Franse burgemeester Robert Ménard: ‘Als ik echt een gevaarlijke gek was, zou ik niet zo populair zijn’

Hij vindt dat er te veel islamitische kinderen op zijn basisscholen zitten en wil geen nieuwe kebabtenten in zijn stad. Robert Ménard, omstreden burgemeester van de Zuid-Franse stad Béziers, wordt zondag in de eerste ronde van de gemeenteraadsverkiezingen wellicht met glans herkozen. ‘Ik een racist? Wat een gelul.’

De meldcentrale van de gemeentepolitie krijgt per augustus meer mankracht, de brigades worden versterkt met twee drugshonden. Robert Ménard wil ook het aantal beveiligingscamera’s in de stad verdubbelen, maar dat is afhankelijk van zijn herverkiezing. ‘En het centrum moet schoner’, zegt hij tegen een honderdtal agenten in het congrescentrum van Béziers, waar de hoofdcommissaris zojuist de resultaten over 2019 heeft gepresenteerd. ‘Ik wil het nieuwste van het nieuwste, er bestaan tegenwoordig geluidsinstallaties die wildplassen ontmoedigen. Hoe het precies werkt, weet ik niet. Misschien roept zo’n ding iets van “hé lul, niet op straat pissen!”‘

Het lachsalvo waar de burgemeester wellicht op had gerekend blijft uit, maar hij praat onverstoorbaar verder. Ménard prijst zijn dienders, want zij hebben ervoor gezorgd dat de misdaad in Béziers de afgelopen vijf jaar met bijna 10 procent is gedaald. Het was een van de speerpunten in zijn campagne in 2014. Vlak na zijn aantreden bewapende de burgervader de gemeentelijke agenten, een maatregel die de inwoners niet ontgaan kan zijn. In de hele stad verschenen posters met daarop een afbeelding van een pistool en de tekst ‘de gemeentepolitie heeft een nieuwe vriend’. Een oproep tot haat en geweld, oordeelden zelfs de rechtse raadsleden die voor het plan stemden.

Vier op de tien kiezers die de vorige keer op extreemlinks stemden, zetten dit weekend wellicht een kruisje achter de naam van de burgemeester.

De burgemeester houdt zijn speech kort. De agenda is vol, hij voert volop campagne voor een tweede termijn op het stadhuis. De Fransen kiezen op 15 en 22 maart hun nieuwe burgemeester en gemeenteraad, maar in Béziers is een tweede ronde hoogstwaarschijnlijk niet nodig: volgens de peilingen haalt Ménard komende zondag al 61 procent van de stemmen. Toch is dat niet de reden voor zijn zelfverzekerde optreden, de burgervader is nu eenmaal recht voor zijn raap – soms op het grove af. ‘Mag ik u wel een hand geven, trouwens?’ vraagt hij quasi-serieus aan een agente die hij een oorkonde uitreikt. ‘Vanwege dat rare virus… wat een gezeik!’

Vriend

Robert Ménard (66), die een lange loopbaan in de journalistiek achter de rug heeft, mag graag provoceren. Het levert hem een tv-programma en een wekelijkse bijdrage voor de radio op, maar in 2011 en 2012 wordt hij door zijn opdrachtgevers bedankt. RTL stopt met zijn gesproken column vanwege uitlatingen als ‘ik zou ervan balen als mijn kinderen homo waren’ en ‘jammer dat de doodstraf niet bestaat’. Bij de tv vinden ze dat hij geen journalist meer is, maar vooral zijn eigen mening verkondigt. Twee jaar later stelt Ménard zich kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen van Béziers, de stad waarin hij deels opgroeide. Hij doet mee op eigen titel, maar wordt gesteund door Marine Le Pen van het Front National (FN). Na zijn overwinning is Béziers de eerste grote stad – inmiddels 75.000 inwoners – met een FN-burgemeester.

Ménard raakt al snel in opspraak met een van zijn eerste acties: het instellen van een avondklok. Kinderen onder de dertien mogen zich tussen 23 uur ’s avonds en 6 uur ’s ochtends niet op straat vertonen in de binnenstad en probleemwijk La Devèze. De Mensenrechtenliga stapt naar de rechter en procedeert door tot aan de Hoge Raad, die de verordening van tafel veegt. Het is niet de enige keer dat justitie zich over maatregelen en uitspraken van de burgervader buigt. Als de dwarse politicus op de nationale televisie zegt dat twee derde van de leerlingen op zijn basisscholen moslim is en dat dat volgens hem te veel is, ontstaat een rel. Er volgt een huiszoeking op het gemeentehuis, want het bijhouden van statistieken op basis van afkomst is in Frankrijk verboden. Er wordt niks gevonden en de burgemeester wordt uiteindelijk vrijgesproken van haatzaaien.

‘Robert Ménard is xenofoob’, zegt Aimé Coquet (76) in het plaatselijke kantoor van de Parti Communiste Français. Aan de muur hangt een poster met de tekst ‘Weg met Ménard’. ‘Hij geeft Noord-Afrikanen en zigeuners de schuld van de problemen in de binnenstad. Onze burgemeester speelt heel handig in op de gevoelens van mensen die niets van buitenlanders moeten hebben.’

Coquet, die dit jaar stopt na bijna twee decennia in de gemeenteraad, beticht Ménard van ‘gezichtsbedrog’. Veel voorbeelden van die aantijging heeft de communist niet, behalve zijn kritiek op het disproportioneel grote reuzenrad dat in de Allées Paul Riquet werd neergezet: de attractie draait zelden. ‘Oké, hij heeft het Place Jean Jaurès opgeknapt, het centrale plein. Maar dat heeft 12 miljoen euro gekost. Aan de hoofdstraat heeft hij borden en doeken voor afgebladderde gevels laten zetten, terwijl het erachter nog steeds een zooitje is. Nu vlak voor de verkiezingen laat hij nog even de stoepen doen, maar achter de voordeuren gaan huisjesmelkers nog steeds hun gang.’

Béziers Affichecampagne van het stadsbestuur om een referendum te houden over 'het verboden onderwerp' migranten.
Béziers Affichecampagne van het stadsbestuur om een referendum te houden over ‘het verboden onderwerp’ migranten.© Reporters / Bpresse

De burgervader zou zich moeten richten op de echte problemen, vindt het gemeenteraadslid. Béziers leed onder de sluiting van metaalfabrieken in de streek. De goedkope tafelwijn die rondom de stad werd gemaakt verdween van de kaart, omdat producenten geen kwaliteitsslag wisten te maken. De werkloosheid ligt er rond de 14 procent, een derde van de bevolking leeft onder de armoedegrens. ‘Onlangs wilde een kinderwarenhuis een grote vestiging vlak buiten de stad openen, wat honderden banen zou opleveren. De burgemeester was ertegen, omdat hij de nering in het centrum wil beschermen.’

De linkse oppositie verwijt Ménard dat hij zich alleen maar op de binnenstad concentreert. Alles daarbuiten, zoals de achterstandswijk La Devèze, interesseert hem niet. ‘Terwijl daar genoeg te doen valt’, zegt Coquet, die er zelf woont. ”s Avonds lopen er gastjes met kalasjnikovs rond. Maar wat doet de burgemeester? Hij zet de subsidies aan verenigingen voor jongerenwerk stop. Hij heeft die buurt volledig in de steek gelaten.’

Joint

Twee twintigers zitten in een bordeauxrode Peugeot, de portieren wijd open. Een politieauto rijdt net weg. ‘Controle’, zegt de jongen die achter het stuur zit. ‘Maar dat zijn we wel gewend.’ Hij wijst naar de sigaret die hij aan het rollen is. ‘Een joint wordt wel gedoogd, ze zijn op zoek naar grote hoeveelheden shit. Maar die hebben wij niet.’

De 24-jarige ex-militair woont al zijn hele leven in La Devèze. Afgelopen Halloween sloeg de vlam in de pan en gingen meerdere auto’s in de fik. Er werd ook brand gesticht in twee scholen, waarvan er één moest sluiten. Werk van ‘klootzakken’ uit de buurt zelf, volgens Ménard. ‘Ik ga niet op hem stemmen. Waarom heeft hij deze puinbak nog niet laten afbreken?’ De veteraan wijst naar de afgeleefde sociale huurflat achter hem, die al bijna vijf jaar onbewoond is. Op de muren staan teksten als Nike la mumu, ‘fuck de gemeentepolitie’ en Bande de Chelem, ‘stelletje verraders’.

Zijn vriend (23) op de passagiersstoel is het met hem eens. Hij wijst naar de bouwketen aan de overkant, neergezet door het bedrijf dat de flat eindelijk tegen de grond gaat gooien. ‘Ik heb me daar gemeld om te helpen bij de sloop, maar ze wilden met niet hebben. Ik heb geen ervaring in de bouw, maar zo moeilijk is dat toch niet?’ Hij steekt zijn hand op naar de bestuurder van een zwarte Volkswagen die net aan is komen rijden. De auto draait een rondje om de kleine rotonde voor de flat en parkeert naast de Peugeot. Zijn vriend staat op om hem een onduidelijk pakketje te overhandigen, de twee mannen praten wat. ‘Ik heb mijn middelbare school niet afgemaakt’, vervolgt de jongen. ‘Ik heb geen diploma’s. Het enige papiertje dat ik heb, is een rijbewijs. En daar ben ik trots op. Ik zou als chauffeur kunnen gaan werken, of iets buiten Béziers kunnen gaan zoeken. Maar ik wil niet weg uit m’n hood. ‘

Kitcherig

Zodra de avond valt, springen de lampen op de Place Jean Jaurès aan. Ze schijnen een kitscherige blauwe waas op de pas aangelegde waterpartij. ‘Het centrum is mooier geworden, dat moet ik toegeven’, zegt Najat (29), die net met haar 2-jarige dochtertje op visite is geweest bij familie. Dat is ook gelijk het enige positieve woord dat de Marokkaanse overheeft voor Ménard. Ze bracht jaren in Béziers door, maar woont inmiddels ‘gelukkig’ in Madrid. Zo bijzonder vindt ze het niet, een paar lichten ophangen. Bovendien koestert ze een groot wantrouwen jegens de politiek. ‘Ik had hier een internetcafé, iets verderop, waar in de zomer werd ingebroken. Heel professioneel, de dieven hadden waarschijnlijk een slotenmaker meegenomen die de boel open en dicht heeft gemaakt. Zo gaat dat in deze stad, voor geld doen mensen alles. Er waren geen braaksporen, ik heb nooit meer iets gehoord van de politie en het gemeentehuis. Die twee spelen onder één hoedje.’ Najat noemt Ménard een racist. ‘Dat maak je op uit zijn maatregelen en wat hij zegt over moslims. Ik ben zelf islamistisch, ik moet er niets van hebben.’

Franse burgemeester Robert Ménard: 'Als ik echt een gevaarlijke gek was, zou ik niet zo populair zijn'

‘Toen ik mijn winkel wilde verhuizen, ben ik enorm geholpen door de gemeente’, zegt ondernemer Michael Cousin (52). Zijn groothandel in kappersbenodigdheden zit vlak aan de hoofdstraat. ‘Het team van Ménard hielp met het vinden van een plek en het onderhandelen over de huur.’ De Biterrois, zoals de inwoners van Béziers worden genoemd, is tevreden over zijn burgemeester. ‘Hier rond de hoofdstraat is het veel veiliger, zes jaar geleden durfden vrouwen niet alleen over straat. Op de plaats van die watervlakte lag een kaal stuk grond, waar bussen parkeerden. Maar hij is ook elders in de stad actief, in La Devèze is een prachtige markthal gebouwd.’ Dat de politicus af en toe voor de rechter wordt gedaagd, kan hem weinig schelen. ‘In zijn hoofd is hij nog een beetje journalist’, lacht hij.

Knettergek

‘Ook al zijn ze het niet met mijn ideeën eens, de inwoners van deze stad moeten toch toegeven dat de binnenstad er beter uitziet’, zegt Ménard op het gemeentehuis. Zijn labrador loopt een rondje om de tafel en gaat onder het bureau van haar baas liggen. ‘Daarom zegt 61 procent van de Biterrois voor mij te gaan stemmen. Dat heeft er ook mee te maken dat de rechtse oppositie op sterven na dood is – net als op landelijk niveau.’ Deze keer doet hij overigens mee zonder de steun van Le Pen: de twee politici verschillen te veel van mening. ‘Dat zit ‘m in de onzin die ze over Europa verkondigt, we moeten in de Unie blijven.’ Hij tikt tegen zijn voorhoofd. ‘Haar economische beleid slaat natuurlijk ook nergens op. Ze wil de pensioengerechtigde leeftijd terugbrengen naar zestig, dat is onmogelijk.’

Volgens Ménard is zijn duidelijke taal een van de redenen van zijn succes. ‘Ik krijg veel kritiek, maar hoe kan het dat een burgemeester die zo gevaarlijk is en zulke nefaste beslissingen neemt, zo populair is? Misschien bestuur ik de stad wel gewoon goed, zijn mijn ideeën zo slecht nog niet en zeg ik eindelijk wat mensen denken.’ Het doet hem plezier: vier op de tien kiezers die de vorige keer op extreemlinks stemden, zetten dit weekend een kruisje achter zijn naam. ‘Dat wil zeggen dat ik voor de gewone man opkom. Ik ben een populistische burgemeester. Ik zeg hardop dat ik massa-immigratie een probleem vind en veel mensen zijn dat met mij eens.’

‘Ik een racist? Wat een gelul’, vervolgt hij. ‘Het is in dit land makkelijker om iets te bereiken als je Robert heet, dan als je naam Mohammed is. Maar als een Mohammed zijn best heeft gedaan om een plek te veroveren, ziet hij liever niet continu nieuwe immigranten arriveren, die zijn baan komen inpikken. Ik verdedig hem juist! Hetzelfde geldt voor de polemiek rondom islamitische kinderen op onze scholen. Vraag het de Maghrebijnse moeders hier: zij willen een gemengde school, niet 90 procent moslims. Dat haalt het niveau naar beneden. Ik maak me zorgen om hun kinderen, ik wil Fransen van hen maken. Wat Macron heeft bedacht, helpt: kleinere klassen. De nieuwe school die nu in La Devèze wordt gebouwd, krijgt lokalen voor maximaal dertien leerlingen.’

De burgemeester bestrijdt dat hij de achterstandswijk links heeft laten liggen. ‘Er is in de afgelopen vijftien jaar 70 miljoen geïnvesteerd in deze buurt. Natuurlijk draai ik niet zomaar de geldkraan dicht voor buurtwerk, ik ben toch niet gek! Ik heb één subsidie stopgezet, voor een vereniging die politiek bedreef en mensen aanzette op mijn tegenstanders te stemmen.’ Volgens Ménard zijn er wél banen te vinden. ‘Jongens die willen werken kunnen hier komen en hun nummer achterlaten, dan pleeg ik wat telefoontjes. Maar ja, het levert een stuk meer op om drugs te verkopen aan rijkeluisklootzakjes die in het weekend willen blowen.’

Tegen schenen schoppen maakt deel uit van zijn strategie, bevestigt Ménard. Hij geeft toe dat hij daarbij weleens te ver is gegaan. Toen hij net burgemeester was, zette hij een foto met vluchtelingen op de cover van het gemeenteblaadje, met de tekst ‘Ze komen eraan!’ ‘Dat had ik niet moeten doen, maar ik zat nog in mijn journalisten-modus. Ik had nog niet helemaal door wat het inhoudt om burgemeester te zijn. Nu wel. En of het nou positief of negatief is: er wordt tenminste over Béziers gesproken.’

Robert Ménard

– 1953: geboren in Oran, Algerije

– Op zijn negende komt het gezin naar Frankrijk. Ménard studeert filosofie en verkeert tot begin jaren tachtig in anarchistische en socialistische kringen

– Hij begint zijn carrière als radiojournalist en richt in 1985 met drie collega’s Reporters sans Frontières op, een stichting die zich inzet voor wereldwijde persvrijheid

– In 2008 keert hij terug naar de journalistiek, maar raakt al snel in ongenade vanwege zijn reactionaire lijn

– Wordt in 2014 burgemeester van Béziers

Partner Content