Ivo Belet (CD&V)

Een sterker Europa of de ondergang van het Avondland

Ivo Belet (CD&V) Europees parlementslid voor CD&V

Ivo Belet (CD&V) over Dag van Europa.

Europa vandaag in de bloemen zetten, is geen evidente zaak. Het project EU en zijn verdedigers zitten onmiskenbaar in het defensief. De EU wordt afgeschilderd en gepercipieerd als een kille besparingsmachine die de lidstaten en hun burgers met overdreven begrotingsnormen de adem afsnijdt.

Gaat het dan zo slecht met Europa en ons Europeanen? Het klopt dat veel Europeanen moeilijke tijden doormaken en dat de Zuiderse lidstaten met ongezien hoge werkloosheidscijfers kampen. Het klopt ook dat vele Ieren met zware leninglasten opgezadeld zitten en dat Cyprioten een deel van hun spaargeld in rook zien opgaan.

Maar we moeten de dingen ook in perspectief durven zetten – historisch en geografisch. Nooit eerder in de geschiedenis kende Europa zo’n lange onafgebroken periode van vrede en als straks Kroatië EU-lid is en andere ex-Joegoslavische landen op de drempel van de EU staan, is dat ronduit historisch te noemen. Onze levenskwaliteit is gestaag toegenomen sinds 1945. Ondanks de crisis is het gemiddelde inkomen in Spanje ook vandaag het dubbele van 30 jaar geleden. In datzelfde Spanje is de levensverwachting 7 jaar langer dan in 1980. Europa is ook veel veiliger dan ooit tevoren met misdaadcijfers die jaar na jaar dalen.

Ook als we kijken hoe Europa het vandaag doet in vergelijking met andere continenten, is de balans uitstekend. Volgens de Gross National Happiness Index (een index die de levenskwaliteit en levensgeluk meet aan de hand van 33 factoren zoals gezondheid, onderwijs, culturele diversiteit, tijdsbesteding en ecologische verscheidenheid) is Europa veruit de beste plek ter wereld om te wonen. De helft van de top tien van landen waar mensen het gelukkigst zijn, zijn Europese lidstaten. Gelukkiger landen zijn doorgaans rijkere landen maar dat volstaat niet: veel meer dan inkomen, gelden sociale factoren zoals sociale steun, de afwezigheid van corruptie en de mate van persoonlijke vrijheid.

Europa scoort zo goed op al deze terreinen omdat het een uniek project is dat naast economisch welvaren onwrikbaar vasthoudt aan kernwaarden zoals de universele mensenrechten, duurzame ontwikkeling en een zo groot mogelijke levensstandaard voor zoveel mogelijk mensen.

Europa is er in geslaagd een unieke eenheidsmarkt uit te bouwen met een eengemaakte munt en zo de levenskwaliteit gelijker dan ooit te voren te schakelen voor 500 miljoen Europeanen. En dat in een gebied dat voordien eeuwenlang door conflicten werd verscheurd, met 23 officiële talen, meerdere godsdiensten en uiteenlopende politieke tradities.

Het succes van het Europese project ligt in het feit dat het veel meer is dan een economisch samenwerkingsverband: Europa is een inclusieve maatschappij die nergens ter wereld zijn gelijke kent.

Maar daarmee willen we niet beweren dat het Europees project geen manco’s vertoont. De – vaak snoeiharde – kritiek is soms terecht. Er zijn veel fouten gemaakt. Het Europese besluitvormingssysteem is te log en botst bovendien op de onwil van de natiestaten om meer macht te poolen. Het ontbreekt vandaag aan politieke durf en leiderschap. Het korte termijn

electorale gewin overheerst nog al te vaak. We betalen vandaag de tol voor de constructiefouten van de Euro. In de jaren dat het economisch goed ging, is er te weinig aan de kar getrokken om de eenheidsmunt ook te onderbouwen met een krachtig economisch en industrieel beleid op Europees niveau.

Meer dan ooit is duidelijk dat Europa er slechts in slaagt om wezenlijke stappen vooruit te zetten als het het mes op de keel heeft, als we op de rand van de gapende afgrond staan. Maar intellectuele eerlijkheid gebiedt ook te erkennen dat de EU de voorbije 2 jaar veel sneller is geïntegreerd dan in de decennia daarvoor, onder druk van de markten en de omstandigheden: de Europese bankenunie, het concrete ontwerp rond de Tobintaks, de nauwe economische en budgettaire integratie – het zijn stuk voor stuk ingrijpende beslissingen waarvan stilaan duidelijk wordt dat ze Europa gevoelig sterker maken.

Maar zoals gezegd, het werk is niet af, is nooit af. De andere economische machtsblokken in de wereld evolueren razendsnel, en de Unie moet werk maken van een nieuwe quantumstap voorwaarts. Dat zal niet met 28 lukken. We moeten er meer dan ooit op mikken om met een kerngroep van een 10 à 15-tal landen de weg in te slaan naar veel hechtere Europese integratie.

Europa is onze enige kans om nog iets te betekenen op wereldvlak, en vooral om onze economische macht ook politiek en geostrategisch te vertalen. Als individuele lidstaten zijn we geografisch en financieel veel te zwak om een afdoend antwoord te kunnen bieden op grote bedreigingen en risico’s – die zich soms aan onze achterdeur afspelen. We hebben de keuze tussen een sterker Europa of de ondergang van het Avondland.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content