Joris Poschet (CD&V)

‘Een gezonde bevolking primeert op een gouden atleet’

Joris Poschet (CD&V) Vlaams parlementslid voor CD&V

‘Investeringen in recreatief sporten zorgen voor een grotere groep waaruit talent ontwikkeld kan worden en kan doorstromen naar de elitesport’, schrijft Joris Poschet (CD&V) na afloop van de Olympische Spelen.

De 28ste Olympische Zomerspelen werden voor ons land de meest succesvolle sinds 1948. De laatste keer dat België twee gouden, twee zilveren en twee bronzen medailles haalde, was op de Olympische Spelen van Atlanta uit 1996, maar toen scoorden we maar in drie sportdisciplines tegenover vijf dit jaar. En toch weerklinkt hier en daar kritiek. In vergelijking met Nederland is onze medailleoogst maar magertjes. Onze noorderburen klokten af op 8 goud, 7 zilver en 4 brons. Dat is een pak meer dan België, zelfs als we rekening houden met de grotere bevolking van Nederland. En wat te zeggen van de fenomenale prestatie van Groot-Brittannië? Team GB haalt een massa edelmetaal en plaatst Groot-Brittannië op de tweede plaats wereldwijd. Zijn wij zo slecht of zijn zij zo goed?

‘Een gezonde bevolking primeert op een gouden atleet’

In 1996 haalde België twee gouden medailles in Atlanta. Groot-Brittannië haalde er één (1): in het roeien. De schaamte werd de Britten te veel en toenmalig eerste minister John Mayor lanceerde een stevig investeringsprogramma voor topsport. Omdat hij wist dat sport en cultuur vaak het kneusje van budgetbesprekingen zijn, besliste hij loterijgelden toe te wijzen aan topsport. 5% van de Britse loterijopbrengsten zou vanaf dan naar sport gaan. Het budget steeg van 20 miljoen pond voor de Spelen in Atlanta tot 54 miljoen pond voor de Sydney-editie in 2000.

Tegen de Spelen in Londen beschikte UK Sport over een budget van 264 miljoen pond Dat was toen het equivalent van ca. 335 miljoen euro. Voor Rio groeide dit budget nog. De medailleoogst evolueerde in grote lijnen volgens hetzelfde patroon. Hoe talentvol onze topsporters ook mogen zijn, daar kan ons landje niet tegen opboksen. Ter info, aan Vlaamse zijde werd dit jaar 9,4 miljoen euro voor topsport uitgetrokken.

‘Vinden we het halen van pakweg vijf extra medailles een inspanning van miljoenen euro’s waard?’

Ook Nederland investeert een pak meer in topsport en ook hier is de nationale loterij de grote mecenas. De Nederlandse Lotto (een spelformule van de Nederlandse Loterij) besteedde 75% van de winst aan sport, zo’n 40 à 50 miljoen euro per jaar. Conclusie: goud kan je kopen. De vraag is: willen we dat ook? Vinden we het halen van pakweg vijf extra medailles een inspanning van miljoenen euro’s waard? Wat mij betreft is het antwoord eenvoudig: neen. We scoren namelijk helemaal niet slecht.

Toegegeven, ten opzichte van ‘outperformers’ Nederland of Groot-Brittannië slaan we een bleek figuur, maar we zitten volledig ‘on track’ als we ons vergelijken met andere landen zoals Duitsland, Frankrijk of Italië. Meer zelfs, als Frankrijk evenveel goud per kop wou halen als België hadden dat er 12 moeten zijn in plaats van de 10 medailles die in Rio werden behaald. In totaal haalden de Duitsers 42 medailles, de Belgen 6. Duitsland had er 45 moeten halen om per miljoen inwoners hetzelfde niveau als België te halen. Voor Italië gaat hetzelfde op. Schaamte is dus misplaatst.

Investeren in recreatief sporten

Moeten onze topsporters zich vanaf nu dan tevreden stellen met deelnemen en topresultaten aan de anderen overlaten? Uiteraard niet. Want laat ons maar eerlijk zijn, het doet deugd veel medailles te halen. Goud geeft ons een trots gevoel. Maar wat mij even trots zou maken, is een veel hogere sportparticipatie. Daarom pleiten we met CD&V ook voor een sterke investering in de breedtesport, zeg maar het recreatief sporten. Het uiteindelijke doel moet toch blijven om zoveel mogelijk mensen zo lang mogelijk te doen sporten. En dat op een gezonde en eerlijke manier. Een gezonde bevolking primeert op een gouden atleet. Zo mag Groot-Brittannië zichzelf dan al op borst slaan voor het behaald succes in Rio, in het land lijdt zo’n 70% van de bevolking aan overgewicht.

Investeringen in recreatief sporten zorgen trouwens voor een grotere groep waaruit talent ontwikkeld kan worden en kan doorstromen naar de elitesport. In Groot-Brittannië zorgt het snijden in de middelen voor breedtesport voor ongerustheid over zowel het welzijn van de Britten als de toekomstige medailleoogst.

Om het met de woorden van professor sport David Forrest (University of Liverpool) te zeggen: “Als de financiering aan de wortels wordt beknot, beïnvloedt dat uiteindelijk ook de boomtop.”

Laat ons daarom fier zijn op onze toppers en blijven investeren in hen én in de recreatieve sporters. Zo gaan we voor een gouden sportsamenleving.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content