Joost de Vries over ‘gelukkigste man van Nederland’: ‘Wat wil Mark Rutte? Mijn gok: helemaal niets’

JOOST DE VRIES: 'Mark Rutte stelt de kiezer in staat politiek te vergeten.' © EVA ROEFS
Peter Casteels

Op de valreep voor de verkiezingen in maart viel de regering-Rutte III. Maar de Nederlandse minister-president blijft – haast een unicum in Europa – onverminderd populair. Schrijver en journalist Joost de Vries zoekt uit wat dat over Nederland zegt. ‘Mark Rutte wil niets van zijn kiezers, dat is zijn waarde.’

In België werd het al een mirakel genoemd toen Charles Michel (MR) in 2014 een coalitie bij elkaar onderhandeld kreeg met de N-VA. Wat dan te denken van Mark Rutte? Sinds 2010 was de liberaal premier van drie heel verschillende kabinetten, en de kans is groot dat hij na de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn vierde kabinet mag samenstellen. Als Angela Merkel straks eindelijk echt is afgetreden als Duitse bondskanselier, blijft Rutte over als de langst zittende premier in de Europese Unie – een eer die hij alleen met Viktor Orbán hoeft te delen, de Hongaar die ook vorig jaar zijn tienjarige premierschap kon vieren.

Het was voor Joost de Vries de aanleiding om een reeksje van essays over het succes van Rutte te schrijven. Hij nam ze op in zijn nieuwe bundel, De gelukkigste man van Nederland, die dus ook naar de premier is vernoemd. De Vries, bekroonde romanschrijver en adjunct-hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer, is misschien nog wel op z’n best als essayist. In een bundel die vooral over literatuur en cultuur gaat – denk De Luizenmoeder, kickbokser Badr Hari en schrijver Ilja Leonard Pfeijffer – waagde hij zich voor het eerst aan een portret van een Nederlandse politicus.

Mark Rutte geeft steeds de grote toespraken, waarmee hij zich als staatsman kan presenteren. Zijn minister van Volksgezondheid mag achteraf de lullige details uitleggen.

Waarom, eigenlijk?

Joost de Vries: Politieke verslaggeving is natuurlijk een sport op zichzelf. Daar waag ik me niet aan. Maar je kunt het spel van de politiek ook zien als een uiting van onze cultuur. Verkiezingen zijn de grootste populariteitswedstrijd die een land kan organiseren. We kunnen het wel heel lang hebben over de ideologie van politici en hun strategieën, maar ik vind het interessant om te kijken wat de populariteit van Mark Rutte over Nederland zegt.

Ik probeer me weleens voor te stellen wat voor roman of televisieserie er over Mark Rutte zou kunnen worden gemaakt. Voor een interessante hoofdpersoon heb je volgens mij drie voorwaarden nodig. Iemand moet een opvallende eigenschap hebben, iets waardoor je hem herkent. Een personage moet strevend zijn: hij moet iets willen, een doel hebben. Of anders, iemand moet tragisch gebukt gaan onder de algehele melancholie van het universum. Van dat laatste heeft Rutte al zeker geen last: hij is altijd vrolijk en opgewekt. Hij is ook een man zonder grote idealen. Visie noemt Rutte een olifant in de kamer die iedereen het zicht ontneemt, hij gaat er prat op dat hij geen grote toekomstdromen heeft. Alles is wel goed zoals het is. Hij heeft, tot slot, ook geen bijzondere eigenschappen. Hij is de meest alledaagse, Nederlandse man die ik ken.

Maar waarom koos u uit het ensemble van Nederlandse politici dan toch Mark Rutte om over te schrijven?

De Vries: Sinds 2006 is hij politiek leider van de VVD, sinds 2010 is hij onafgebroken premier van Nederland. Met voorsprong is hij in enquêtes altijd de populairste en meest gewaardeerde politicus, ook bij kiezers die niet voor zijn partij stemmen. Die populariteit maakt hem samen met die alledaagsheid voor mij echt een wandelende paradox. Want waarom steekt hij er voor zo veel mensen bovenuit? Kijk gewoon naar hoe hij zich kleedt en hoe hij praat: onopvallender kan niet. Hij is ook heel monomaan. Elk jaar gaat hij met dezelfde vrienden naar hetzelfde vakantiehuisje in de provincie, en iedereen weet ook dat ze pruimentaart moeten serveren als hij langskomt. Niet iets anders, want dat is hij niet gewend. Hij spreekt dus absoluut niet tot de verbeelding, behalve misschien met die onverwoestbare vrolijkheid. Hij zegt ook van zichzelf dat hij geen talent heeft voor het sombere. Dat is mooi gezegd, maar daarmee geeft hij ook de indruk dat hij zich problemen nooit echt aantrekt.

Zijn kabinet is nochtans onlangs gevallen over de toeslagenaffaire, waarbij de overheid duizenden gezinnen onterecht beschuldigde van fraude. Bleef hij daar ongedaan onder?

De Vries: Het doet ‘m niet niks. Op de persconferentie oogde hij getergd. Maar daarna fietste hij vrolijk naar de koning met een appeltje in zijn hand. Een van zijn meest kenmerkende gewoontes is dat: een appel eten als hij aan het fietsen is. Daarna is hij weer verder gegaan met zijn werk, want hij blijft zeker aan tot de verkiezingen in maart.

Gaat hij de verkiezingen dan gewoon weer winnen?

De Vries: Rutte zat samen met de sociaaldemocratische PvdA in de vorige regering die eigenlijk verantwoordelijk was voor de fouten uit de toeslagenaffaire. Nu is de PvdA gekelderd in de peilingen en heeft ze drie tot vier zetels verloren. De VVD won er twee bij. De partij van Rutte behaalt momenteel dus meer dan veertig zetels, en is daarmee ongeveer dubbel zo groot als de partij die tweede komt. Dat is uniek, zeker in een partijlandschap dat zo versplinterd is als het Nederlandse vandaag. Het is heel moeilijk om te bedenken wat er nog kan gebeuren om dat te doen omslaan, hoewel we een spannend moment beleven. De regering heeft voor het eerst in de coronacrisis een avondklok ingevoerd. Het zou kunnen dat veel mensen daar ontzettend de schurft aan blijken te hebben.

JOOST DE VRIES: 'Het debat is hier in Nederland al een jaar bij momenten heel cynisch.'
JOOST DE VRIES: ‘Het debat is hier in Nederland al een jaar bij momenten heel cynisch.’© EVA ROEFS

Over die avondklok is in Nederland in ieder geval al veel meer te doen dan in België.

De Vries: De eerste reactie van veel Nederlanders over eender welke overheidsbeslissing is dan ook: hé, hoezo dan? Alle coronamaatregelen zorgden voor grote ontevredenheid. In televisieprogramma’s werd in het voorjaar openlijk gediscussieerd over zoiets als dor hout. We deden zogezegd het hele land op slot om oudere, zieke mensen te redden die wellicht anders ook wel overleden zouden zijn. Het debat is hier al een jaar bij momenten heel cynisch.

Maar ook uit de coronacrisis komt Rutte zonder kleerscheuren.

De Vries: Dat is waar. Het is Hugo de Jonge, de minister van Volksgezondheid, die de klappen moet incasseren. Hij werd aanvankelijk de lijsttrekker van het christendemocratische CDA, maar heeft zich deels vanwege het impopulaire coronabeleid moeten terugtrekken. Rutte geeft steeds de grote toespraken, waarmee hij zich als staatsman kan presenteren. Achteraf mocht De Jonge dan de lullige details uitleggen. En nu krijgt die ook de schuld omdat de vaccinaties niet snel genoeg op gang komen.

Over een politicus als Mitch McConnell, de Republikeinse fractieleider in de Amerikaanse Senaat, wordt weleens gezegd dat hij helemaal geen kern heeft, alleen een cynische machtshonger. Is het dat wat Rutte ook drijft?

De Vries: NRC-journaliste Petra de Koning schreef vorig najaar een biografie over Rutte, waarin ze zich de vraag stelde waar het Rutte nu om te doen is. Wat wil Rutte? Mijn gok zou zijn: hij wil helemaal niets. Van sommige politici wordt wel eens gezegd dat ze het achterste van hun tong nooit laten zien. Maar sommige mensen hebben geen achterste van hun tong. Zelfs van machtshonger is heel weinig te merken, hoewel het misschien een van Ruttes talenten is dat hij dat goed kan verbergen. Er zijn genoeg momenten in zijn carrière geweest dat hij zich er al bij had neergelegd dat het voorbij was, en daar had hij weinig moeite mee. Zolang hij aan de macht is, lijkt hij bovendien niet echt iets met die macht te willen. Hij drukt geen wetten op persoonlijke titel door en werkt moeiteloos met elke partij samen. Ik denk ook niet dat hij zit te azen op een Europese topfunctie in Brussel of bij een supra-internationale instelling. Hij bezit het bijzondere talent dat hij niets lijkt te willen wat niet haalbaar is, tevreden met alles binnen handbereik – daarom is hij de gelukkigste man van Nederland.

Hij is niettemin, zeker naar Europese normen, een mirakelpoliticus. Er zijn bij de traditionele middenpartijen maar heel weinig Europese politici die langer dan tien jaar kunnen overleven aan de absolute top. Angela Merkel leek de enige uitzondering.

De Vries: Volgens mij moet je die eerdere vraag omdraaien: wat willen wij met Mark Rutte? In mijn boek probeer ik hem in de cultureel-psychologische tijdgeest te plaatsen. We leven op een moment waar er ongelooflijk veel verandert. Millennials krijgen geen vaste baan of hypotheek meer, we hebben een vluchtelingencrisis over ons heen gekregen, de ongelijkheid neemt alleen maar toe, en de enorme klimaatcrisis die op ons afkomt maakt duidelijk dat we ons leven van de voorbije honderd jaar echt niet zomaar kunnen voorzetten. Dat komt allemaal hard en honderd keer per dag binnen met pushberichten op onze mobieltjes. Er zijn steeds meer mensen overspannen, eenzaam, de psychiatrische hulp draait overuren – midden in die hele storm staat Mark Rutte, met zijn handen in zijn zakken.

Rutger Bregman deelt dat dwangmatige optimisme met Mark Rutte. Alle mensen zijn super, twee duimen omhoog.

En met zijn onverbeterlijke optimisme.

De Vries: Inderdaad. Dat is precies zijn waarde. Maakt u zich zorgen over het klimaat? Volgens Rutte is het gewoon een kans voor slimme en innovatieve ondernemers. Wij vinden dat misschien cynisch, maar zijn kiezers stelt het ongetwijfeld gerust.

Ken je die Netflix-serie Emily in Paris? The New Yorker noemde het ambient tv, een serie die niet gemaakt is om echt naar te kijken, maar om op te hebben staan terwijl je verder door je telefoon scrolt. Mark Rutte is zo’n politicus. Je hoeft niet echt op hem te letten, hij schreeuwt niet om je aandacht zoals veel andere politici wel doen. Hij wil niets van zijn kiezers, ze hoeven niet minder vlees te eten of te stoppen met vliegen. In een hectische, gepolariseerde wereld is hij zo’n beetje de enige figuur die mensen rustig met hun voeten op de bank laat zitten, hij stelt de kiezer in staat politiek te vergeten.

Hij is gefascineerd door politieke geschiedenis. Hoe kijkt hij naar zichzelf, denkt u?

De Vries: Niet. Dat is een deel van zijn talent. Hij praat over zichzelf alsof hij net ervoor nog even Wikipedia gecheckt heeft om te kijken wat er precies ook alweer in zijn leven is gebeurd.

Er zijn wel maar heel weinig politici die geen pantser optrekken rond hun privéleven.

De Vries: Dat klopt, ik zou in hun plaats ook hetzelfde doen, zeker in een opgefokt politiek klimaat zoals vandaag in Nederland. Politici worden natuurlijk ook omringd door pr-adviseurs en spindoctors. In het begin van zijn carrière heeft Mark Rutte zich daar eens heel erg door laten doen. Rutte is een notoire vrijgezel. Nu is daar niet veel meer over te doen, vroeger was dat wel een dingetje. Toen hij de eerste keer lijsttrekker was, besloot zijn campagneteam dat Rutte een eenzame figuur zou lijken als hij enkel alleenstaand was. Hij moest in interviews dus vertellen dat hij wel single was, maar op zoek. In een groot televisie-interview tijdens de campagne noemde hij drie vrouwen die hij wel leuk vond: een bekende actrice, een nieuwslezeres en een presentatrice. Die namen bleken door zijn team te zijn bedacht en door hem netjes ingestudeerd. Dat is toch wel heel pijnlijk? Stel je voor dat iemand je oplegt om over zoiets persoonlijks te liegen. Hij heeft ook achteraf gezegd dat dat een fout was.

Iemand die alleen de opiniepagina’s leest, krijgt snel de indruk dat Thierry Baudet en Geert Wilders de spannendste en misschien ook invloedrijkste figuren zijn in de Nederlandse politiek. Nooit overwogen om over hen te schrijven?

De Vries: Wat zij vertellen valt helemaal samen met wie ze zijn, er ligt geen diepere laag onder. Rutte is veel interessanter om over na te denken. Baudet heeft misschien veel gekke streken, maar in de peilingen staat zijn partij ondertussen ook maar op drie of vier zetels. Zijn populariteit wordt door de media heel erg opgeblazen, zij hebben hem groot gemaakt. Wilders’ PVV schommelt ondertussen al jaren tussen de 20 en de 25 zetels. Dat zijn mensen die ontevreden zijn, en die zullen waarschijnlijk voor de rest van hun leven ontevreden blijven. Dat is geen reden om niet meer over hen na te denken, maar over die groep is ondertussen ook al wel heel veel geschreven.

Joost de Vries, De gelukkigste man van Nederland, Uitgeverij Prometheus, 224 blz., 19,99 euro.
Joost de Vries, De gelukkigste man van Nederland, Uitgeverij Prometheus, 224 blz., 19,99 euro.

De Nederlandse politoloog Cas Mudde verdedigt de stelling dat middenpartijen als de VVD gevaarlijker zijn dan extremen als Forum voor Democratie van Baudet en de PVV, aangezien zij ideeën van hen overnemen en die daadwerkelijk uitvoeren. Ze geven dat electoraat daarmee ook meer invloed dan nodig. Bent u het daarmee eens?

De Vries: Het eerste kabinet van Rutte was natuurlijk een gedoogconstructie met de PVV. Dat was echt een fout kabinet, en dat moet je hem ook aanrekenen. Nadien heeft Rutte er wel voor gezorgd, net zoals Angela Merkel in Duitsland, dat het populistische front nooit de macht heeft gekregen, maar ik denk dat Cas ook wel gelijk heeft. Zeker in de toon is het soms moeilijk om het niet te horen. De VVD stelde voor de kerst haar verkiezingsprogramma voor, en economisch was dat best wel links. Voor het eerst namen ze het een beetje op voor de werknemers, en ze hebben ook kritiek op het aandeelhouderskapitalisme. Maar wat zagen we daarna? Bente Becker, een jonge VVD-politica, gaf een aantal knijt-rechtse interviews over migratie en de multiculturele samenleving. Haar toon was bijna xenofoob, en van Becker werd dan gezegd dat ze PVV-dienst heeft. De VVD zorgt er altijd voor dat ze een paar mensen in huis heeft die de strijd kunnen aangaan met heel rechtse partijen.

U nam in uw bundel ook een essay op over De meeste mensen deugen van Rutger Bregman. U noemt hem een intellectueel die helemaal past in het Rutte-tijdperk. Waarom?

De Vries: Hij heeft een heel gek, apolitiek boek geschreven, dat ook nog eens tot de meest succesvolle non-fictie van de voorbije tien jaar behoort. In dat boek deelt hij dat dwangmatige optimisme met Rutte. Alle mensen zijn super, twee duimen omhoog, met op het einde slechts een lijst met adviesjes om nog aardiger te worden, zoals altijd eerlijk zijn en uitgaan van het goede in de andere mens. Ik ben ook graag optimistisch, maar Bregman doet iets raars: hij verengt deugen om te beginnen al tot het gebod ‘jij zult niet doden’. Racisme, slavernij, seksueel geweld, huiselijk geweld, trollen op het internet, schrijnende ongelijkheid, de manier waarop we ons milieu aan het vervuilen zijn: hij heeft het er gewoon niet over. Als individuen behoren we nochtans allemaal tot een samenleving die echt wel tot gruwelijkheden in staat is. Aan zoiets als de Holocaust besteedt hij eigenlijk amper aandacht, hij zeilt er netjes omheen. Zijn tekst is meer een reclamepraatje voor de mens dan dat hij overeenstemt met de realiteit.

Een ander boek dat in Vlaanderen heel populair was, zelfs onder onze politici, is Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer, waarover u ook schrijft. Wat zegt het over ons dat we dat zo graag lazen?

De Vries: Dat de krantenredacties eens wat beter hun best moeten doen om andere boeken aan te prijzen in plaats van altijd dezelfde bestsellers? (lacht) Het is een bij momenten hilarisch boek, maar ik kan me niet voorstellen dat mensen die de krant lezen daar nog iets van hebben bijgeleerd dat ze niet al heel vaak elders hadden gelezen. Het paradoxale aan het boek is dat Pfeijffer heel cultuurpessimistisch over wereldproblemen schrijft, maar dat zo grappig en vrolijk doet, dat je diezelfde problemen meteen weer kunt vergeten. Het is een persiflage op een echte ideeënroman. Misschien is dat de aantrekkingskracht voor politici, hoewel het natuurlijk best cynisch is.

Joost de Vries

– 1983: geboren in Alkmaar, Nederland

– Studie: journalistiek en geschiedenis (Universiteit Utrecht)

– 2005: begint bij weekblad De Groene Amsterdammer

– 2010: debuteert met roman Clausewitz

– 2013: roman De republiek, bekroond met Gouden Boekenuil

– 2019: adjunct-hoofdredacteur van De Groene

– 2021: De gelukkigste man van Nederland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content