Jonas Boel

‘Een beetje context bij Benito Raman: wij zijn allemaal (h)omo’s’

Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

“Door meer supporter dan profvoetballer te zijn heeft Raman een bal aan het rollen gebracht die veel dieper snijdt dan éénder welke dieptepas, veel verder reikt dan al dan niet homoseksuelen en/of landbouwers schofferen”, schrijft Jonas Boel. “Verdeel en heers. Het staat op zijn onderarm, en het is een sluipend gif in ons land, ook in mijn geliefde stad.”

Divide et impera. Verdeel en heers. De Latijnse spreuk prijkt, in Gotische letters dan nog, op de onderarm van Benito Raman, nummer 26 bij KAA Gent. Geen letter over gelezen de voorbije week, nochtans is de leuze duidelijk te zien op één van de veelgebruikte foto’s in de vele artikels over de zoveelste uitschuiver van de veelbesproken Raman.

Benito is een Buffalo, de enige ‘echte’ Gentenaar in de kern van la Gantoise. De rivaliteit tussen zijn ploeg en FC Brugge heeft hij dus met de paplepel binnen gekregen. Dat spelers supporter zijn van hun ploeg spreekt voor zich, maar wanneer spelers op het veld te veel supporter worden loopt het mis. “Alle boeren zijn homo’s!”. Flater van jewelste! Benito had beter moeten weten. Want hij had zich van stadion vergist. En het is ‘omo’s’, zonder -h, niet ‘homo’s’. Benito toch! Gij omo!

Al wie Raman van homofobie verdenkt is niet van Gent. Een woordje uitleg: omo’s is geen scheldwoord in mijn thuisstad. Ik heb het vaak geroepen, en kreeg het even vaak naar mijn hoofd geslingerd. Onder vrienden. Waar precies de oorsprong ligt van ‘omo!’, daarover lopen meningen uiteen. Het gebruik zou zijn oorsprong in het Gentse skatersmilieu hebben, en zich via café The Cover – toen nog in de Sint-Pietersnieuwstraat, tegenover De Ploeg – wijder verspreid hebben.

Je kon als jong, Gents groepje niet op een podium kruipen of er stonden altijd wel een paar maats klaar om grijnzend ‘omo!’ te roepen. Vraag maar aan Soulwax. Of je wandelde rustig door het centrum en er weerklonk plots ‘omo!’ uit voorbij snellende auto. De opgestoken hand waarmee je als belaagde reageerde maakte de verwarring van toevallige passanten alleen maar groter. Arriveren op een terrasje waar al een delegatie maats aan het inpilsen is: ‘hey, omo’s’.

Omo is geen scheldwoord, hoogstens amicale pesterij, een soort geuzennaam, iets om je vrienden bij de les te houden. Een domme opmerking? ‘Maar gij omo, gij!’. Maar ook: gevat of onhandig uit de hoek komen. ‘Gij omo!’. Even goede vrienden. En wie zich toch geschoffeerd voelt moet de oorzaak maar bij zichzelf zoeken. We zijn tenslotte allemaal (h)omo’s. Context is alles, zo niet veel.

‘Alle boeren zijn omo’s!’, het rolt van het bezoekersvak wanneer FC Brugge thuis scoort, op de tonen van Seven Nation Army van The White Stripes, het lied waarmee ze in het Jan Breydelstadion een doelpunt vieren.

Toegegeven, niet mijn favoriete Buffaloleuze, want ook op het repertoire van de Anderlechtsupporters. Liever Het Vliegerke van Walter De Buck, of “C’est Buffalo!”, of Mia van Gorki, wat in de Ghelamco-arena gezongen wordt tijdens minuut 52, de leeftijd waarop Luc De Vos kwam te overlijden. Of “Come on, Blue White, come on, Bleu White!”.

Kom naar een thuismatch kijken en je zal “alle boeren zijn omo’s!” nooit horen, ook niet tijdens matchen tegen onze aartsrivaal. “Boeren!”, ja. Of “Hij is op zoek naar ne patat!”, op de verbasterde tonen van When The Saints Go Marching, wanneer een speler van FC Brugge te lang tegen de grasmat blijft liggen. En op hetzelfde ritme, de klassieker, “Uw dikke ma zit aan de Zuid”.

“Jouw moeder prostitueert zich in de omgeving van het Woordrow Wilsonplein”, in politiek correcte standaardtaal.

Het zijn geen heiligen, hoor, onze harde kern, maar ze hebben wel humor. Zoals die keer tegen Genk, nog in het Jules Ottenstadion, toen telkens Christian Benteke aan de bal kwam het hele vak met autosleutels begon te rammelen. Benteke was net verwikkeld in een gerechtelijk onderzoek naar carjacking. Ten onrechte, zo bleek. Maar het was wel grappig, al die rinkelende sleutels. In het voetbal moet je tegen een stootje kunnen.

De volgende match tegen FC Brugge zal Benito Raman er niet bij zijn. Mocht dat wel het geval zijn, mag hij zich bij elke baltoets aan een fluitconcert verwachten. Eigen schuld. Zo zitten de voetbalwetten in elkaar. En natuurlijk kan het bestuur niet anders dan kordaat reageren op Benito’s uitschuiver. Maar laten we een beetje ernstig blijven. Een beetje context aub.

Want door meer supporter dan profvoetballer te zijn heeft Raman een bal aan het rollen gebracht die veel dieper snijdt dan éénder welke dieptepas, veel verder reikt dan al dan niet homoseksuelen en/of landbouwers schofferen. Verdeel en heers. Het staat op zijn onderarm, en het is een sluipend gif in ons land, ook in mijn geliefde stad.

Zelfstandigen en ondernemers tegen de vakbond. Autobestuurders tegen fietsers tegen autobestuurders. Liberalen tegen de sossen. Vlamingen tegen vluchtelingen. Brusselaars tegen Vlamingen, Franstaligen tegen Nederlandstaligen tegen Franstaligen, ja tegen neen, neen tegen ja, de groten tegen de kleintjes, de kleintjes tegen de groten, betweters tegen betweters – in vergelijking daarmee is Koninklijke Atletiek Federatie Gent tegen Football Club Brugge klein bier.

Wat laten we ons gemakkelijk verdelen, ten voordele van zij met honger naar heersen. Nuance? Context? Wanneer elke mug een potentiele olifant baart zijn het de eerste slachtoffers. Rangen sluiten is er niet meer bij, zelfs niet in tijden van nood of rouw. Franse driekleur op je internetprofiel? Niet zonder op de vingers getikt te worden door sommige ‘vrienden’! We leven in tijden van schandpaalpolitiek aan 5000 bytes per seconde, wanneer voetnoten en kanttekeningen de essentie verdringen.

Laten we nu eens overeen komen dat we niet allemaal overeen komen, en dat we allemaal homo’s zijn – met een -h, Oud-Grieks voor ‘gelijk’, Latijn voor ‘mens’ – die allemaal dezelfde lucht inademen, en liefst schone lucht, als het enigszins kan.

Ook Benito Raman. 21 jaar en blauwwitte paria. Het zou zijn ploegmakkers sieren om de rangen te sluiten en Benito in bescherming te nemen. Tegen zichzelf, ja. Ze stonden er maar flauwtjes bij, toen hij en pakweg niet kapitein Kums de microfoon greep. Bleek in het schuldig verzuim. Misschien moet er voltallige la Gantoise die komende thuismatchen tegen FC Brugge maar in regenboogtenue spelen, en niet alleen Benito, zoals Wel Jong, Niet Hetero voorstelt. En misschien moet de harde kern een groot spandoek in de tribune hangen: ‘Welkom aan de landbouwondernemers uit West-Vlaanderen’. Er is al zo weinig om je vrolijk in te maken, tegenwoordig.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content