Coronavirus: Von der Leyen kiest voor een ‘Europe first’-strategie

Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen en voorzitter van de Europese Raad Charles Michel op 17/03/2020. © iStock
Kamiel Vermeylen

Aarzelend en verdeeld sleept Europa zich door de coronacrisis. Maar de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de lidstaten. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen probeert tegengas te geven met een opvallende strategie.

Maandagavond, tussen 18:00 en 20:00 uur. Duits Bondskanselier Angela Merkel, Nederlands premier Mark Rutte en Frans president Emmanuel Macron richtten zich stuk voor stuk tot hun bevolking in een televisietoespraak. Alle drie betuigden ze ingetogen hun medeleven aan de families van de overleden slachtoffers van het coronavirus.

Maar wie dacht dat de drie op voorhand met elkaar een gemeenschappelijk plan waren overeengekomen, kwam bedrogen uit. Waar de Nederlanders nog steeds hun hoofd breken over de groepsimmuniteit, kiezen Frankrijk en Duitsland in verschillende gradaties voor een onderdrukkingsaanpak. Intussen kregen een resem Belgen terecht kritiek op hun uitje naar de noorderburen waar ze cafés en restaurants opzochten.

Doorheen de coronacrisis weerklinkt steeds vaker de kritiek dat de Europese Unie faalt. In de eerste plaats is dat een semantische discussie. Wie het welbevinden van de Unie louter aftoetst aan de manier waarop de lidstaten met elkaar overeenkomen, heeft inderdaad een punt. Wie het makke en onsamenhangende optreden van Christine Lagarde, voorzitter van de Europese Centrale Bank, afgelopen week niet kon pruimen, slaat de bal niet mis. Maar wie de Commissie of het Europees Parlement een zwak optreden verwijt, vergist zich van tegenstander.

Afbeelding 1: De bevoegdheidsverdeling tussen de Europese Unie en het nationale niveau zoals vastgelegd in de Europese verdragen.
Afbeelding 1: De bevoegdheidsverdeling tussen de Europese Unie en het nationale niveau zoals vastgelegd in de Europese verdragen.© .

Waarom? Tijdens de onderhandelingen over de Europese verdragen – de laatste ronde vond plaats in 2007 – wilden de lidstaten niet dat Brussel iets over de nationale gezondheidszorg in de pap te brokken kreeg. Soevereiniteitsverlies op een gebied dat tot de kerntaken van de natiestaat behoort, luidde het argument. Het resultaat? De Commissie heeft op vlak van gezondheidsaangelegenheden enkel een ondersteunende rol en mag vanzelfsprekend haar rol – zoals afgesproken in de Europese verdragen – niet overschrijden, zoals weergegeven in afbeelding 1.

Lege-stoel-politiek

Nu een transnationaal probleem alle lidstaten teistert, plooien die zich op zichzelf terug met een gebrek aan overleg tot gevolg. Maar daarvoor ligt de verantwoordelijkheid in de 27 hoofdsteden, niet zozeer aan het Schumanplein in Brussel. Dat is natuurlijk geen nieuwe vaststelling. Ook op het vlak van onder meer migratie zagen we de afgelopen jaren een gelijkaardige reflex. Bovendien ontbreekt het de Unie aan een specifiek crisismechanisme op gezondheidsgebied, waardoor Italië twee weken geleden een ander instrument moest activeren dat aanvankelijk werd voorzien voor natuurrampen zoals overstromingen of aardbevingen.

Het hoeft dus ook niet te verbazen dat de voorzitter van de Europese Raad Charles Michel en voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen de afgelopen weken de tweede viool moesten spelen. Michel hield vorige week dinsdag een videoconferentie met de staatshoofden en regeringsleiders, maar moest op zijn scherm vaststellen dat niet iedereen de geplande vergadering belangrijk genoeg vond. Vijfenvijftig jaar na de zogenaamde ‘lege stoel-crisis’ van voormalig Frans president Charles De Gaulle – die zijn eisen wilden laten gelden door niet op te dagen – werd de Europese Raad opnieuw geconfronteerd met een moderne variant op die van weleer. Het illustreerde de mate waarin de lidstaten vooral naar binnen keren en de situatie in het buitenland minder belangrijk vinden.

Ook Von der Leyen worstelde zichtbaar met de nationale reflexen in de hoofdsteden. Voor de Duitse leek er aanvankelijk slechts een bescheiden bijrol weggelegd in de huidige crisissituatie. Met lede ogen moest ze toekijken hoe sommige lidstaten hun Europese buurlanden dwarsboomden door elkaars voorraden mondmaskers achter te houden. Dat de Commissie maar een bedrag van 37 miljard dollar kon uittrekken, ligt onder meer aan het feit dat de lidstaten momenteel nog steeds armworstelen over de Europese meerjarenbegroting voor 2021-2027.

Voorzitter van de Europese Raad Charles Michel tijdens de videoconferentie op 10/03/2020.
Voorzitter van de Europese Raad Charles Michel tijdens de videoconferentie op 10/03/2020.

Europe First?

Maar sinds afgelopen weekend probeert Von der Leyen zich opnieuw in de strijd te knokken. Met een resem voorstellen wil ze de ondersteunende rol van de Commissie nieuw leven inblazen. Wat toverde ze uit haar koker? De productie van medische beschermkledij op Europese bodem moet dringend omhoog. Daarnaast komt er een exportverbod voor materieel naar niet-lidstaten, tenzij de nationale overheden daar per uitzondering anders over beslissen. Via een versnelde Europese openbare aanbesteding wil de Commissie het Europese economische gewicht in de schaal werpen om testkits, beademingsapparatuur en ventilatoren te importeren. En dinsdagavond keurden de lidstaten – onder leiding van Michel – haar voorstel om de buitengrenzen van de Schengenzone te sluiten.

Opvallend: de Commissie lijkt met die voorstellen aan te sturen op een Europe First-benadering, naar analogie met de America First-politiek van de Amerikaanse president Donald Trump. Eigen productie en eigen grenzen om de eigen Europese burger te beschermen. Ter illustratie: het exportverbod van medische beschermkledij is bijvoorbeeld van toepassing op landen die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte en de Europese Vrijhandelsorganisatie (Noorwegen, Zwitserland, IJsland en Liechtenstein). Ondanks de nauwe banden die ze met de Unie onderhouden dreigen ze door de uitvoerbeperking naast de boot te vallen.

Telkens de lidstaten beseffen dat ze niet zonder Europese aansturing kunnen, wordt er nadien bijgestuurd.

Steven Van Hecke, professor Europese Politiek (KU Leuven)

Ook kandidaat-lidstaten, waartegen de Unie steeds heeft gezegd dat ze zich niet teveel tot China en Rusland mogen wenden, zijn eveneens onderwerp van het uitvoerverbod. Daar leeft momenteel het gevoel dat ze aan hun lot worden overgelaten. Het voorstel van de Europese Commissie kwam bij Aleksandar Vucic, president van kandidaat-lidstaat Servië, hard aan. ‘Ik kon wel uit mijn vel springen’, reageerde de president afgelopen dinsdag misnoegd. Daarnaast lijkt ook het inreisverbod – de Unie is intussen zowat de coronabrandhaard op de aardbol – vooral een symbolische maatregel van de Commissie om zich in een assertieve rol te wentelen.

Failing forward?

De Europese Unie, die zich de laatste jaren als verdediger van het multilateralisme heeft opgeworpen, lijkt in crisistijd dus eerder in de protectionistische richting te evolueren. ‘De Europese Commissie wil sinds kort de weg banen voor een Europees coronationalisme’, aldus professor Europese politiek Steven Van Hecke (KU Leuven). ‘Von der Leyen lijkt zich wel neer te leggen bij sommige grenscontroles, maar stelt alles in het werk om de lidstaten zoveel mogelijk op dezelfde lijn te krijgen. De terugvalpositie is dat de Unie zich afsluit voor de buitenwereld’, klinkt het.

Bij het begin van haar bestuursperiode stak de Europese Commissie haar geopolitieke aspiraties niet onder stoelen of banken. Is die Europe First-strategie een verlengstuk van die ambities? ‘Het ligt wel in dezelfde lijn, maar ik zou nu niet meteen een oorzakelijk verband leggen tussen de huidige aanpak en de grote woorden van weleer. De nieuwe maatregelen zijn in crisistijd vooral een toevallige samenloop van omstandigheden’, vertelt Van Hecke.

Wel verwacht Van Hecke dat de lidstaten na de coronacrisis hun lessen zullen trekken.Failing Forward, zoals dat dan heet. ‘Telkens de lidstaten beseffen dat ze niet zonder Europese aansturing kunnen, wordt er nadien bijgestuurd. Dat betekent natuurlijk niet dat het volledige gezondheidsbeleid naar het supranationale niveau wordt getild, want daar is niemand vragende partij voor – zelfs iemand zoals Guy Verhofstadt niet’, besluit Van Hecke.

Partner Content