Ludo Bekkers

‘Een plein is een knooppunt’

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Ludo Bekkers laat zijn licht schijnen op het vernieuwde Operaplein in Antwerpen.

Er is de jongste tijd nogal wat te doen geweest na de gedeeltelijke afwerking en ingebruikneming van het vernieuwde Operaplein in het centrum van Antwerpen. Tijdens de zomermaanden is het nieuws schaarser en wellicht daardoor is er meer aandacht besteed aan deze lokale aangelegenheid. Maar toch, het probleem dat in een petitie vervat werd (meer groen !) is universeler dan dat van de Scheldestad. In alle steden, all over the world, zijn zoals Van Dale schrijft “open, onbebouwde ruimtes bij of tussen bouwwerken” en ieder van die steden heeft daar een andere visie op. In alle gevallen is het een feit dat zo’n open stadsgebieden een functie hebben die al dan niet noodzakelijk veel te maken heeft met de bewoners van die loci. Zij bepalen, bewust of onbewust, hoe zij zich die ruimte toeëigenen en dat gebeurt niet van de ene dag op de andere. Neem het middelgrote plein aan de voet van het Centre Pompidou in Parijs. Aanvankelijk was het een blinde vlek tegenover de immense technogevel maar stilaan is het een ontmoetingsplek geworden met bistro’s en kleine resto’s waar voor of na het museumbezoek nog kan bijgepraat worden. Die is spontaan ontstaan, gegroeid als appendix van het museum.

Het ene plein is het andere niet, met of zonder bomen

Meer dan zevenduizend ondertekenaars van de petitie willen meer zuurstof aan “een grijze betonnen massa”. Men meent daarbij bomen en, waarom niet, een fontein. Toen, in 2003 als gevolg van een internationale architectuurwedstrijd, de door de Spaanse ontwerper Manuel de Solà-Morales het nu gerealiseerde project werd gekozen was de behoefte aan groene stadsdelen nog niet zo acuut aan de orde als vandaag. Trouwens de De Keyserlei werd opnieuw beplant en wanneer straks de noord/zuid verbinding van de Leien zal voltooid zijn loopt er een groen lint dwars door de stad. Ook andere pleinen in de stad zijn “een grijze betonnen steenmassa” zoals de ondertekenaars van de petitie ze noemen. Neem het Theaterplein dat tijdens de week alleen een functie heeft als plein, een weidse ruimte die perspectief biedt en die doorkruist kan worden om sneller van a naar b te komen. Op zater- en zondag transformeert het zich tot een markt waar door vele Antwerpenaars toeristen en vanuit de randgemeenten naar uitgekeken wordt. Het is een hot spot die toeristisch geëxploiteerd wordt en terecht. Aansluitend is er aan de achterzijde van de Bourla schouwburg de Graanmarkt in de schaduw van enkele majestatische bomen, een bescheiden plein dat met enkele typische cafés een rustpunt vormt in de nabijheid van een derde plein, de Wapper dat dan weer aansluit bij de drukke Meir, winkelstraat bij uitstek. Waarmee wil gezegd zijn dat het ene plein het andere niet is, met of zonder bomen.

En om het groen zijn rol te laten spelen, mogen we hopen dat de contestanten geen betonnen bloembakken laten aanslepen om er miezerige boompjes in te laten verkommeren zoals bijvoorbeeld op de Anspachlaan in Brussel.

Terug naar het Operaplein. Laten we het eens bekijken als een transitzone die een verbinding maakt tussen een centrale laan en de toegang tot een stadsdeel dat wat in de verdrukking ligt omdat het geen of weinig winkels heeft en een doorgangsfunctie heeft gekregen. Het is uiteraard jammer dat de vroegere Vlaamse theatertempel werd afgebroken om er de architecturaal nietszeggende Tijsmanstoren neer te poten en dat waar nu de Antwerp Tower oprijst, op de hoek van de De Keyserlei, het vooroorlogse wat barokke hotel Weber niet werd heropgebouwd om, samen met de Opera één coherent geheel te vormen. Maar gedane fouten hebben geen keer en we kunnen het beter positief bekijken. Het Operaplein heeft nu, diagonaal, twee ankerpunten die het bijkomende referentiepunten geeft en een weidsheid die onverwachte mogelijkheden bieden. En om het groen zijn rol te laten spelen, mogen we hopen dat de contestanten geen betonnen bloembakken laten aanslepen om er miezerige boompjes in te laten verkommeren zoals bijvoorbeeld op de Anspachlaan in Brussel. Het zou letterlijk de dood in de pot betekenen. Laten we het belang van welk stadsplein dan ook niet onderschatten, het zijn de mazen in een stadsnet die de drukte door laten en visueel lucht scheppen.

Laten we het belang van welk stadsplein dan ook niet onderschatten, het zijn de mazen in een stadsnet die de drukte door laten en visueel lucht scheppen.

Dit plein verdient zijn kansen en men kan dromen dat, zoals in 1830, de opera “De Stomme van Portici” de Belgische revolutie ontketende misschien ooit zich er een massa verzameld die na de uitvoering van “L’Elisir d’Amore” van Donizetti met luide stem komt zingen “C’est l’amour” van Raymond van het Groenewoud om te getuigen van hun liefde voor Brabo, de kathedraal, het Stadhuis en de vele mooie kerken, Barok of Gotisch of modern. En uiteraard voor ’t Stad die van hen en van niemand anders is. Een droom op een stenen plein dat straks, met een schitterend zicht op de gerestaureerde Vlaamse Opera, een meerwaarde in het stadsweefsel moet betekenen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content