Franse politie pakt 7 ex-leden Italiaanse terreurbeweging Rode Brigades op

. © Getty Images

In Frankrijk zijn zeven voormalige leden van de Rode Brigades, de Italiaanse communistische terreurbeweging, opgepakt. Drie anderen worden nog opgespoord. President Emmanuel Macron heeft op vraag van Italië de tien namen aan het parket doorgegeven.

De tien zijn in Italië veroordeeld voor terreurdaden in de jaren 70-80. Het Elysée benadrukt dat de beslissing van president Macron zich strikt inschrijft in de ‘Mitterand-doctrine’. De socialistische president besloot in 1985 dat leden van de Rode Brigades die de terreurbeweging de rug hadden toegekeerd en naar Frankrijk waren gevlucht, asiel kregen toegekend en niet uitgeleverd konden worden, tenzij ze zich schuldig hadden gemaakt aan bloedige misdaden.

Italië vraagt al jaren de uitlevering van extreemlinkse activisten die in Frankrijk een onderkomen hebben gevonden na de ‘loden jaren’. Die situeerden zich vooral tussen 1968 en 1982 en werden gekenmerkt door aanslagen en geweld van de Rode Brigades. Frankrijk ging bijna nooit op die vraag in.

De lijst van tien namen is volgens het Elysée de vrucht van maandenlang ‘belangrijk voorbereidend bilateraal werk’, waarbij uiteindelijk ‘de meest ernstige misdaden’ werden weerhouden. De Franse justitie moet beslissen over de uitlevering van de zeven opgepakte ex-brigadisten.

Ernstige terreurdaden

De Italiaanse premier Mario Draghi heeft tevreden gereageerd op de Franse beslissing. De opgepakte personen zijn ‘verantwoordelijk voor zeer ernstige terreurdaden, die een wonde nagelaten hebben die nog altijd open is’, aldus Draghi.

Ook de Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken Luigi Di Maio had lovende woorden voor de samenwerking tussen zijn land en Frankrijk. ‘Men kan zijn verantwoordelijkheid niet ontvluchten, niet vluchten voor de pijn die men heeft veroorzaakt, of voor het kwaad dat men heeft aangericht’, schreef de minister op Facebook.

De Rode Brigades ontstonden in de jaren 70 en zaaiden tot in de jaren 80 dood en verderf. De brigadisten maakten zich schuldig aan politieke moorden, roofovervallen, ontvoeringen en sabotage. In 1978 ontvoerden ze bijvoorbeeld de christendemocratische politicus en ex-premier Aldo Moro (1916-1978) en schoten zijn vijf lijfwachten dood. Moro werd begin mei dat jaar door de brigadisten vermoord. Hij was acht jaar premier geweest tussen 1963 en 1976. In de jaren tachtig werd de terreurgroep voor het grootste deel opgerold.

Partner Content