Is de Britse monarchie nu de duurste of de goedkoopste?

Misschien kan het Britse systeem enige inspiratie opleveren voor ons land, schrijft Herman Matthijs.

Harry en zijn gemalin Meghan Markle dragen voortaan geen koninklijke titels meer en ze verdwijnen ook uit de opvolgingslijst voor de Britse troon. De hertog van Sussex staat niet meer op de zesde plaats en zoon Archie niet meer op zeven. Zodoende schuift nonkel Andrew, de Hertog van York, van acht naar zes in deze lijst. Maar goed, de opvolging van de langstzittende monarch wordt een politieke keuze tussen de eeuwige opvolger Prins Charles en diens oudste zoon William.

Aangezien het Britse staatshoofd eerder een protocollaire functie is, weliswaar met zeer veel media-aandacht, behoort de politieke macht tot de eerste minister die in het Verenigd Koninkrijk eerder presidentiële bevoegdheden bezit. Maar wat kost die Britse monarchie nu eigenlijk?

Nieuw systeem

Met de ‘Queens Diamond jubilee’ in 2012 werd er aan de andere kant van het Kanaal komaf gemaakt met het oude systeem van civiele lijst en dotaties. De nieuwe regeling staat in ‘The sovereign grant act’ van oktober 2011, die vanaf april 2012 is ingevoerd. De enige dotatie vanuit de staatsbegroting naar het koningshuis is die voor de prins-gemaal: Philip. Die ontvangt 359.000 Britse pond per begrotingsjaar vanuit de schatkist (ongeveer 430.000 euro).

Maar de overige financiering staat volledig buiten de Britse staatsbegroting. De schatrijke ‘Crown Estate‘ speelt hier een centrale rol. Deze instelling dateert al uit 1760 en staat los van de monarchie en onder toezicht van de ‘Treasury’. Het is in feite een trust en beheert 792.000 ha landbouw/bos gronden en toplocaties zoals Windsor park, Ascot, Regent Street enzovoort.

Deze ‘Crown Estate‘ mag geen geld ontvangen vanuit de begroting en de huidige waarde (zie jaarverslag 2018-2019 ) wordt geschat op 14,3 miljard pond (17,2 miljard euro). In ieder geval is de waarde van de Belgische koninklijke schenking klein bier in vergelijking met deze Britse ‘Crown Estate‘. Vanuit deze instelling gaat 25 procent van de jaarlijkse winst naar het Britse staatshoofd. Voor het begrotingsjaar 2019-2020 is dat 82,4 miljoen pond (98,5 miljoen euro).

Deze 25 procent wordt op zijn beurt verdeeld over twee posten, namelijk: 10 procent voor het onderhoud van het Londense ‘Buckingham Palace’ en 15 procent voor de officiële taken van het staatshoofd alsook het onderhoud van de andere gebruikte gebouwen (bijv. Kensington, Windsor Castle enzovoort ). Trouwens het jaarverslag van deze ‘Crown Estate’ geeft een zeer gedetailleerd overzicht van de bezittingen en taken van deze trust.

Daarnaast zijn er nog twee oudere financieringsstromen naar de ‘Windsors’. Vooreerst, de opbrengsten van de ‘Duchy of Lancaster’ in het noordwesten van Engeland. Die 18.000 ha gronden en gebouwen aldaar worden zelfs beheerd door een minister in de regering! Die ‘Lancaster’-bezittingen worden geschat op een waarde van 534 miljoen pond. De winst van deze instelling gaat wel naar de Queen en dat is al enige jaren een bedrag van 20 miljoen pond.

De kroonprins , nog steeds de 71-jarige Charles, geniet van de opbrengsten van het ‘Duchy of Cornwall‘ in het zuidwesten van Engeland. Dat bestaat al sinds 1337 en beslaat 54.000 ha aan gronden en gebouwen. De winst bedraagt zowat 20 miljoen pond en gaat naar de kroonprins.

Is de Britse monarchie nu de duurste of de goedkoopste?

Niet geweten

Wat in het Britse systeem volledig ongekend is ten aanzien van de kost voor de monarchie, zijn de beveiligingsfacturen. Weliswaar geldt in elk land de regel dat de kosten voor de beveiliging van het staatshoofd ten laste zijn van de begroting. Concreet gaat het om de inzet van de politie en het leger. Gezien de omvang van de familie en de intensiteit van de beveiliging moeten deze kosten enorm zijn. Trouwens: met de verhuis van Harry en zijn familie naar Canada, zal de Canadese regering de desbetreffende kosten op zich mogen nemen.

Buiten de Queen, de prins-gemaal en de kroonprins krijgt niemand van de ‘Royal family’ iets uit dit systeem. Als de Queen of de kroonprins financiële dotaties geven aan andere leden van de familie dan moet dat komen uit de opbrengsten van Lancaster of Cornwell. Maar officieel is daar niets over geregeld.

Conclusie

Puur budgettair en als we alleen kijken naar de Britse staatsbegroting is deze monarchie de goedkoopste in Europa met enkel de dotatie voor de prins-gemaal van 359.000 pond. Maar de speciale financieringen van buiten de begroting lopen wel op tot liefst 122 miljoen Britse pond. Daarmee is het Britse koningshuis het duurste in Europa.

Beide bedragen staan los van de ongekende beveiligingskosten. Maar het systeem is opgebouwd op basis van historische bestaande ’trust’-instellingen. Misschien kan dit systeem enige inspiratie opleveren voor ons land?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content