Patrick Martens

Elio en de zeven werven

Hoelang nog denkt de regering-Di Rupo zich te kunnen onttrekken aan de Europese aanbevelingen over budgettaire discipline en sociaaleconomische hervormingen?

In het kader van het Europese semester heeft de Europese Commissie ons land zeven beleidswerven aan de hand gedaan. De federale overheid moet met heldere maatregelen komen om, samen met de deelstaten en de lokale besturen, de overheidsfinanciën duurzaam op orde te zetten. De wettelijke pensioenleeftijd moet gekoppeld worden aan de stijgende levensverwachting. Om werk te creëren en het concurrentievermogen te verbeteren is een hervorming van de loononderhandelingen en de loonindexering geboden. Middelen om meer mensen aan het werk te krijgen zijn onderwijs en opleiding, de activering van allochtonen en milieubelastingen in plaats van de te hoge lasten op arbeid. Het bankenkapitaal moet worden verhoogd. Meer concurrentie moet een gunstig effect hebben op de prijzen van verbruiksgoederen en energieproducten. En ten slotte moet de CO2-uitstoot sneller worden teruggedrongen.

Die aanbevelingen sluiten aan bij de niet mis te verstane vingerwijzigingen die de regering-Di Rupo in de voorbije maanden van de Europese Commissie kreeg om haar begrotingswerk ernstiger op te vatten en de loonkosten te drukken. Met uitzondering van het punt over de broeikasemissies zijn ze ook een doorslag van de aanbevelingen die een jaar geleden een eerste keer vanuit de Europese cenakels richting België vertrokken.

De reacties in ons land verschillen deze keer nauwelijks van toen. De werkgeversorganisaties hameren op een beheersing van de loonkosten en een betere werking van de arbeidsmarkt. De vakbonden willen niet dat er geraakt wordt aan de loonindexering en passen voor een Europese stroomlijning van de pensioenregels. Op het politieke front sluiten de liberale partijen met hun voorstellen het meest aan bij de Europese aanbevelingen. De socialistische partijen, daarentegen, vinden dat de federale regering al genoeg bespaart en hervormt. Vooral de PS van premier Elio Di Rupo werpt zich op als de behoeder van ‘ons sociaal model’. De tegenstellingen leggen nu al een hypotheek op het economischegroeiplan dat Di Rupo tegen de zomer beloofd heeft.

De Europese Commissie erkent dat ons land inspanningen levert, maar het moet allemaal sneller en doortastender om een aantal ‘macro-economische onevenwichtigheden’ weg te werken. De kritiek is niet min. Het budgettaire traject van de regering-Di Rupo richting begrotingsevenwicht in 2015 steunt op te optimistische ramingen van de economische groei. Over dat traject hangt ook de donkere schaduw van de overheidsgaranties in het Dexia-dossier. En volgens de Europese Commissie is er weinig of geen vooruitgang geboekt op het vlak van de beheersing van de kosten van de vergrijzing, het verlichten van lasten op arbeid en de hoge energieprijzen.

België stelt zich heel dubbelzinnig op tegenover Europa. Ons land onderschrijft volmondig het Europese begrotingspact en het Europese beleid om de economieën van de EU-lidstaten op elkaar af te stemmen. Daar horen ook financiële sancties bij voor de landen die niet bij de les blijven. Maar zodra die Europese aanpak resulteert in concrete aanbevelingen, geeft de regering-Di Rupo het liefst van al niet thuis. Ooit belandt België zo op de Europese strafbank.

Patrick Martens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content