Coronavirus én een harde brexit? ‘Ofwel liegt Boris Johnson, ofwel hebben we een probleem’

Brits premier Boris Johnson op 17 maart 2020. © iStock
Kamiel Vermeylen

Maandag hervatten het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie de gesprekken over de brexit. Het coronavirus maakt de gesprekken er niet gemakkelijker op.

In volle coronacrisis zou u zich haast afvragen wat er in godsnaam met de brexit is gebeurd. Normaal had het onderwerp samen met de Europese meerjarenbegroting, het migratiedebat en de globale handelsspanningen de politieke agenda van de Unie beheerst. Toch blijft het onderwerp van cruciaal belang.

Nu de pandemie de Europese economieën stuk voor stuk verscheurt, kan de brexit die wonde volgend jaar veel dieper maken. Zo dreigen er in België 100.000 banen te verdwijnen door het coronavirus. Indien de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk tegen het einde van het jaar niet tot een vergelijk kunnen komen, kunnen daar nog minstens 40.000 bijkomen.

Besmetting na besmetting

Wat is de huidige stand van zaken? Daarvoor moeten we kort even terug naar begin februari. Toen verliet het Verenigd Koninkrijk – in de praktijk Groot-Brittannië – de Europese Unie. Momenteel loopt er een transitieperiode waarin het Verenigd Koninkrijk aan de Europese regels gebonden blijft zonder vertegenwoordiging in de Europese instellingen.

Die overgangsfase geeft beide partijen elf maanden tijd om te onderhandelen over de toekomstige relatie die de twee met elkaar willen onderhouden. Met andere woorden, tegen 31 december moeten de Unie het Verenigd Koninkrijk tot een vergelijk komen om een harde economische brexit te vermijden.

Begin maart zaten beide partijen voor het eerst formeel rond de tafel. De gesprekken werden opgesplitst over tien parallelle onderhandelingstafels om gedetailleerd op de verschillende onderwerpen te kunnen ingaan. Afwisselend moesten Europees onderhandelaar Michel Barnier en zijn Britse evenknie David Frost naar Brussel en Londen om het geografische evenwicht in de onderhandelingen te bewaren. Naar aanloop van de onderhandelingen schreef Knack over de twistappels die de gesprekken beheersen.

Als de controles er komen, dan heeft hij gelogen. Komen ze er niet, dan wordt het terugtrekkingsakkoord niet gerespecteerd.

Enter het coronavirus. Na de eerste onderhandelingsronde brak de pandemie in alle hevigheid los op het Europese vasteland. Een kleine week later was ook het Verenigd Koninkrijk aan de beurt. In de eerste plaats verdween de brexit logischerwijs naar de achtergrond omdat alle betrokken partijen momenteel andere katten te geselen hebben.

De gesprekken werden meteen opgeschort, temeer omdat zowel Barnier als Frost besmet waren met het coronavirus. Als klap op de vuurpijl kreeg Brits premier Boris Johnson covid-19 en moest hij vorige week enkele dagen op intensieve zorg in het ziekenhuis behandeld worden.

‘Liegen’

Het zogenaamde Joint Committee, waarin het terugtrekkingsakkoord concreet wordt uitgewerkt, kwam eind maart wel bij elkaar. Daar werd besloten om zes subcomités op te richten die zich specifiek buigen over welbepaalde onderwerpen, zoals de status van het Britse overzeese gebied Gibraltar of de toekomstige rol die Noord-Ierland is toebedeeld.

Na het Joint Committee vonden er tussen het Verenigd Koninkrijk en de Unie nog informele videoconferenties plaats waarin beide partijen elkaar vragen konden stellen om eventuele misverstanden uit de wereld te helpen.

‘Tot hiertoe hebben we op alle domeinen gelijkmatige vooruitgang geboekt’, vertelt een Europese diplomaat die rechtstreeks betrokken is bij de onderhandelingen op voorwaarde van anonimiteit aan Knack. Maar er zijn natuurlijk meningsverschillen. In ruil voor een handelsakkoord wil de Unie dat het Verenigd Koninkrijk een zogenaamd gelijk speelveld garandeert.

Met andere woorden: Brussel wil niet dat Londen speciale staatssteun verleent of regels versoepelt waardoor Britse bedrijven hun Europese tegenhangers kunnen wegconcurreren. ‘Wij willen bijvoorbeeld dat de Britten ook aan bepaalde minimumvereisten op het vlak van klimaat moeten voldoen. Daar staat de Britse regering momenteel niet voor te springen’, aldus de diplomaat.

Daarnaast willen de Britten het vrijhandelsakkoord en de gesprekken over de toegang tot de Britse wateren voor Europese vissers uit elkaar trekken. Dat is voor enkele lidstaten wiens vissersvloot momenteel sterk afhankelijk is van die wateren – waaronder België – niet aanvaardbaar. De Unie wil namelijk een alomvattend akkoord waarin alle domeinen worden ondergebracht.

Het Verenigd Koninkrijk verkiest daarentegen de salamitactiek en wil zoveel mogelijk zaken van elkaar loskoppelen. Bovendien vraagt de Britse regering meer toegang tot het Europese justitie- en veiligheidsbeleid. ‘Toegang die zelfs verder gaat dan de manier waarop lidstaat Denemarken in dat domein bij de Unie betrokken is. Geen evidente eis’, klinkt het. ‘Uiteindelijk komt alles terug op de bijbel van de rechten en de plichten. Wil je het ene, dan moet je toegeven op het andere.’

Het is niet ondenkbaar dat de Britse regering de economische gevolgen van de brexit aan de coronacrisis wil toeschrijven om gezichtsverlies te voorkomen.

Tot slot – en misschien wel de meest heikele kwestie – is de implementatie van het terugtrekkingsakkoord. Dat bepaalt dat er effectief controles moeten komen tussen Groot-Brittannië en Noord-Ierland. Boris Johnson beweert steevast dat die er niet zullen komen, hoewel dat formeel werd afgesproken. ‘Als de controles er komen, dan heeft hij gelogen. Komen ze er niet, dan wordt het terugtrekkingsakkoord niet gerespecteerd. Dat laatste zou natuurlijk verregaande gevolgen hebben voor de succesvolle verderzetting van de onderhandelingen’, klinkt het.

Gezichtsverlies

De komende week worden er alvast geen grote doorbraken verwacht in het brexitdossier. Het wordt vooral afwachten hoever beide partijen er in juni samen voor staan. Dan vindt er een High Level Conference plaats waarop Brussel en Londen evalueren hoe en in welke richting de gesprekken precies verlopen. Die datum is niet toevallig gekozen.

In principe hebben de twee tot eind juni de tijd om de huidige transitieperiode van elf maanden met maximaal twee jaar te verlengen. Maar Brits onderhandelaar David Frost liet vorige week nog expliciet optekenen dat het Verenigd Koninkrijk die overgangsfase niet zal verlengen, zelfs niet als de vraag van de Unie komt.

Vraag is of de uitlatingen van Frost gemeend zijn of niet én of ze binnen een bepaalde strategie passen. ‘Het is niet ondenkbaar dat de Britse regering de economische gevolgen van de brexit aan de coronacrisis wil toeschrijven om gezichtsverlies te voorkomen. Anderzijds zal de economie de komende maanden al zo goed als stil liggen, waardoor de impact van de brexit minder voelbaar zal zijn langs beide kanten van het Kanaal’, vertelt de diplomaat.

Of de Britten toch nog een U-bocht zullen maken en een verlenging aanvragen? ‘Daarvoor is het nu alleszins nog te vroeg. De concrete economische gevolgen van de coronacrisis zijn nog onvoldoende bekend om in te kunnen schatten of het Verenigd Koninkrijk zich daarbovenop een harde brexit kan permitteren.’

In ieder geval voorspellen sommige prognoses nu al dat de economische impact in het Verenigd Koninkrijk in de dubbele negatieve cijfers zullen gaan. ‘Ik denk dat Johnson een harde brexit in economisch opzicht wil vermijden. Maar hij heeft zich dusdanig omringd met haast religieuze brexiteers dat het niet ondenkbaar is dat we zonder akkoord zullen eindigen’, besluit de onderhandelaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content