Ernst Koster

‘Er zijn heel wat overeenkomsten tussen koppels die vastlopen en de huidige maatschappelijke polarisatie’

Ernst Koster Professor aan de vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie van de UGent

Psychologen Ernst Koster en Laura Sels maken zich zorgen over de toenemende polarisatie rond het coronabeleid. Ze leggen de link met een aantal methodes die ook toegepast worden in de therapie van koppels met relatieproblemen.

Met groeiende verontrusting aanschouwen wij de tendens tot maatschappelijke polarisatie omtrent de COVID maatregelen. Kerstdiners en familievisites waarbij het “C-woord” beter niet meer uitgesproken wordt, wekelijkse manifestaties, en wederzijdse frustraties met “het andere kamp” zijn de orde van de dag. Naast toenemende spanningen zorgt deze situatie er eveneens voor dat het draagvlak voor nieuwe maatregelen steeds meer afneemt en er een splitsing ontstaat binnen de maatschappij.

Als klinisch psychologen komen we heel gelijkaardige situaties dagelijks tegen binnen het werken met koppels: Verschillende visies tussen partners waardoor het water diep is geworden en er pijnlijke gevoelens aanwezig zijn bij beide kanten. Hierdoor escaleren ruzies regelmatig, met als gevolg dat de conversatie stopt en er vooral nog sprake is van kwaadheid, frustratie en kwetsing. De koppels zitten muurvast. Vervolgens trachten we, als therapeut, de conversatie terug op te starten vanuit een bereidheid tot luisteren, ruimte voor elkaars emoties, en verbindende communicatie.

Er zijn heel wat overeenkomsten tussen koppels die vastlopen en de huidige maatschappelijke polarisatie.

Er zijn wel wat overeenkomsten tussen koppels die vastlopen en de huidige maatschappelijke polarisatie. De afgelopen twee jaar zijn voor veel mensen lastig geweest. Onderzoek toont duidelijk aan dat mensen minder mentaal welzijn, en meer angst, depressie, en stress ervaren dan voor de COVID-epidemie. Wanneer we ons slecht voelen, kleurt dit hoe we naar anderen kijken, en ook hiermee interageren: We zijn gevoeliger voor negatieve informatie en tekens van afwijzing. Deze negatieve focus kan destructieve interactiepatronen en negatieve, escalerende processen in gang zetten. In relaties zien we dit duidelijk: iemand die zich afgewezen of aangevallen voelt, zal op dit gevoel reageren. Kritiek wordt met tegen-kritiek beantwoord, en een aanval met een verdediging of een partner die zich terugtrekt. En iemand die zich niet gehoord voelt, gaat nog harder roepen. Kortom, negatief gedrag lokt negatief gedrag uit, en vermindert net de luisterbereidheid. In koppels zijn dit soort van interactiepatronen sterke voorspellers voor een scheiding, maar ook in andere relaties kunnen ze niet minder dan destructief zijn.

Een ander voorbeeld is het duidelijk aangetoonde fenomeen self-fulfilling prophecy: we hebben vaak (foute) verwachtingen over anderen, en gaan ons op basis hiervan zo gedragen dat ze waarheid worden. Bijvoorbeeld: als je verwacht dat je partner niet voor rede vatbaar zal zijn, zal je je anders opstellen dan wanneer je wel een constructieve conversatie verwacht. En natuurlijk lok je zo ook effectief onredelijker gedrag uit. Ook kan het er toe leiden dat het standpunt van de ander op voorhand al ge-invalideerd wordt. Momenteel wordt binnen scheidingen bijvoorbeeld vaak de term “narcist” gebruikt voor de ex-partner, waardoor communicatie per definitie gedoemd is te falen. Waarom zou je nog communiceren met iemand die alleen aan zichzelf denkt en verder niets geeft om jou en/of de kinderen? Ditzelfde geldt bij vooringenomenheid tegenover mensen met een ander standpunt over COVID en termen zoals wappie, schaap, antivaxxer, etc. Deze labels verminderen elke luisterbereidheid.

Ook is er vaak sprake van een tunnelvisie, en net het verwijt van de ene partij naar de andere toe dat deze vast zit in zijn/haar eigen gelijk en wereld vol alternatieve feiten (“wordt toch wakker!”). In dit soort discussies gaat het om de overhand krijgen op elkaar, in plaats van het komen tot een gemeenschappelijke visie, en wordt het moeilijk om naar elkaar te luisteren en van elkaar te leren. In plaats van te denken dat er iets is zoals het grote gelijk, is het waarschijnlijker dat elk van ons wat vastzit in de eigen tunnelvisie door een proces van confirmation bias, waarbij we informatie zoeken die ons gelijk geeft en ons standpunt bevestigt. Hierdoor geraken we in toenemende gefrustreerd op de “tegenpartij” en gaan kwaadheid en onbegrip primeren. Deze emoties worden momenteel sterk gevoed door de echokamers op (sociale) media waar de meest uitgesproken meningen het meeste aandacht (reads, hits, likes, etc.) trekken.

Als we wat langs onze (soms reële) kwaadheid kijken, en meer oog hebben voor de onzekere en angstige gevoelens die eraan ten grondslag liggen, kunnen we naar elkaar beginnen te luisteren en is er misschien meer mogelijk. In relaties is duidelijk aangetoond dat iedere partner zich eerst erkend en begrepen moet voelen in zijn/haar eigen perspectief, voor ze kunnen openstaan voor het perspectief van de ander. Hierbij zal het uitgangspunt best zijn dat geen van de partijen idioot is en dat geen van beide partijen de ultieme waarheid in pacht heeft.

Wat kunnen de verschillende partijen dan van elkaar leren? Er zijn wel wat interessante punten te ontdekken binnen de verschillende visies die de moeite waard zijn. Deze standpunten hoeven, wanneer zorgvuldig verwoordt, weinig tegenstand te ontlokken en kunnen naast elkaar bestaan. Ook kan zo net tot een rijker, gedeeld perspectief gekomen worden, waarin ieders belangen meer aan bod komen.

We hebben hieronder een aantal van de statements gezet.

“Ik heb schrik voor het virus. Ik of één van mijn naasten heeft een verhoogd risico en ik ben bereid om veel opofferingen te maken in functie van ieders veiligheid.”

“Sommigen onderschatten de medische risico’s van dit virus, zowel als het gaat om de acute effecten als om de nasleep”.

“Ik maak me grote zorgen over de zorgcapaciteit en ook het zorgpersoneel. Dit virus is behoorlijk onvoorspelbaar waardoor we aandachtig moeten zijn dat we de zorgcapaciteit niet overbelasten. Ook werkt het zorgpersoneel al twee jaar in extreem zware condities, dit moeten we echt in rekening brengen”.

“Ik heb het idee dat we voorzichtig moeten zijn met het idee dat we dit virus wegkrijgen met voldoende maatregelen. Ik twijfel aan de maatregelen en ik zie veel nare consequenties van de maatregelen, die weinig serieus genomen worden.”

“Laat ons voorzichtig zijn met het inleveren van vrijheden en het opleggen van dwang. Ik heb schrik dat we naar een heel eng maatschappijmodel evolueren waarbij er minder vrijheid is en zelfs het open spreken wordt verboden”.

Het interessante is dat zolang de verschillende standpunten zorgvuldig worden verwoord en er niet gesproken wordt in hyperbolen (“We zijn op weg naar Nazi Duitsland”) we met elkaar in dialoog kunnen blijven, over de verschillen heen.

Hierdoor zijn we beter in staat om te denken in termen van een én-én-verhaal: hoe zorgen we dat het medisch veilig blijft én dat de zorg het uithoudt én behouden we de maximale vrijheden én zorgen we ervoor dat we bezorgdheden omtrent privacy in rekening blijven brengen. Deze communicatie is essentieel om terug het vertrouwen te kunnen herstellen in elkaar, de overheid en de wetenschap, wat essentieel zal zijn bij het functioneren van onze samenleving in crisistijd.

Met name wanneer er problemen en spanningen zijn, is het in een relatie essentieel om te kunnen communiceren. Dit vereist niet alleen het in kaart brengen van het eigen perspectief maar ook een grote luisterbereidheid naar de ander. Binnen de huidige COVID situatie is het niet anders: we hebben elkaar nodig zowel in de strijd tegen het virus als bij het vormgeven van een zinnig maatschappelijk debat over de maatregelen en de consequenties van zowel COVID als de maatregelen voor verschillende leeftijds- en bevolkingsgroepen.

Ernst Koster is als Hoogleraar Klinische Psychologie verbonden aan de vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie van Universiteit Gent.

Laura Sels is postdoctoraal onderzoeker binnen de relatie- en gezinsstudies aan de vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie van Universiteit Gent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content