Michael Shellenberger

‘Energie uit zon en wind was nooit bedoeld voor een moderne samenleving’

Michael Shellenberger Voorzitter Environmental Progress, co-auteur van het Ecomodernistisch Manifest

‘Eindelijk wordt Duitsland wakker voor de enorme schade aan de natuur en het dorpsleven, veroorzaakt door de energietransitie. De uitrol van gesubsidieerde windmolens en zonnepanelen is namelijk bepaald geen groen voorbeeld’, schrijft Michael Shellenberger.

De afgelopen tien jaar hebben journalisten de Duitse Energiewende gepresenteerd als hét groene voorbeeld voor de rest van de wereld. ‘Veel arme landen, die ooit van plan waren kolencentrales te bouwen om hun bevolking van elektriciteit te voorzien, overwegen momenteel het fossiele tijdperk over te slaan en meteen al schone netten te bouwen’, schreef een verslaggever van The New York Times in 2014 over de invloed van de Duitse energietransitie. Met Duitsland als inspiratiebron hebben de Verenigde Naties en de Wereldbank miljarden dollars gestoken in de ontwikkeling van duurzame energie, zoals wind, zon en waterkracht, in arme en opkomende landen zoals Kenia.

Energie uit zon en wind was nooit bedoeld voor een moderne samenleving.

De praktijk in Duitsland blijkt minder fraai. Vorig jaar heeft de regering moeten erkennen dat ze de geplande uitfasering van steenkool moest uitstellen, en dat het land zijn verplichtingen voor CO2-reductie in 2020 niet kan nakomen. Sterker, de regering kondigde aan om een meer dan honderd jaar oude kerk en een eeuwenoud bos te slopen, zodat het de steenkool eronder uit de grond kon halen.

Nadat enkele prominente groene voorvechters (Al Gore, Greenpeace) kritiek hadden geuit op Duitsland, stonden journalisten klaar om de keuzes van het land te verdedigen. Duitsland heeft zijn emissiedoelstellingen niet gehaald, ‘omdat zijn doelstellingen zo ambitieus waren’, zo beweerde een van hen. ‘Als de rest van de wereld slechts de helft van de inspanningen van Duitsland zou leveren, zou de toekomst van onze planeet er minder somber uitzien.’

Het probleem is: Duitsland bleef niet alleen achter bij zijn ‘ambitieuze’ klimaatdoelstellingen. Na al die ‘inspanningen’ toont de CO2-uitstoot sinds 2009 geen dalende, maar tamelijk vlakke lijn…

En nu brengt Der Spiegel, ’s lands grootste weekblad, een belangrijk omslagartikel dat eindelijk het andere verhaal van de energietransitie vertelt. De cover toont afgebroken windturbines en onvolledige elektrische zendmasten tegen een silhouet van Berlijn dat in het donker zit. ‘De Energiewende, het grootste politieke project sinds de hereniging, dreigt te mislukken’, schrijft Der Spiegel in een achtergrondartikel van bijna 6000 woorden.

https://twitter.com/DerSPIEGEL/status/1124343248565280769DER SPIEGELhttps://twitter.com/DerSPIEGEL

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

550rich3153600000Twitterhttps://twitter.com1.0

Verzet van de burgers

Alleen al in de afgelopen vijf jaar heeft de energietransitie Duitsland jaarlijks 32 miljard euro gekost, en op het Duitse platteland groeit de weerstand tegen hernieuwbare energie. ‘De politici vrezen het verzet van de burgers’, meldt Der Spiegel. ‘Er is nauwelijks een windenergieproject dat níet wordt bestreden.’

In reactie daarop geeft de politiek soms de opdracht ‘elektrische leidingen ondergronds te leggen, maar dat is vele malen duurder en duurt jaren langer’. Het gevolg is dat de uitrol van duurzame energie en de bijbehorende transportleidingen enorme vertraging oploopt. In 2018 werden minder dan de helft van het aantal windturbines (743) geïnstalleerd dan het jaar ervoor, en in 2017 werd slechts 30 kilometer aan nieuwe transmissielijnen toegevoegd.

Voorstanders van energie uit zon en wind zeggen dat goedkopere zonnepanelen en windmolens de toekomstige groei van duurzame energie goedkoper zullen maken dan de groei in het recente verleden. Er zijn echter redenen om aan te nemen dat het tegendeel het geval zal zijn. Der Spiegel noemt een recente schatting dat het Duitsland zo’n 3.400 miljard euro zou kosten, ofwel zeven keer meer dan in de periode van 2000 tot 2025, om de opbrengst uit zonne- en windenergie in 2050 met een factor 3 of 5 te verveelvoudigen.

Van de ruim 7.000 kilometers nieuwe transmissielijnen die nodig zijn, is slechts 8 procent aangelegd, terwijl de grootschalige elektriciteitsopslag inefficiënt en duur blijft. Waterstof zou de oplossing zijn, wordt al jarenlang beweerd. Maar over een veel bejubeld waterstofgasproject schrijven de verslaggevers: ‘Een groot deel van de gebruikte energie gaat verloren en het rendement is minder dan 40 procent. (…) Hieruit kan geen levensvatbaar bedrijfsmodel worden ontwikkeld.’

De twintig jaar durende subsidies voor wind, zon en biogas zullen volgend jaar aflopen. ‘De hausse aan windenergie is voorbij’, besluit Der Spiegel. Dit alles roept de vraag op: als zon en wind niet in staat zijn om Duitsland – een van de rijkste en technologisch meest geavanceerde landen ter wereld – goedkoop van stroom te voorzien, hoe kan een ontwikkelingsland als Kenia dan ooit verwachten dat het een ‘sprong voorwaarts’ kan maken en het tijdperk van fossiele brandstoffen over te slaan?

In harmonie met de natuur

Het vroegste en meest verfijnde moderne pleidooi voor hernieuwbare energiebronnen kwam van een Duitser die algemeen wordt beschouwd als de meest invloedrijke filosoof van de twintigste eeuw, Martin Heidegger. In zijn vermaarde essay ‘De vraag naar de techniek’ uit 1954 veroordeelde Heidegger de visie op de natuur als slechts een hulpbron voor menselijke consumptie.

Het gebruik van ‘moderne technologie’, schreef Heidegger, ‘stelt de natuur de onredelijke eis dat zij energie levert die als zodanig kan worden gewonnen en opgeslagen. (…) De lucht is nu ingesteld om stikstof te produceren, de aarde om erts te produceren, erts om uranium te produceren (…) om kernenergie te produceren.’ Al die overvloedige energie vond hij maar niets.

De oplossing, betoogde Heidegger, was om de menselijke samenleving en haar economie te verbinden met de onbetrouwbare energiestromen van de natuur. Hij veroordeelde zelfs hydro-elektrische dammen, omdat ze de natuurlijke omgeving domineren, en prees windmolens omdat ze ‘geen energie vrijmaken om deze op te slaan’. Dit waren niet alleen esthetische voorkeuren. Windmolens waren van oudsher nuttig voor boeren, terwijl grote stuwdammen de arme agrarische samenlevingen in staat hebben gesteld om te industrialiseren.

Heideggers standpunten werden opgepikt door de milieubeweging die opkwam in de jaren zestig en zeventig. Een overgang naar duurzame energie was nodig, stelde een prominent lid in 1969, om de moderne beschaving ‘in harmonie te brengen met de ecosfeer’.

Het doel van hernieuwbare energie was dan ook om van moderne industriële samenlevingen weer een agrarische samenleving te maken, aldus Murray Bookchin in zijn boek Our Synthetic Environment uit 1962. Bookchin gaf toe dat zijn voorstel ‘een beeld oproept van cultureel isolement en sociale stagnatie, van een reis terug in de geschiedenis naar de agrarische samenlevingen van de middeleeuwse en oude werelden’.

Wind werd high-tech

Maar toen, zo rond het jaar 2000, begonnen de hernieuwbare energiebronnen zowaar een high-tech-glans te krijgen. Regeringen en investeerders staken in totaal 2000 miljard dollar in zonne- en windenergie en aanverwante infrastructuur. Zo ontstond de indruk dat hernieuwbare energie rendabel was – afgezien van de subsidies dan.

Ondernemers als Elon Musk verkondigden dat een rijke, moderne, energieslurpende beschaving kon worden aangedreven door goedkope zonnepanelen en elektrische auto’s. Journalisten schreven ademloos over de kostendalingen in accu’s en stelden zich een kantelpunt voor waarop de grote, conventionele energiebedrijven totaal zouden worden ontwricht.

Maar zelfs de beste marketing kan de belabberde fysica van hernieuwbare energiebronnen niet veranderen: ze blijven ontzettend veel grondstoffen en ontzettend veel oppervlakte vereisen voor de kleine hoeveelheden onvoorspelbare stroom die ze produceren. Zonneweiden nemen 450 keer meer land in beslag dan een kerncentrale, en windparken wel 700 keer meer land dan aardgasbronnen om dezelfde hoeveelheid energie te produceren.

Pogingen om de Energiewende te exporteren naar ontwikkelingslanden kunnen verwoestend zijn. Het nieuwe windmolenpark in Kenia, geïnspireerd en gefinancierd door Duitsland en andere goedbedoelende westerse landen, ligt op een belangrijke vliegroute van trekvogels. Wetenschappers zeggen dat de windmolens honderden bedreigde adelaars zullen doden. ‘Qua potentieel om bedreigde vogels te doden, is dit een van de slechtste plekken voor een windpark die ik in Afrika heb gezien,’ verklaarde een bioloog.

Als reactie daarop hebben de ontwikkelaars van het windpark gedaan wat Europeanen altijd doen in Afrika: organisaties inhuren die klaarblijkelijk de gedoemde adelaars en gemeenschappen vertegenwoordigen, om ‘samen te werken’, zodat ze zich niet keren tegen hun project.

Kenia zal niet in staat zijn om met zijn windpark een ‘sprong voorwaarts’ te maken. Integendeel, al die onbetrouwbare windenergie zal waarschijnlijk de elektriciteitsprijs doen stijgen en de trage uitweg uit de armoede nog trager doen verlopen.

Redders van de wereld

Martin Heidegger zou – net als veel mensen uit de oorspronkelijke beweging voor natuurbehoud – een grondige hekel hebben gehad aan wat de Energiewende is geworden: een excuus voor de vernietiging van natuurlijke landschappen en lokale gemeenschappen. Het geeft immers te denken dat het verzet tegen duurzame energie met name komt van de plattelandsbevolking die Heidegger verafgoodt als authentieker en meer ‘geaard’ dan de stedelijke, kosmopolitische elites die hun zonnepanelen en Tesla’s verheffen als tekenen van deugd.

De Duitsers, die tegen 2025 zo’n 580 miljard dollar zullen hebben uitgegeven aan hernieuwbare energie, zijn niettemin nog altijd trots op hun Energiewende. ‘Het is ons geschenk aan de wereld’, vertelde een voorvechter van hernieuwbare energie aan The New York Times.

Tragisch genoeg lijken veel Duitsers te geloven dat al die miljarden hen op een bepaalde manier zouden bevrijden van een historische last. ‘De Duitsers zouden dan eindelijk het gevoel hebben dat ze van vernietigers van de wereld in de twintigste eeuw zijn getransformeerd in redders van de wereld in de eenentwintigste eeuw’, aldus een verslaggever.

Veel Duitsers zullen, net als Der Spiegel, beweren dat de overgang naar hernieuwbare energiebronnen slechts ‘mislukt’ was, maar dat was het niet. De energietransitie naar zon en wind was namelijk altijd al gedoemd om te mislukken. Waarom? Omdat moderne mensen, hoe romantisch ze soms ook zijn, helemaal niet terug willen keren naar het pre-moderne leven.

De reden dat hernieuwbare energiebronnen geen basis kúnnen zijn voor de moderne beschaving is omdat dit nooit de bedoeling was. Een interessante vraag is waarom iemand eigenlijk ooit dacht dat ze dat konden.

Michael Shellenberger is voorzitter van Environmental Progress, een Amerikaanse milieuorganisatie, en co-auteur van het Ecomodernistisch Manifest. Dit artikel verscheen eerder in Forbes.

21 mei: Klimaatdebat van Knack

Het klimaatdebat van Knack vindt plaats op dinsdag 21 mei aan de UGent. Experts Dirk Draulans en Manuel Sintubin analyseren het regeringsbeleid van de afgelopen vijf jaar, waarna Meyrem Almaci (Groen), Bart Tommelein (Open Vld) en Kris Peeters (CD&V) het politiek debat voeren. Schrijf u gratis in via knack.be/verkiezingsdebatten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content