Peter Casteels

‘Een Vlaamse regering die niets meer kan beslissen, wordt niet geholpen door een aanslepende ruzie tussen twee voorzitters’

De ruzie van Bart De Wever met Egbert Lachaert is misschien iets geacteerder dan anders, maar de N-VA-voorzitter heeft al heel veel robbertjes uitgevochten in de Wetstraat. Als het al niet gaat vervelen, is het omdat het zo cringe is.

Toch wat curieus: terwijl Georges-Louis Bouchez zich binnen Vivaldi gedraagt als een uitstekende woordvoerder van de N-VA, is Bart De Wever nog altijd kwaad op Egbert Lachaert omdat de Open VLD-voorzitter per se met zijn MR-collega in een coalitie wilde stappen in 2020. Dat betekende het einde van een regering met de N-VA en de PS, iets waar De Wever maar over blijft dagdromen terwijl hij zich dood verveelt in de oppositie.

Ook zijn fittie met Lachaert en Alexander De Croo is een hobby waar veel te veel tijd in kruipt, iets waar Lachaert bij momenten trouwens even kinderachtig op reageert. Het voorlopige dieptepunt was de sketch die de redactie van De zevende dag anderhalve week geleden in elkaar had gestoken, en waar de twee voorzitters gewillig in meespeelden. Ze zaten een halve zondagochtend aan dezelfde tafel, zonder een woord met elkaar te wisselen. Nogal cringe allemaal.

Een Vlaamse regering die niets meer kan beslissen, wordt niet geholpen door een aanslepende ruzie tussen twee voorzitters.

Nu, ja, u zou ook de Vlaamse regering het dieptepunt van deze vertoning kunnen noemen. Een regering die niet meer in staat is eender wat te beslissen, wordt niet geholpen door twee van haar partijvoorzitters die nergens met elkaar gezien willen worden.

De Morgen gaf de ruzie vorig weekend wat meer cachet door haar in historisch perspectief te plaatsen. Er zijn namelijk nog heel wat meer boeltjes geweest in de Wetstraat die aardig lang konden duren. In dat overzicht – denk Martens/Verhofstadt – ontbrak echter een hele lijn van ambras: alle eerdere robbertjes die De Wever de voorbije jaren al heeft uitgevochten. Het eerste wat mij te binnen schoot – vraag me niet waarom – is die keer dat Bart De Wever Tom Meeuws ‘kapot’ wilde maken in Antwerpen. Zijn kiezers moesten hem maar op zijn woord geloven, terwijl ze nu al drie jaar schouder aan schouder de stad besturen. U herinnert zich vast ook nog wel de Zweedse jaren waarin de haat tegenover Kris Peeters van de muren droop. De aversie tegenover groenen als Meyrem Almaci en Kristof Calvo is al jaren voelbaar.

De ook-alleen-maar-communicatie-expert in mij denkt: slim van De Wever, zulke venijnigheden zijn makkelijker te begrijpen voor een kiezerspubliek dat al lang niet meer élke zondag naar De zevende dag kijkt. Maar het gaat na een tijdje wel wat vervelen. Zelfs – zélfs – de journalisten van De Tijd hadden er genoeg van. ‘U zit 17 jaar op uw stoel en u hebt in die periode zowat alle andere partijen wel eens tot uw vijand of tot uw vriend uitgeroepen. Denkt u soms zelf niet: “zet die plaat af”, vroegen ze De Wever in december. ‘Wat wilt u dat ik daar nu op antwoord’, was zijn repliek. Wel, euh, tja.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content