Ann Peuteman

‘Eliterichtingen horen niet thuis in ons onderwijs’

‘Zowel leerlingen als hun ouders zijn er rotsvast van overtuigd dat er binnen het aso een hiërarchie van richtingen bestaat. En dat heeft vaak funeste gevolgen’, schrijft Knack-journaliste Ann Peuteman. Voortaan buigt ze zich in ‘Het Maandrapport’ elke maand over het reilen en zeilen in het Vlaamse onderwijs.

Ze is bezeten van slam poetry, leest de ene historische roman na de andere en droomt van een toekomst als kinderpsychologe. Toch besteedt Lisa (16) het gros van haar schooluren aan wiskunde, fysica en chemie. Dat komt doordat ze een uitstekende leerlinge is – altijd al geweest. En uitstekende leerlingen moeten nu eenmaal hoog mikken. Op hun twaalfde gaan ze Latijn doen en gaandeweg komen daar steeds meer uren wiskunde en wetenschappen bij. Soms is dat echt de studie die het best bij hun persoonlijkheid, interesse en toekomstdromen past, maar lang niet altijd. Lisa, bijvoorbeeld, leert in het vijfde jaar Latijn-wiskunde zo goed als niets over de onderwerpen die haar boeien.

Eliterichtingen horen niet thuis in ons onderwijs.

Het probleem is dat de meeste kinderen (en hun ouders) al voor ze naar het eerste middelbaar gaan een soort ranking van opleidingen in hun hoofd hebben. Niet alleen tussen het aso, tso en bso, maar ook binnen het aso zelf. Helemaal bovenaan – op eenzame hoogte – staat de richting met de meeste uren wiskunde (en wetenschappen). Liefst in combinatie met Latijn, want dat geeft de studie meer cachet. ‘En het helpt ook om al die medische begrippen uit het hoofd te leren als je later geneeskunde gaat studeren’, klinkt het vaak. Scholen beschouwen Latijn-wiskunde als dé eliterichting – op sommige plekken wordt dat zelfs openlijk gezegd. Het zijn immers die leerlingen die voor hoge slaagpercentages moeten zorgen bij het toegangsexamen voor arts en tandarts en in het eerste jaar van de universiteit. Sommige directies pakken daar maar al te graag mee uit. Op een eervolle tweede plaats staat wiskunde-wetenschappen: een richting met evenveel uren wiskunde maar net iets minder klasse. Een paar traptreden daaronder vinden we richtingen met Latijn maar minder wiskunde, zoals Latijn-economie of Latijn-moderne talen. Nog wat lager staat economie-moderne talen. en helemaal onderaan bungelt de zwaar onderschatte richting humane wetenschappen.

Het is hoog tijd om komaf te maken met de misplaatste hiërarchie in het aso.

Wat ik hierboven beschrijf, is natuurlijk niet de realiteit. De ene richting is niet waardevoller dan de andere. Maar in de hoofden van zovele leerlingen, ouders en zelfs leerkrachten, bestaat die hiërarchie wel degelijk en dat heeft vaak funeste gevolgen. Naar een opleiding met minder uren wiskunde overstappen, wordt beschouwd als ‘zakken’ of ‘falen’. Dus doen de meeste jongeren dat niet op eigen initiatief en blijven ze vaak jarenlang zitten in een richting die hen amper boeit. In veel gevallen met groeiende schoolmoeheid tot gevolg. Wie al die exacte vakken niet meer verwerkt krijgt en daardoor slechtere punten behaalt, wordt op den duur gedwongen om van richting te veranderen. Dan is de overstap naar een andere opleiding, die zo’n leerling misschien veel beter ligt, een negatieve keuze die fnuikend kan zijn voor zijn zelfbeeld en motivatie.

Hoog tijd dus om komaf te maken met die misplaatste hiërarchie. Eliterichtingen horen in ons onderwijs evenmin thuis als zogenaamde vuilnisbakrichtingen. Elke aso-opleiding moet leerlingen zo goed mogelijk voorbereiden op het hoger onderwijs. Zonder uitzondering. In dat opzicht is het alvast positief dat de richting humane wetenschappen zal worden opgewaardeerd. Als het al klopt dat het in sommige scholen vooral de ‘zwakste’ leerlingen zijn die voor die opleiding kiezen, dan komt dat immers vooral doordat de grootste studiehoofden zich verplicht voelen om voor een ‘zwaardere’ richting te kiezen. Nu is het natuurlijk wel zo dat wie later pakweg geneeskunde of ingenieurswetenschappen wil gaan studeren, best voor zeven of acht uur wiskunde gaat. Maar voor leerlingen die zich liever in heel andere dingen verdiepen, zoals gedragswetenschappen, Duitse grammatica, Nederlandse literatuur of conjunctuurschommelingen, zou het even vanzelfsprekend moeten zijn om moderne talen, humane wetenschappen of economie te studeren. Hoe slim ze ook zijn.

Nog twee jaar moet Lisa wachten voor ze psychologie kan gaan studeren aan de universiteit. Dat is goed voor een slordige 560 uur wiskunde, heeft ze uitgerekend. Want rekenen kan ze als de beste. Ze heeft er alleen een hartsgrondige hekel aan.

Elke maand buigt Knack-redactrice Ann Peuteman zich in Het maandrapport over het reilen en zeilen in het Vlaamse onderwijs. Leerkrachten, leerlingen of ouders die haar op ideeën willen brengen, kunnen mailen naar ann.peuteman@knack.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content