Duik in de cijfers: deze vier conclusies uit het onderzoek naar kiezersvertrouwen zijn aan uw aandacht ontsnapt

Theo Francken (N-VA) met Charles Michel en Didier Reynders (beiden MR) op 11 juli 2019. © Isopix

Onderzoek van verschillende Belgische universiteiten toont aan dat het vertrouwen in de politiek verder is gezakt. Vlaams Belang wist de ontevreden kiezer het best aan zich te binden in Vlaanderen, PTB deed dat in Wallonië. Knack vond nog enkele opvallende conclusies.

1. N-VA is grootste onder kiezers met groot politiek vertrouwen

Van alle kiezers met een zwak vertrouwen in de politiek, koos maar liefst 37,4 procent voor het Vlaams Belang op 26 mei. De partij van Tom Van Grieken weet dus als geen ander het wantrouwen te capteren. N-VA volgt op de tweede plaats met 16,9 procent.

Lees hier de voornaamste conclusies: Vertrouwen in politiek gedaald op tien jaar tijd

Maar de formatie rond Bart De Wever wist tegelijkertijd wel het grootste aandeel van kiezers met veel vertrouwen in de politiek voor zich te winnen. Van alle ‘politieke optimisten’ trok N-VA exact een derde (33,3 procent) aan. Helemaal onlogisch is dat niet: N-VA is en blijft de grootste partij van Vlaanderen en geniet dus steun bij meerdere types kiezersprofielen.

Toch is het cijfer opvallend in het licht van de recente geschiedenis. In 2014 was slechts een vierde van alle ‘optimisten’ N-VA-kiezer. In 2009 bedroeg dat aandeel amper 15 procent.

2. Kiezers PVDA tonen meer belangstelling voor politiek dan die van het Vlaams Belang

Vlaams Belang en PVDA bevinden zich aan de uiteinden van het politieke spectrum. De partijen winnen dan ook veel ontevreden kiezers voor zich. ‘We zien dat over het algemeen de kiezers van PVDA en VB verschillen van die van de andere partijen’, schrijven de onderzoekers van de KU Leuven, de VUB en de ULB.

Toch is er een opvallend verschil tussen de PVDA-kiezer en die van het Vlaams Belang. Met een score van 5,6 op 10 koestert die laatste het minste belangstelling in politiek. De PVDA-kiezer toont dan weer een stuk meer interesse: 6,4. Daarmee doet die het zelfs beter dan de kiezers van CD&V, Open VLD, SP.A of Groen.

De politieke belangstelling van de Open VLD-kiezer (5,7) is trouwens bijna even gering als die van de Vlaams Belang-kiezer. N-VA scoort het hoogst: 6,5.

Patrick Dewael (Open VLD) en John Crombez (SP.A) op 27 juni 2019.
Patrick Dewael (Open VLD) en John Crombez (SP.A) op 27 juni 2019.© Belga

3. SP.A-kiezers amper geneigd om deel van inkomen af te staan voor het milieu

De onderzoekers bevroegen de respondenten ook naar hun positie op concretere beleidskwesties. Een van de vragen had betrekking op een scherp debat dat woedde naar aanleiding van de klimaatmarsen. Die ging als volgt: ‘Bent u geneigd om een deel van het inkomen af te staan om het milieu te verbeteren?’

Uit de antwoorden blijkt dat de Vlaams Belang-kiezer het minst staat te springen. Met een score van 2,7 op 10 bengelt die onderaan. Weinig verrassend staat Groen aan het andere uiteinde, met een score van 6,4.

Na Vlaams Belang en N-VA volgt de SP.A-kiezer met een score van 3,8 als de op twee na minst welwillige. De PVDA- (4), CD&V- (4,4), en Open VLD-kiezers (4,5) zijn dus iets meer geneigd om een financieel steentje bij te dragen voor het milieu.

Meyrem Almaci (Groen) legt de eed af in het Vlaams Parlement op 18 juni 2019.
Meyrem Almaci (Groen) legt de eed af in het Vlaams Parlement op 18 juni 2019.© Belga

4. Vlaanderen (iets) meer gepolariseerd dan Wallonië

‘Over het algemeen is het politieke spectrum in Vlaanderen gepolariseerd tussen een linkerzijde die bestaat uit kiezers van PVDA, Groen, en SP.A, en een rechterzijde die bestaat uit kiezers van VB en N-VA’, besluiten de onderzoekers.

Zo is de links-rechtsschaal waarop kiezers zichzelf positioneren inderdaad ruimer in Vlaanderen. Hier gaat de vork van 3,3 (PVDA) tot 7 (Vlaams Belang en N-VA) op een schaal van 10. In Wallonië is die beperkter: van 3,7 (PTB) tot 6,7 (MR).

‘De verdeeldheid zien we het duidelijkst bij de waarden die relateren aan migratie en aan milieu’, zeggen de onderzoekers nog. Daarbij wordt onder meer verwezen naar de vraag of ‘niet-westerse immigranten zich moeten aanpassen aan de Europese cultuur’. In Vlaanderen gaat de respons van 6 (PVDA) tot 7,9 (N-VA). In Wallonië is die spreiding opnieuw minder groot: van 6,5 (PTB en CDH) tot 7,7 (MR).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content