Naar een Europa van twee snelheden : in het salon van de muntunie wordt zaken gedaan, daarbuiten gaat alles tergend traag vooruit.

Om de zes maanden staat er tussen Noordkaap en Gibraltar wel een boegbeeld recht, dat het continent en zijn leiders voor een nooit geziene Europese crisis waarschuwt. Aan argumenten ontbreekt het die zieners zelden. Of het nu over fraude, werkloosheid, Bosnië of de gekke koeien gaat, meestal loopt het Europees beleid vast in een moeras van goede bedoelingen en toont de Unie vooral onvermogen. De geschiedenis van de Europese gemeenschap is bovendien van het conflictuele soort ; de weg naar de integratie lag vol met hindernissen en er deden zich niet zelden spectaculaire botsingen voor. Charles de Gaulle noch Margaret Thatcher schrokken ervoor terug om Europa in jarenlange crisissen te manoeuvreren. De Europese eenwording werd er telkens door vertraagd, maar nooit definitief gestopt. De betrokken partijen vonden telkens opnieuw een vergelijk en daarna kon de draad weer opgenomen worden.

En toen kwam Maastricht. In een nieuw verdrag werd een Europese muntunie aangekondigd en de aanzet voor een heuse politieke unie gegeven. Een indrukwekkende stap, die Europa echter in een crisis zonder voorgaande stortte. Voor het eerst werd de Unie met een breed, populair scepticisme geconfronteerd. Zelfs in landen die tot dan toe blindelings en zonder discussie de Europese marsrichting volgden, liep het plotseling fout. Zo kwam er een einde aan een idylle die bijna veertig jaar duurde en ondanks veel inventiviteit slaagden de Europese regeringsleiders er niet in om het geschokte vertrouwen van de burgers te herstellen. Sinds 1991 is Europa in bijna alle lidstaten een controversieel dossier.

In 1997 is die sfeer er niet op verbeterd. Uit vrees om zich nog verder van hun publieke opinie te verwijderen, bedankten de vijftien chefs in Amsterdam voor een nieuw gedurfd initiatief. Bijna iedereen speelde er op zekerheid, zodat enkele van de meest acute problemen, onder meer de besluitvorming van de Unie, zonder oplossing bleven. Als de geschiedenis het Verdrag van Amsterdam al een kwalificatie zal meegeven, is het die van bijna-overbodigheid. Er werd aan punten en sociale komma’s geprutst, maar de echte pijnpunten bleven op een veilige afstand. De klassieke recepten waarmee men destijds De Gaulle, Thatcher en andere keikoppen over de brug kon halen, blijken nu waardeloos. Een achterdochtige bevolking heeft andere vragen en zorgen dan politieke diva’s.

Omwille van Amsterdam en van de angst van de regeringsleiders voor hun publieke opinie kan er met reden over een Europese stagnatie worden gesproken. En toch is dit een immobilisme en een status-quo van een heel bijzondere soort.

EEN CONTINENTALE BOERENKRIJG

Terwijl men aan de gevoelige institutionele dossiers nauwelijks durft te sleutelen, geeft men plankgas richting muntunie. Daar kan het niet snel genoeg gaan. Zelfs inzake de fiscale harmonisatie, die voor eeuwig begraven leek, ontstond beweging. Hier voelen de leiders van Europa zich minder door pleinvrees geremd en dat wekt de illusie dat de muntunie een alternatieve weg naar meer Europa wordt. Een binnenweg of is het een ondergrondse naar de Europese integratie, omdat je op dat terrein met minder vragen en tegenkantingen van de nationale parlementen wordt geconfronteerd.

Het gaat hier om een beproefde aanpak. De Unie werd wat ze is, omdat de vaders van Europa van de economie de hefboom van de Europese samenwerking maakten. Het eigenbelang werd de motor van een uitgesproken politiek project.

Kan die destijds zo succesrijke methode de volgende jaren opnieuw vaart in de Unie brengen ? Niets is minder zeker. Het is niet omdat de regeringsleiders de moeilijke match van de muntunie wonnen, dat ze ineens alle obstakels kunnen opruimen. Het tegendeel lijkt waar. De aardschokken die de euro veroorzaakt, zal bij vele bevolkingsgroepen de weerstand tegen nieuwe risico’s doen toenemen. De roep om consolidatie zal de volgende maanden crescendo gaan en gestalte geven aan een heel breed front tegen uitbreiding.

De val van de Berlijnse muur bracht aanvankelijk vooral geopolitieke strategen en toeristen in beweging. Maar inmiddels is het einde van de Sovjet-Unie en de deling van Europa voor brede lagen van de bevolking minder een inspirerende gedachte, dan wel een reden tot grote financiële zorg. Van Andaloesië tot Henegouwen rekent men uit wat die uitbreiding zal kosten. Vooral de boerenstand, de grote verdiener van het Europa van de Koude Oorlog, scherpt de messen. De uitbreiding wordt immers geen neutrale operatie. Het hele budget van de Unie wordt doorgelicht en een deel van de miljardenstromen zal worden drooggelegd. Dat kondigde de Europese Commissie aan in haar ambitieuze Agenda 2000. Hoewel de Unie begin volgende eeuw ongeveer vijf nieuwe leden zal tellen, kan er geen sprake van zijn om de Europese begroting verder te laten stijgen. Meer dan 1,27 procent van het bruto binnenlands product mag het niet zijn.

Het Europees parlement plaatste al vraagtekens achter de haalbaarheid van deze begrotingsnorm. Toch houdt de commissie voet bij stuk. Ze wordt daar trouwens toe gedwongen, want enkele van de rijke EU-landen, Duitsland en Nederland op kop, lieten al weten dat ze de volgende jaren minder aan de Unie zullen betalen. Het draait dus uit op een gigantische slag om de centen. Tussen de regeringen, maar vooral tussen de rijke en de armere landen en regio’s. En daarbovenop dreigt nog eens een continentale boerenkrijg.

Zo’n onoverzichtelijke cluster van problemen stimuleert uiteraard het creatieve denken. De verleiding zal groot zijn om de Unie tegen een heel gezapig tempo naar de uitbreiding te loodsen en ondertussen in de euroclub, het voormalige West-Europa, het serieuze werk aan te pakken. Een Europa met twee snelheden dus, waarin het betere volk in het salon tot zaken komt, zonder dat het zich al te zeer om de democratie of de solidariteit hoeft te bekommeren.

Paul Goossens

FIETSENDE REGERINGSLEIDERS IN AMSTERDAM : Het Verdrag van de voorzichtigheid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content