvernement des juges is ontketend en niet meer onder controle te krijgen, mocht Sánchez dat al willen. Zelf controleert hij de procureur-generaal en deze geeft geen blijk van moderatie. Ook Sánchez’ regering zelf geeft weinig om het verminderen van de politieke spanning: deze week nog organiseerde het ministerie van Binnenlandse Zaken een plechtige medaille-overhandiging voor de politieagenten die gestationeerd waren in Catalonië tijdens de periodes van politieke onrust. Als signaal kan het tellen: de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa vraagt als sinds 2017 vruchteloos naar een onderzoekscommissie over het politiegeweld. Sánchez, die geeft de agenten gewoon medailles en bijhorende opslag.

Een ander punt uit het akkoord van ERC met de PSOE en Podemos was dat er binnen de 15 dagen een onderhandelingsplatform zou opgezet worden tussen de Spaanse en Catalaanse regeringen. Dit had men dus maandag moeten voorstellen. Niks. Beter nog: Sánchez kondigde prompt aan de ‘dialoog op te schorten tot er een nieuwe Catalaanse regering is’. Het geeft aan hoeveel een gegeven woord waard is in Madrid. Ondertussen liet ERC misnoegd weten hier niet mee opgezet te zijn. Waardoor Sánchez dan terugkwam op zijn woorden. Niemand verwacht echter iets ernstig van deze dialoog.

Wat de Catalanen ook onderhandelen met Madrid, nooit weten ze zeker of Madrid de eigen wetten zal naleven.

Zo publiceerde Madrid de fiscale balansen van 2019. Alleen: de interregionale geldstromen werden opnieuw gecensureerd, een praktijk waar oud-premier Mariano Rajoy (Partido Popular) mee begon. De laatste cijfers gaven aan dat Catalonië aan een fiscaal deficit lijdt van zo maar eventjes 16 miljard euro of zo’n 8 procent van z’n bbp. In Madrid klinkt steevast dat dit dient voor de solidariteit tussen Spanjaarden. In de praktijk is het vooral geld dat in een bodemloze put van corruptie en wanbeheer verdwijnt en het uitbouwen van het centralistische model met Madrid als slokop. Een plan dat trouwens niet alleen Catalonië benadeelt, maar heel Spanje aan het ontvolken is ten voordele van Madrid.

Een andere belofte is dat de centrale regering de wettelijke investeringsverplichtingen uit het Catalaanse Autonomiestatuut -een Spaanse wet- voor het eerst zou uitvoeren in meer dan tien jaar. Het illustreert waarom zo’n groot deel van de Catalaanse bevolking Madrid spuugzat is: zelfs al onderhandelen ze een autonomiestatuut met Madrid en volgen ze de hele procedure, het is een maat voor niets. In het onderhandelde Statuut werd gesnoeid door het Spaans parlement (eerste woordbreuk), door het gepolitiseerde Grondwettelijk Hof, en wat er van overblijft, tja, daar doet Madrid dan mee waar het zin in heeft. Wat de Catalanen ook onderhandelen met Madrid, nooit weten ze zeker of Madrid de eigen wetten zal naleven.

Naar de rechtbank dan maar? Daar stoten de Catalanen op een Spaans-nationalistisch bolwerk. Of ze nu progressief of conservatief zijn, het Spaans nationalisme verbindt hen. De conservatieve spin in dit netwerk is de almachtige ‘Tsaar Carlos Lesmes’, oud-directeur-generaal van verschillende gerechtelijke organen tijdens de regeringen Aznar (Partido Popular) en sinds 2013 voorzitter van het Hooggerechtshof en van de Algemene Raad van de Gerechtelijke Macht. Hij bepaalt wie benoemd wordt en wie waar gaat zitten en zijn post behoudt.

Wat de Catalanen ook ondernemen, als nationale minderheid zal verliezen altijd hun deel zijn in een Spanje dat nooit heeft willen aanvaarden meer te zijn dan enkel Castiliaans.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content