Charles Michel stelt ‘brexitreserve’ voor van 5 miljard euro

Charles Michel op 7 juli 2020 © Isopix

Europees Raadsvoorzitter Charles Michel wil een brexitreserve van 5 miljard euro aanleggen ‘om alle onvoorziene gevolgen van de brexit in de meest getroffen lidstaten en sectoren op te vangen’. Michel wil ook het plafond van de meerjarenbegroting verlagen naar 1.074 miljard euro om de ‘zuinige vier’ over de streep te trekken.

Volgende week vrijdag en zaterdag komen de Europese staatshoofden en regeringsleiders naar Brussel voor de eerste fysieke Europese top in maanden. De leiders moeten een akkoord zien te vinden over een nieuwe Europese meerjarenbegroting voor de periode 2021 tot 2027 van meer dan 1.000 miljard en over het herstelfonds van 750 miljard euro dat de Europese Unie over de coronacrisis heen moet helpen.

Een eerdere poging in juni mislukte. De vier zuinige landen – Nederland, Oostenrijk, Denemarken en Zweden – aangevoerd door de Nederlandse premier Mark Rutte, tekenden verzet aan tegen het voorstel van de Europese Commissie om 500 van de 750 miljard euro uit het herstelfonds in de vorm van subsidies uit te keren aan de lidstaten, en slechts 250 miljard in de vorm van leningen, die dus terugbetaald moeten worden. Ook de voorgestelde verdeelsleutel was een twistpunt, net als de voorwaarden die gekoppeld zouden worden aan het geld. De ‘frugal four’ willen dat de lidstaten die een beroep doen op het geld in ruil daarvoor hun economieën hervormen, een voorwaarde die de meeste Zuiderse lidstaten doet huiveren.

Plafond verlagen

In zijn nieuwe voorstel in de aanloop naar de top van volgende week doet Europees Raadsvoorzitter de Nederlanders en hun bondgenoten een paar tegemoetkomingen. Zo wil Michel het plafond van de meerjarenbegroting verlagen van 1.094 miljard euro naar 1.074 miljard euro. Daarnaast mogen Denemarken, Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Zweden de korting op hun bijdrage aan de Europese begroting behouden.

Daarnaast wil de Belgische oud-premier de verdeelsleutel binnen het herstelfonds aanpassen. In zijn voorstel wordt de eerste 70 procent van het geld verdeeld op basis van de criteria van de Commissie, maar vanaf 2023 zou de daling van het bruto binnenlands product van de lidstaten in de jaren daarvoor meegenomen worden als criterium, in plaats van de werkloosheidscijfers. Dat moet ervoor zorgen dat er meer rekening wordt gehouden met de reële impact van de coronacrisis maar ook bijvoorbeeld van de brexit, die vooral België, Nederland, Frankrijk en andere belangrijke handelspartners van het Verenigd Koninkrijk zal treffen.

Om dat laatste effect op te vangen voorziet Michel trouwens ook een brexitreserve van 5 miljard euro, om ‘alle onvoorziene gevolgen voor de meest getroffen landen en sectoren op te vangen.’

Subsidies versus leningen

De link tussen uitbetalingen uit het herstelfonds en de landenspecifieke aanbevelingen in het Europees Semester blijft behouden in zijn voorstel, maar daarbovenop wil Michel dat de lidstaten een nationale herstelplan opstellen voor de periode 2021-2023, mét een hervormings- en investeringsagenda. De Commissie moet die plannen dan beoordelen, waarna de Raad ze op voorstel van de Commissie moet goedkeuren met een gekwalificeerde meerderheid. De Raad werkt ook nog altijd aan een compromis over een link tussen uitbetalingen uit Europese steunfondsen en het respect voor de rechtsstaat in de lidstaten. Ook dat ligt volgende week opnieuw op tafel.

Maar Michel buigt niet voor de vraag van de zuinige lidstaten om de balans tussen leningen en subsidies in het herstelfonds aan te passen. Het blijft de bedoeling om samen 750 miljard euro te lenen op de kapitaalmarkten en om 500 miljard van die fondsen in de vorm van subsidies te investeren in de sectoren en regio’s die het hardst getroffen zijn door de coronapandemie, de facto vooral Spanje en Italië.

Dat de hoofdmoot van het herstelfonds in subsidies wordt uitgekeerd is ‘essentieel om te vermijden dat lidstaten met een hoge schuldgraad in de problemen komen’, verdedigde Michel die aanpak vrijdag tijdens een persconferentie, ‘en dus ook voor de interne markt’. ‘Ik heb respect voor alle verschillende meningen rond de tafel maar niemand heeft belang bij meer ongelijkheid in de interne markt. Ze is één van onze belangrijkste troeven, en dus moeten we haar beschermen.’ Ook grootmachten Frankrijk en Duitsland steunen trouwens dat voorstel van de Commissie.

Nieuwe belastingen

De Raadsvoorzitter stelt dan wel weer voor terugbetalingen van het gezamenlijk geleende geld met een jaar te vervroegen, zodat de druk wordt opgevoerd om nieuwe eigen inkomsten voor de Europese begroting te voorzien. De Belg denkt onder meer aan een nieuwe belasting op niet-recycleerbare plastics en een digitale heffing. Daarnaast ligt ook nog altijd een Europese belasting op financiële transacties op tafel.

De onderhandelingen beloven ook nu weer aartsmoeilijk te worden, maar ‘de tijd om knopen door te hakken is gekomen’, vindt Michel. ‘Ik ben realistisch en onderschat de moeilijkheden niet, maar het is nu het moment om te beslissen en ik reken op wat politieke moed.’ Eerder zei ook de Duitse Bondskanselier Angela Merkel al dat ze liefst in juli en zeker nog voor het einde van de zomer een akkoord wil

Partner Content