‘Elektronische schokbanden voor honden? Je kiest beter voor een diervriendelijke alternatief’

‘Waarom duurt de discussie over elektronische schokbanden in Vlaanderen zo lang’, vraagt Tiny De Keuster.

Onlangs verscheen er een artikel over de negatieve impact van elektronische schokbanden op het welzijn van honden, getiteld ‘Schokken of Brokken’. De auteurs waren niet minder dan vier professoren van de Universiteit Utrecht. Daarin werd haarfijn uitgelegd welke nadelen het gebruik van elektrische schokken hebben op het welzijn van een hond en dat je anno 2021 toch beter kiest voor diervriendelijke alternatieven: zijnde brokken. Klaar en duidelijk. Ondertussen heeft Nederland, Duitsland, Denemarken, Italië, Zwitserland, Luxemburg, Tsjechië, Roemenië en Cyprus schokbanden verboden. Een logische evolutie zal u denken: gedaan met die schokken. Waarom hier in Vlaanderen dan niet? Waarom duurt die discussie zo lang?

Om de problematiek ten volle te begrijpen is het nuttig om af te stappen van dierenwelzijn en ons begeven naar de mens achter de hond. Waarom gebruiken mensen elektrische schokken naar honden toe? Uit onderzoek blijkt dat de hoofdreden van gebruik bestaat uit het stoppen van probleemgedrag. Met probleemgedrag wordt bedoeld, iets dat de hond “doet” en dat ons als mens raakt, waar we wakker van liggen, ons zorgen over maken of bang zijn dat er nare gevolgen aan vasthangen, voor onszelf, de buren of de ruime omgeving.

Elektronische schokbanden voor honden? Je kiest beter voor een diervriendelijke alternatief.

Een voorbeeld. Stel, u hebt een pracht van een tuin met pas aangelegde plantenborder en op dag 2 begint uw hond de planten uit te trekken. Vrij snel begrijpt u dat brokjes geven om op het gazon te blijven bij uw hond niet werkt, want hij vernielt het als u uit het zicht bent. Op dat moment kan de overstap naar een elektronische omheining aanlokkelijk zijn. U contacteert een handelaar die u het toestel grondig uitlegt: ‘Leg deze draad onder de grond en die wordt via een zender verbonden met de halsband van de hond. Elke stap in de border wordt bestraft met een schok. En om de hond te helpen plaatst u een paar zichtbare vlaggetjes op de grens. Aan de vlag voelt de hond een trilling, over de vlag krijgt hij een schok’. Het blijkt een succesverhaal, u hebt een slimme hond, en nadat hij twee keer een schok kreeg -met luid gejank- betreedt hij de border nooit meer. Alles in orde toch?

Of deze. Uw hond gedraagt zich binnenshuis als een lammetje, maar op straat verandert hij in een Hulk: hij springt blaffend naar elke fietser en gisteren heeft hij u waarachtig omvergetrokken. U hebt er een knieblessure aan overgehouden en de fietser een gat in zijn broek. U bent ten einde raad, want u hebt al verschillende ‘softe’ trainingssessies met snoepjes (‘brokken’) geprobeerd: geen enkel verschil, integendeel. Dan maar ‘hard core option’ (‘schokken) en op zoek naar een professional die dat kan regelen. En ja hoor, snel een bevestigend antwoord: “Geen probleem, na een week heeft uw hond het afgeleerd om naar fietsers te springen”. Een korte sessie, de hond krijgt een halsband om de nek en u krijgt een bakje in uw hand. Er zijn 10 standen en omdat uw hond 45 kg weegt en veel macht heeft mag u dadelijk op stand nummer 9 duwen. Dan heeft hij het begrepen. Wie niet luistert, moet voelen. En het lukt. Uw hond maakt een jankend geluid wanneer u drukt, en u sluit uw ogen. De professional stelt u gerust: “Dat is normaal, niet mee inzitten, hij zal het snel leren”. U haalt opgelucht adem. Het voelde slecht, maar de geruststelling dat u goed bezig bent maakt het in orde.

Ook uw buurman stelt u gerust: “Mensen leren toch ook dat ze een boete krijgen als ze door een rood licht rijden”. Ja, dat is waar. En dan u leest in een vaktijdschrift: ‘Als de professional die het gebruikt dat op een goede manier aanleert, zijn schokbanden veilig.’ Meer nog, ‘dan helpt een schokband op die manier de hond én de maatschappij’. Ja toch?

Mogelijk vindt u deze voorbeelden overdreven, mogelijk kan u er zich in vinden. Het feit dat beide visies naast elkaar bestaan leidt al decennia tot discussies. Daarin komt noodzaak tegenover welzijn te staan: ‘schokken’ versus ‘brokken’. En de twee kampen blijven bij hun standpunt: een permanente en zinloze status quo.

Kan wetenschap ons helpen? Marshall Rosenberg schreef in zijn boek Geweldloze Communicatie een prachtige passage: ‘De zoektocht naar een verloren sleutel kan je best starten op de plaats waar je hem hebt verloren en niet op de plaats waar toevallig het licht brandt.’

Waar zijn we die sleutel kwijtgeraakt? Tijdens een lezing over trainingstechnieken stelde iemand: ‘Is het voor een hond niet beter om een schok te krijgen dan om te worden gewurgd met een slipketting? Die kettingen veroorzaken toch veel meer schade dan zo een schokje.’ De man had gelijk. Van wurgkettingen is aangetoond dat honden kunnen overlijden. Van stroomstoten werden weliswaar verbrandingen aan de hals gedocumenteerd, maar nog nooit een dodelijk honden-slachtoffer. Hoe maak je dan een afweging? En wie heeft er nu gelijk?

Deze zoektocht vergt een andere vraagstelling, namelijk welke gevolgen kan het gebruik van elektrische schokken hebben vanuit hondenperspectief? In 1904 toonde Ivan Pavlov aan dat hersenen van honden in staat zijn om gebeurtenissen die kort na elkaar plaatsvinden aan elkaar koppelen, en dat deze een sterke en langdurige associatie vormen. Terug naar de tuinborder met de ondergrondse draad: hond ziet een kleuter met een driewieler langskomen. Getriggerd door het piepen van de wieltjes springt de hond voorbij het vlagje. Een pijnlijke schok en gejank maar ook een Pavlov-associatie. Kind op een driewieler = een schok = dreiging. De volgende stap is een tragisch ongeval: hond ontsnapt en bijt kind op driewieler. Totaal onverwacht voor wie het beleeft, maar zuiver theoretisch bekende materie sinds meer dan een eeuw.

En er is nog een issue te bespreken: ‘anticiperen’ oftewel de verwachting van dreiging. Honden zijn goede observators en gaan snel de link leggen tussen wat ze rond hun nek hebben: schokhalsband of gewone halsband. Wat ze niet kunnen weten is schokhalsband met opgeladen batterijen of leeg. De schokhalsband ‘dragen’ wordt de bel van Pavlov, zijnde een middel om gedrag te onderdrukken. Vergelijk het met iemand die een baseballknuppel boven je hoofd houdt of een flesje met pepperspray in de hand. Je ervaart een dreiging en je schrikt, je stopt. Niet wetende of er iets gaat gebeuren met de baseball knuppel of met de pepperspray. Zo gaat het ook voor de hond. Honden verwachten geweld en gaan gedrag onderdrukken. Om zichzelf te redden.

Blind gehoorzamen

Wat doet zo een band met de mens die het gebruikt? Volgens de wetenschap wordt menselijk gedrag in deze context grotendeels bepaald door de ‘figuur’ die het aanbeveelt en de autoriteit die daarvan uitgaat. In gewone woorden: gaat het over een brave burger die het op eigen initiatief iets aankoopt bij een handelaar of iemand die het gebruikt na professioneel advies. Hoe verschillend deze invloed kan zijn werd aangetoond in 1963.

Stanley Millgram deed een experiment in Yale University waarbij hij aan proefpersonen de opdracht gaf om aan iemand in een andere ruimte elektrische schokken toe te dienen telkens die persoon een fout maakte. De ‘schokken’ varieerden van ‘mild’ naar ‘erg’ tot zelfs ‘dodelijk’. Wat de proefpersonen niet wisten was dat er in werkelijkheid niemand werd geschokt, en dat de proef zo was opgezet dat deelnemers overtuigd waren dat het echt gebeurde.

Millgram dreef de proefpersonen zover dat ze blindelings gehoorzaamden en overgingen tot acties die diametraal stonden t.o.v. hun eigen morele waarden. Zo deelden de proefpersonen zelfs fatale schokken uit wanneer mensen te vaak een fout maakten. Deze studie heette gepast the behavioural study of obedience, oftewel hoe beïnvloedbaar mensen zijn wanneer iemand met autoriteit iets aanbeveelt en zegt dat het goed is.

Dit benadrukt nog maar eens hoe belangrijk de voorbeeldfunctie van professionelen in het werkveld is. Hun normen en waarden zullen het gedrag van de burger beïnvloeden. Het voorbeeld van de hond die uitviel naar fietsers is een waargebeurd verhaal: de eigenaar gaf een schok op het bijna hoogste niveau, omdat de professional had gezegd dat het mocht.

Voor meer diepgang in dit domein verwijs ik graag naar The Moral Brain (2009), een werkstuk waarin Johan Braekman (UGent) en collega’s een schitterende analyse maken over de moraal van het menselijk brein. Welke plaats kennen wij toe aan pijn of geweld als middel om een doel te bereiken? Een aanrader voor onze Minister van Dierenwelzijn?

Valkuilen vermijden

Hoe ga je als samenleving om met honden die niet doen wat er van hen wordt verwacht? De vragen die in Vlaanderen meer aarde aan de dijk zouden kunnen brengen zijn:

  • Trappen we in de valkuil om een hond te vermenselijken waarbij we verwachten dat honden de waarde van menselijke belangen zoals een prachtige tuinborder (h)erkennen?
  • Durven we toe te geven dat elke hond een individu is met talenten en beperkingen en dat we mogelijks de lat te hoog leggen? Het is te zeggen: blijven we dromen van Lassie ?
  • Durven we (h)erkennen dat sommige honden een psychosociale aandoening hebben waardoor ze in bepaalde situaties niet kunnen functioneren, en dat de onoplosbare stress die ze erevaren voor problematisch gedrag zorgt zoals blaffen, uitvallen, happen, niet luisteren, niet terugkomen, vernielen, achternazitten, ……?
  • Durven we aanvaarden dat sommige honden hulp nodig hebben? Echte hulp dan, in de vorm van een gedragsonderzoek alsook ondersteuning en professionele begeleiding om ervoor te zorgen dat ze opnieuw leren functioneren in de maatschappij?
  • Of gaan we er als maatschappij van uit dat geweld is geoorloofd, en gebruiken we methodes zoals schokken, straffen, slaan en wurgen? Methodes die als enig doel hebben om gedrag te onderdrukken en de welzijnsnoden van een individu ontkennen.

In 1965 schreef Ruth Harrison: “In fact, if one person is unkind to an animal it is considered to be cruelty, but where a lot of people are unkind to animals, especially in the name of commerce, the cruelty is condoned and, once large sums of money are at stake, will be defended to the last by otherwise intelligent people.”

Het wordt tijd dat honden een stem krijgen en dat wij proberen luisteren. Mensen kunnen het verschil maken. Ook onze Minister.

Professor Tiny de Keuster is dierenarts en verbonden aan het Kenniscentrum Ethologie en Dierenwelzijn van de UGent. Ze is auteur van Wat is er aan de HOND. (Borgerhoff & Lamberigts).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content