Lies Corneillie (Groen)

‘Een betaalbare woning kopen of huren lijkt nu nog te vaak op met de lotto spelen’

Lies Corneillie (Groen) Schepen van Wonen in Leuven

‘Met haar woonbeleid doet de overheid hardnekkig het omgekeerde van wat nodig is: namelijk financiële steun geven aan wie die het minst nodig heeft’, schrijft Lies Corneille (Groen).

Alweer een onderzoek over wonen in Vlaanderen, dit keer is het een enquête in opdracht van de VRT. Die toont aan dat huurders gemiddeld 47% van hun inkomen aan wonen besteden. Bij eigenaars is dat slechts 36%. Alleenstaanden betalen gemiddeld 43% van hun inkomen tegenover 36% bij samenwonenden. Hoe lager het opleidingsniveau, hoe groter het budget dat maandelijks naar wonen gaat. 29% van de eigenaars kreeg ook financiële steun van ouders of familie voor gemiddeld 22 procent van de aankoopsom.

Schrijnend is het dat we jaar na jaar en onderzoek na onderzoek dezelfde trends bevestigd zien. Meer dan de helft van de huurders betaalt meer dan 1/3 van het inkomen aan een woning met vaak een te lage kwaliteit. Je moet geen rijke fantasie hebben om te beseffen dat enerzijds voor grote groep mensen in armoede betaalbaar én kwalitatief wonen nu al een utopie is. Anderzijds loopt een grote groep huurders een verhoogd armoederisico omdat ze maandelijks te veel van hun budget moeten besteden aan hun woning.

‘Vandaag zien we de perverse effecten van het baksteen-in-de-maag-beleid van de vorige eeuw’

Uit dit soort onderzoek zou je kunnen concluderen: wie een woning bezit, komt er het best van af. Huren is immers ‘weggesmeten geld’ volgens de Vlaamse volkswijsheid. En dus is het beste wat de overheid kan doen: zorgen dat zoveel mogelijk Vlamingen een woning kunnen verwerven door een fiscale impuls te geven. Die eigen woning biedt bovendien ook een zekerheid voor later. Wie geen woning bezit, zal later bij de pensionering ook nog huur moeten betalen, terwijl de lening van de eigenaar al lang is afbetaald. Het baksteen-in-de-maag-beleid, een aloud CVP-recept uit de vorige eeuw, fout en pervers. Met dat beleid konden inderdaad een pak Vlaming eigenaar worden. Bijgevolg raakte Vlaanderen verkaveld. Vandaag werkt deze strategie minder dan ooit.

Voor mij is het logica zelve dat overheidsinvesteringen gaan naar wie ze het meest nodig heeft. Dat zijn in dit geval de mensen met de laagste inkomens, de alleenstaande ouders, de huurders, enzovoort. Daarnaast is het ook de bedoeling om middelen zo duurzaam mogelijk te besteden, met een gunstig lange termijn effect, vooral zo weinig mogelijk ongewenste neveneffecten.

Met die maatstaf kan je niet anders dan het woonbeleid een dikke buis geven. 80% van de middelen van dat beleid gaan immers naar de overheidsuitgaven die eigendom van een woning ondersteunen, de fameuze woonbonus is dat. Die woonbonus, dat is intussen overtuigend aangetoond, drijft de prijzen van de huizen op en maakt wonen dus net onbetaalbaar. Wie geld pompt in de vraagzijde van de onelastische woonmarkt, in een regio waar grond bovendien schaars en duur is, oogst prijsstijgingen. Bovendien bouwt het systeem zo mee aan een kloof tussen rijk en arm, over generaties heen. Het geeft een fiscaal duwtje in de rug van wie het eigenlijk het minst nodig heeft. Omgekeerde herverdeling dus, de wereld op zijn kop. Intussen heeft het beleid voor wie echt sukkelt op de woningmarkt, amper een paar percent overheidsmiddelen veil.

‘Een huis bezitten is geen mensenrecht. Betaalbaar en kwalitatief wonen is dat wel.’

Een huis bezitten is geen mensenrecht. Betaalbaar en kwalitatief wonen is dat wel. Die garantie is er vandaag te weinig, het beleid werkt zelfs het tegendeel in de hand. Niet enkel de Vlaamse regering legt de verkeerde klemtoon, ook lokale overheden zijn in hetzelfde bedje ziek. Zelfs Jong CD&V pleitte onlangs voor een premie te geven aan jonge gezinnen die een woning kopen, wat een simplistische en conservatieve reflex is.

Het is dus hoog tijd voor een switch in woonbeleid, waarbij de huurmarkt wordt versterkt en de middelen zo worden aangewend dat goed en betaalbaar wonen voor iedereen wordt gerealiseerd, en niet enkel voor de have’s van deze wereld. Veel oplossingen zijn mogelijk:.

‘Wie te weinig verdient om zelf een woning te huren of kopen op de private markt, verdient overheidssteun.’

Help iedereen die op basis van de regels in aanmerking komt voor een sociale woning. Wie te weinig verdient om zelf een woning te huren of kopen op de private markt, verdient overheidssteun. Die lijkt nu meer op een lotto. Sommigen uit die groep kunnen in een sociale woning terecht. Maar lang niet iedereen. Minstens 120.000 gezinnen moeten toch op de private markt huren maar hebben geen geld om de duurdere huurprijs op te hoesten. Eigenlijk verschuift de overheid zo het probleem doodleuk naar de verhuurders. Die zijn daar ook niet blij mee. Daarom wil ik dat de sociale huurders die zich op de private huurmarkt bevinden, in afwachting van een vrije sociale woning, ook ondersteund worden met een huursubsidie.

Zorg voor een eigendomsneutrale woonfiscaliteit die niet alleen eigendom maar ook huur en verhuur ondersteunt, te beginnen met een sterke huurmarkt. De noden van de huurmarkt zijn groot: er is nood aan renovatie, aanwas van het aanbod aan bescheiden huurpanden in steden, ondersteuning van de verhuurders en dergelijke meer. Mogelijkheden genoeg dus.

Pak ook discriminatie op de huurmarkt aan met praktijktests en mogelijkheden om veelplegers te bestraffen. Ook daar is nog lange weg te gaan, en ontbreekt daadkrachtig beleid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content