‘Een gedachtenexperiment: wat als politici burgers écht ernstig nemen?’

Misschien is het geen slecht gedacht in deze tijden: een gedachtenexperiment om de democratie in ons land nieuw leven in te blazen, schrijft Dirk Holemans van Oikos.

Sluit uw ogen – figuurlijk dan toch – en stel u voor: een groot land, niet zo ver hier vandaan. Waar er ogenschijnlijk gekke dingen gebeuren. Voor een van de moeilijkste uitdagingen, waar de politiek steevast haar tanden op stuk bijt, roept de leider van het land 150 burgers bijeen. Mensen die elkaar van haar noch pluim kennen, van alle leeftijdsgroepen – zo zit er een 17-jarige samen met mensen zo oud als haar grootouders. Ze zijn afkomstig van de grootstad, de provinciestad en het verre plattelandsdorp. Ook qua opleiding en beroep is er precies geen lijn in te krijgen, van kort- tot langgeschoold, weinig tot veelverdieners. Maar schijn bedriegt. De heel consequente lijn in deze door loting aangeduide groep, is dat ze een weerspiegeling vormt van de samenleving.

Die groep moet nu uitstippelen hoe het land het beste een van de grootste uitdagingen van onze tijd, de klimaatcrisis, moet aanpakken. En dan om de lat nog hoger te leggen, moeten het voorstellen zijn die sociale rechtvaardigheid in al haar aspecten mee integreren. Zodat ook veel mensen die leven met weinig, erachter kunnen staan. En geen advies in ronkende volzinnen waar je alle kanten mee uit kan, wel heel concrete beleidsvoorstellen die ervoor zorgen dat de CO2-uitstoot met 40 procent daalt.

Beeld je dat in: daar zit dan de automecanicien samen met de studente en de al wat oudere arts, om het daarover te hebben. Dat daar maar geen cafépraat van komt.

Gelukkig worden ze niet aan hun lot overgelaten. Gelukkig wordt er gebruik gemaakt van een beproefde methodiek die al decennia is uitgetest en steunt op een principe dat we al kennen: de assisenjury. In onze rechtspraak vertrouwen we voor bijna alle oordelen over wetsovertredingen, van kleine tot grote, op professionele rechters. Maar als het gaat over de ergste misdaden, vinden we het meer legitiem dat de oordeelsvorming gebeurt door een jury van burgers.

En dus net als in de rechtbank zijn die 150 mensen niet gewoon aan een gezellige bar bij elkaar gezet. In het experiment komen ze zeven weekends samen, om de drie weken.

Zou het kunnen dat burgers zich zo willen engageren voor hun land? Zou jij willen meedoen? Ecologisch patriottisme zou je dan je inzet kunnen noemen.

Eerst is er een verkenningsfase, stel je voor dat je daar twee weekends voor krijgt. Om elkaar te leren kennen, de grote uitdagingen te leren kennen, maar ook door facilitators tips te krijgen hoe je in groep luistert en spreekt.

Dan komt de fase om het terrein echt te leren kennen: je luistert verdeeld over thematische werkgroepen naar experten en belanghebbenden vanuit verschillende hoeken, over de ernst van de problematieken, maar ook mogelijke oplossingsrichtingen en transitiepaden. En je stelt zoveel kritische vragen als je wil.

Dan is het tijd om te brainstormen in die thematische groepen over mogelijke beleidsvoorstellen, om ideeën te toetsen die uit andere groepen komen, feedback te vragen van experten en belanghebbenden. Want is dat ene voorstel van jouw groep wel zo effectief? En wat zijn er de ongewenste effecten van?

Daarna is het tijd voor besluitvorming: je zit terug met alle deelnemers samen om de voorstellen opgesteld door de thematische werkgroepen te valideren. Hop, dan rest er nog slechts een laatste weekend om alles te herlezen, nog wat zaken aan te passen om dan het rapport te presenteren aan pers en de regering.

Is dat geen gek gedachtenexperiment? Dat burgers in zeven weekends een gedragen en gedegen rapport met meer dan 100 concrete beleidsvoorstellingen klaarstomen? En het wordt nog straffer: ze hebben gewerkt in opdracht van de leider van het land. Waarbij op voorhand is vastgelegd dat de voorstellen stuk voor stuk ernstig worden genomen: ofwel door regering overgenomen, ofwel ter stemming voorgelegd in het parlement, ofwel aan het volk in een referendum.

Het mooie aan dit gedachtenexperiment? Dat het echt heeft plaatsgevonden. In Frankrijk, van oktober 2019 tot juni jongstleden. Misschien las u al de belangrijkste voorstellen in de pers. In hun 600 pagina’s dikke rapport staan ze opgelijst: iedereen moet bijvoorbeeld de kans krijgen zijn huis duurzaam te renoveren, korte binnenlandse vluchten worden verboden terwijl de treintickets goedkoper worden. En nog vele andere doordachte voorstellen, zoals het verhogen van de levensduur van toestellen die bovendien verplicht herstelbaar moeten zijn.

Wat nog interessanter is: je kan al de weekends herbeleven op de website van de Convention citoyenne sur le climat. Daar kan je zien hoe 150 Fransen van alle slag bewijzen dat burgers zich echt willen inzetten voor hun land. Die diversiteit was alleszins een voordeel. Doordat de groep een doorsnede is van de bevolking, zorgt het ervoor dat alle thema’s die aan bod komen, bekeken worden vanuit een diversiteit aan levensstijlen, realiteiten, behoeften en wensen voor de toekomst.

Natuurlijk moet de echte proef op de som nog komen: worden al de 149 voorstellen echt zo ernstig behandeld als beloofd? Dreigt het normale spel van belangengroepen en lobbyisten ook hier niet roet in het eten te strooien? En we moeten zo’n burgerconventie over het klimaat ook niet omhoog prijzen als de deux ex machina, die alles gaat oplossen.

Ze is geen vervanging van ons democratisch systeem, deze vorm van deliberatieve democratie is een noodzakelijke aanvulling van onze huidige parlementaire democratie. Ze kan deze laatste bij de les houden, de kritische link leggen tussen de dorpsstraat en de Wetstraat.

In die zin zijn het ook voorstellen die een stuk verder gaan dan de voorstellen die de Vlaamse regering recent afkondigde. Het afschaffen van de opkomstplicht, het schrappen van het belang van de lijststem, … het biedt de burger geen enkele extra kans om zijn of haar kwaliteiten en ervaringen, vermogen tot inlevings- en oordeelsvermogen te tonen en te toetsen.

Dat is het grote verschil tussen een klassiek liberale visie op democratie die alle heil verwacht van procedures – alsof we zonder lijststem ineens meer visie gaan krijgen in de politiek – en een rijkere visie vanuit de politieke ecologie, die veel plaats wil geven aan vormen van deliberatieve democratie. Deze steunt op wat de fillosofe Hannah Arendt omschrijft als de inter-esse, de common ground die ontstaat als burgers inhoudelijk in gesprek gaan met elkaar.

Het creëren van die gemeenschappelijke grond – bijvoorbeeld over het groen in je wijk, het sociaal beleid van je gemeente of de mobiliteit van je land – biedt kansen op nieuwe vormen van gemeenschapsvorming in tijden van toenemende diversiteit. Samen de toekomst uittekenen en zorg dragen voor de plek die je deelt, geeft zicht nop nieuwe vormen van lotsverbondenheid en solidariteit.

Daarom deze suggestie aan de Vlaamse regering. Zou het echte gedachtenexperiment, de reële democratische vernieuwing, er niet in bestaan om een dergelijke burgerconventie te organiseren? Die zou de grootsheid van Vlaanderen tonen. Die trotse regio waar de minister-president op 11 juli met de foute mensen stond te pronken op een groen veld, maar zonder schroom het zoveelste zomerreces inging zonder een enkel ecologisch beleidsplan.

Waar blijven ze: het volwaardige klimaatplan, duurzame mobiliteitsplan of de integrale energievisie? En dan vergeet ik nog decretale verplichting tot een goede ruimtelijke ordening, die door het uitblijven van een betonstop elke dag dode letter blijft. Want die meer dan zes hectare open ruimte die vandaag alweer voor de bijl gaat, is jammer genoeg geen gedachtenexperiment.

Juist daarom is het versterken en verdiepen van de democratie, op een wijze die ruimte creëert voor de ideeën en goesting van burgers, geen luxe of bijkomstigheid. Ze wordt elke dag noodzakelijker naarmate ook de sociale en ecologische problemen acuter worden. Het goede nieuws is dat we er morgen mee kunnen starten. De draaiboeken zijn beschikbaar, de goede voorbeelden uit het buitenland tonen hoe en dat het kan.

Deze tekst is geïnspireerd op de ideeën uit de nieuwe OIkos-publicatie ‘Het Ecologisch Kompas’ die in september verschijnt bij EPO.

Partner Content