Kosovo haalde al tientallen IS-vrouwen en -kinderen terug: ‘We leren door het te doen’

Een uit Syrië gerepatrieerde vrouw aan de rechtbank in Pristina. © Reuters
Marjolein Koster Freelancejournalist

Terwijl in België en andere landen nog steeds de discussie woedt over wat we moeten doen met afgereisde jihadisten, haalde Kosovo maanden geleden al tientallen vrouwen en kinderen terug uit voormalig IS-gebied. Het is nu volop bezig met hun re-integratie, maar: ‘Niemand weet precies hoe het moet’.

Sinds IS in Syrië is verslagen, speelt de discussie over het terughalen van afgereisde jihadstrijders meer dan ooit. Een aantal Belgen is al ontsnapt uit de Koerdische kampen en verschillende vrouwen hebben de staat gedagvaard. In een aantal gevallen heeft de rechter hen (deels) gelijk gegeven. De Belgische staat is aan zet om in ieder geval de kinderen uit de detentiekampen te halen en terug naar België te brengen.

Ook de Verenigde Naties dringen daarop aan. Kosovo haalde maanden geleden al tientallen vrouwen en kinderen terug uit voormalig IS-gebied en is nu volop bezig met de re-integratie van deze groep.

Controle

De zoon van de 52-jarige Mihane (fictieve naam*) reisde in 2014 samen met zijn gezin naar Syrië. ‘Ik heb veel pijn en verdriet over het feit dat mijn zoon naar Syrië is gegaan, maar door nu de zorg voor mijn kleinkinderen op me te nemen vergeet ik dat weer een beetje’, vertelt ze.

De eigenaar van de carwash in Pristina waar hij werkte, is gearresteerd vanwege het rekruteren van strijders en de ouders denken dat hun zoon door de man beïnvloed werd. De zoon kwam in 2016 om tijdens een gevecht, haar schoondochter tijdens de strijd om Baghouz begin dit jaar. Sindsdien leefden haar kleinkinderen, een jongetje van vijf en een meisje van drie jaar, als weeskinderen in kamp Al-Hol, waar een andere vrouw voor hen zorgde. In april van dit jaar haalde Kosovo, met behulp van de VS, hen samen met 72 andere kinderen, 32 vrouwen en 4 mannen terug uit Syrië.

Veel mensen in Kosovo hadden eind jaren 90 een identiteitscrisis. Door naar Syrië te gaan, hadden ze het idee dat ze iets konden bijdragen.

Shpat Balaj van het Kosovo Center for Security Studies

‘Toen IS gebied begon te verliezen, zagen wij drie scenario’s’, zegt Fatos Makolli, de Nationaal Coördinator voor Bestrijding van Terrorisme en Gewelddadig Extremisme. ‘Ze kunnen ontsnappen en illegaal terugkomen naar Kosovo, ontsnappen en zich in een ander land bij onze ambassade melden of we halen ze zelf terug op een georganiseerde manier.’

Sinds 2017 werd er gewerkt aan het plan om met één vlucht 110 mensen uit het noorden van Syrië op te halen. Makolli: ‘Het berechten daar gaat niet gebeuren, de door Koerden geleide SDF heeft daar de capaciteit niet voor. Daarom hebben wij ervoor gekozen om de risico’s te controleren.’

Huisarrest

De mannen zijn direct naar de gevangenis gestuurd, de vrouwen staan in afwachting van hun straf onder huisarrest, zodat ze voor hun kinderen kunnen zorgen.

Dardana (fictieve naam*) is een van hen. Ze is aan het koken voor haar gasten die vanavond blijven eten. Binnenshuis laat ze haar gezicht zien, maar daarbuiten draagt ze een nikab. ‘Dank aan Allah en aan onze overheid dat we weer thuis zijn en langzaamaan ons leven kunnen opbouwen’, zegt ze.

Dardana zat in kamp Al-Roj en heeft regelmatig contact met de vrouwen die daar nog verblijven. ‘Laatst zijn er drie kinderen overleden door een gasexplosie van een oude verwarming. Het is vreselijk om die verhalen te horen. Ik heb zelf ook een keer zo’n explosie meegemaakt. Het is echt niet veilig daar.’ Dardana heeft al maandenlang geen contact meer met haar man en weet niet of hij wordt vastgehouden dan wel reeds overleden is.

Kosovo telt van alle Europese landen relatief de meeste IS-strijders die zijn afgereisd naar Syrië, bijna 400 op slechts twee miljoen inwoners. Meer dan 90 procent van de Kosovaren is moslim, maar het land staat ook bekend om zijn liberale islam. In het straatbeeld van de hoofdstad Pristina zie je bijna geen vrouwen met hoofddoeken.

‘Het probleem is vlak na de oorlog begonnen’, zegt Shpat Balaj van het Kosovo Center for Security Studies. ‘Eind jaren 90 kwamen er veel humanitaire organisaties naar Kosovo, onder andere uit Saoedi-Arabië. Met de hulp is ook een extremistisch islamitisch gedachtegoed ons land binnengekomen.’

De slechte economische situatie en het gebrek aan onderwijs droegen bij aan de beslissing van die mannen en vrouwen om zich bij een terroristische organisatie te voegen. ‘Veel mensen in Kosovo hadden toen een identiteitscrisis. Door naar Syrië te gaan, hadden ze het idee dat ze iets konden bijdragen.’

Re-integratie

‘Het is nog te vroeg om echt iets te kunnen zeggen over de uitwerking van het re-integratieprogramma’, meent Balaj. ‘Maar uit ons veldonderzoek blijkt dat er een gebrek aan coördinatie is op lokaal niveau. In sommige dorpen is geen psychologische hulp, omdat eigenlijk niemand weet wie de psycholoog is. Er is geen informatie en daarom zijn we sceptisch over de uitvoering van het re-integratieprogramma.’

‘In de afgelopen maanden hebben we ervoor gezorgd dat alle kinderen weer naar school zijn gegaan’, reageert Makolli. Sinds september gaan alle kinderen vanaf de leeftijd van ongeveer zes jaar naar school en internationaal wordt dit gezien als een enorme prestatie.

‘Het is een soort marketingstunt van de overheid’, zegt Balaj. ‘Ze herhalen het elke keer als er gevraagd wordt hoe het gaat met de re-integratie. Maar meer hebben ze niet te melden.’

De meeste kinderen hebben jarenlang geen onderwijs gehad en lopen enorm achter. Zoals de jongste dochter van Dardana. ‘Ze is tien jaar en zou in de vijfde klas moeten zitten, maar gaat naar de eerste. Pas kwam ze huilend thuis, omdat kinderen haar daarmee pestten. Ze schaamt zich ook heel erg, maar doet het verder wel goed op school.’

Deze kinderen hebben trauma’s. Ze hebben hun moeder zien sterven.

Mihane (*)

Mihane woonde eerst met haar gezin in een afgelegen dorp, maar recent zijn ze verhuisd naar de stad, zodat de kleinkinderen naar de kinderopvang kunnen. ‘Het is zwaar om voor de kinderen te zorgen. Niet alleen omdat wij al wat ouder zijn, maar deze kinderen hebben trauma’s. Ze hebben hun moeder zien sterven.’

Mihane treedt liever niet in detail, maar zegt wel dat de kinderen veel nachtmerries hadden. ‘Ze hebben nog maar twee of drie sessies met de psycholoog gehad, dat is niet genoeg’, zucht ze.

Ze heeft ook nog een dochter van 10 jaar. Ze barst in tranen uit wanneer ze vertelt hoe schuldig ze zich voelt dat ze zo weinig aandacht voor haar heeft gehad afgelopen maanden. ‘Sinds de kleintjes naar de kinderopvang gaan en spelen met leeftijdsgenootjes gaat het gelukkig wat beter met ons allemaal.’

‘De gezondheidszorg in Kosovo is niet optimaal, dat weten we. We doen ons best, maar er is ook een gebrek aan geld en we hebben maar een beperkt aantal psychologen die weten hoe ze met deze groep om moeten gaan.’

Makolli meent wel dat er meer dan 2000 verslagen zijn van medische checks. ‘Maar om iedereen te spreken moeten er overuren gemaakt worden, niet iedereen is daartoe bereid. We zijn een klein land met beperkte capaciteit, maar de goede wil is er alvast om het proces van het terughalen van deze groep zo goed mogelijk te laten verlopen.’

Balaj heeft nog een ander kritiekpunt. ‘Uit onze Veiligheidsbarometer blijkt dat mensen niet bereid zijn om de voormalige strijders te accepteren in de gemeenschap. Ze zijn niet genoeg bekend met de re-integratieprogramma’s en dat kan leiden tot stigmatisering.’

Dit ervoer Mihane toen ze verhuisde. ‘Het was moeilijk een appartement te vinden. We zijn een keer afgewezen zodra de verhuurder hoorde dat mijn zoon bij IS gevochten heeft. En mijn dochter krijgt soms vervelende reacties van klasgenoten.’

Risico

Vanuit België vertrokken naar schatting 450 mensen naar Syrië en Irak om mee te vechten met IS; het is daarmee in West-Europa het land met relatief de meeste uitreizigers. Veel landen staan niet positief tegenover het terughalen van IS-strijders uit angst voor geweld of aanslagen.

‘Uit onze analyses blijkt dat de risico’s op gewelddadig extremisme vanuit deze groep laag is’, zegt Balaj. In Kosovo is er een groter probleem met geweld, propaganda en extremisme vanuit etniciteit dan vanuit religie. ‘Maar het is wel belangrijk om op een menselijke manier met hen om te gaan om dergelijke gevaren in de toekomst te voorkomen.’

Recent hebben experts gewaarschuwd dat IS-sympathisanten op de Balkan die nooit zijn afgereisd, maar wel erg actief zijn op sociale media, een groter gevaar vormen vanwege de verspreiding van het gedachtegoed. Die groep is ook minder goed in beeld bij veiligheidsdiensten dan de terugkeerders.

Deradicalisering

De meeste mannen krijgen gevangenisstraffen van drie tot vijf jaar, betrekkelijk laag vindt Makolli. In landen waar aanslagen zijn geweest, zoals bijvoorbeeld België en Frankrijk, zijn die straffen vaak hoger. ‘We kunnen de mannen berechten op basis van wetten die het verbieden je aan te sluiten bij een buitenlandse krijgsmacht en terroristische organisatie. En daarvoor hebben we genoeg bewijs.’

Twee vrouwen hebben al een straf van twee jaar gekregen. Tegen Dardana loopt momenteel een zaak. ‘Ik ben onschuldig. Ik heb misschien een fout om gemaakt daarnaartoe te gaan, maar ik heb daar geen misdrijven begaan’, zegt ze.

In tegenstelling tot wat meestal het geval is, was Dardana de eerste binnen het gezin die geradicaliseerd was en het initiatief nam tot afreizen naar Syrië. Ze staat nog steeds achter het idee van een islamitische staat.

We leren door het te doen. Geen enkel land heeft op zo’n grote schaal mensen uit Syrië teruggehaald en dus weet ook niemand precies hoe dat moet.

In samenwerking met de islamitische gemeenschap van Kosovo heeft de overheid imams aangesteld om met de IS-strijders in de gevangenis te werken aan deradicalisering. ‘Maar de resultaten daarvan zijn nog minimaal, omdat de jihadisten deze imams te seculier vinden’, zegt Makolli. Hetzelfde geldt voor de twee vrouwelijke predikers. ‘Hun optreden in de media heeft negatieve effecten gehad en veel vrouwen accepteren hen niet meer.’

Makolli maakt duidelijk dat wat Kosovo doet, geen experiment is. ‘We hebben hier bewust voor gekozen en onszelf erop voorbereid. Maar we leren door het te doen. Geen enkel land heeft op zo’n grote schaal mensen uit Syrië teruggehaald en dus weet ook niemand precies hoe dat moet.’

Balaj erkent dat de situatie in elk land verschillend is, maar denkt dat dat geen obstakel hoeft te zijn voor het succesvol terughalen. ‘Als Kosovo als klein land dit kan doen, kunnen West-Europese landen het zeker. Wat ze kunnen leren van Kosovo is om beter te coördineren en de gemeenschap beter te informeren.’

*de echte naam is bekend bij de redactie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content