Vlinks

‘Door vluchtelingen te integreren kunnen we een sterke en gezonde samenleving opbouwen’

Vlinks Vlinks streeft naar een sociaal, rechtvaardig en inclusief Vlaanderen met maximale autonomie.

Madina Hamidi, een Afghaanse die als kind naar België vluchtte, roept op om begrip te tonen voor vluchtelingen. ‘Migratie eist ongelooflijke moed, onvoorstelbare weerbaarheid en ongeziene kracht.’

Door de negatieve beelden van vluchtelingen in de media en door recente gebeurtenissen is er bij sommige mensen over vluchtelingen en/of moslims bijna een allergische reactie ontstaan. De actualiteit wordt dan ook vaak gedomineerd door het nieuws dat ons allemaal dagelijks bezighoudt maar niet altijd raakt. Sommige meningen zijn gemeengoed en kan iedereen met zijn of haar gezond verstand beoordelen. Maar er zijn ook vooroordelen waarvan men op basis van vooringenomenheid zichzelf de toestemming geeft om zijn of haar mening te delen. Sommige zijn niet zo onschuldig, want ze kunnen daarmee zelfs de politieke voorkeur van een groot publiek bepalen. Ook politici doen hieraan mee.

Er zijn veel politici, vooral vrouwelijke, naar wie ik heel erg opkijk. Ze vormen mijn inspiratie en ik zie ze als rolmodel voor women empowerment. Helaas zorgen juist diezelfde mensen ook voor veel treurnis bij me. Het is bedroevend hoe sommigen hun machtige positie misbruiken om meer op een zwart-witte manier -soms subtiel- haat, verdeling en desinformatie te zaaien in plaats van verbondenheid te creëren. De verleiding bestaat erin dat men gewoonweg beter of gemakkelijker scoort als men vreemdelingen of moslims schreeuwerig de schuld van alles kan geven. Er wordt amper stilgestaan bij het feit dat deze taal onze perceptie kan beïnvloeden en soms met vernietigende gevolgen van dien. Er wordt dagelijks geklaagd over problemen in de samenleving, maar sommige gezaghebbende politici verschuilen ze zich liever gemakzuchtig continu achter een verwijzende of verwijtende vinger. Hiermee wordt geen enkel probleem opgelost, er worden alleen maar gevaren gecreëerd waarbij ontmenselijking en ongelijkheid de norm wordt. Het gevolg hiervan zien we in de manier hoe de tweedeling in onze samenleving blijft maar toenemen.

They say follow your heart.

But if my heart is in a million pieces,

which piece do I follow?

Over integratie wordt dikwijls langs alle kanten geroepen over het oh zo gastvrije Vlaanderen waar mensen alle kansen kunnen grijpen door er alleen maar hard voor te werken. Er zijn ook politici die eigen persoonlijke ervaringen graag oppervlakkig veralgemenen waardoor ze mensen verblinden voor de verborgen ingrediënten van hun succes. Het eigen succesverhaal generaliseren bewijst naar mijn mening enkel egocentrisme en ignorantie. Heel vaak blijft de waarheid verscholen achter mooi geïllusioneerde verhalen van de selfmade (wo)man.

Hun stelling choqueert me, want we hoeven niet allemaal wetenschappers te zijn om in te zien dat mensen op basis van afkomst, inkomen, status, opleiding of uiterlijk nu eenmaal verschillende voorrechten krijgen. Het gaat niet altijd alleen maar om een andere huidskleur maar over veel meer, waarbij context en relevantie erg belangrijk zijn. Het ontkennen van deze feiten leidt ons alleen maar tot meer dwaling.

Door vluchtelingen te integreren kunnen we een sterke en gezonde samenleving opbouwen.

En als er over privileges gesproken wordt, dan hebben mensen soms de neiging om het enkel te beperken tot de materiële soort ervan. Maar zijn beschikken over keuzevrijheid, stabiele mentale gezondheid, ondersteunende vrienden, liefdevolle ouders, intelligentie of opgroeien in een niet-disfunctioneel gezin, ook niet allemaal privileges? Wanneer dan bepaalde politici ons met heel veel trots willen overtuigen dat ze slechts met hun ambitie, onafhankelijkheid of ijverigheid hun triomf hebben kunnen realiseren, dan verliezen ze toch snel hun geloofwaardigheid en oprechtheid.

Selfmade is een illusie want bij alles wat we doen komen we ontegensprekelijk in verschillende systemen terecht. Elk individu is een onderdeel van verschillende systemen. En in systemen zijn we altijd afhankelijk van menselijke samenwerking. Maar die wijze is zodanig onvoorstelbaar ruim dat we het soms nauwelijks merken. De Amerikaanse econoom Leonard Read illustreert in zijn essay ‘I, Pencil‘ uit 1958 op een fantastische manier hoe we allemaal van elkaar afhankelijk zijn. Ons leven is dus niet zo lineair als we onszelf doen geloven, het is eerder een groot vlechtwerk. Als een goede practica, stel jezelf eens de diepgaande vraag hoeveel dingen in je leven had je helemaal alleen op je eentje kunnen verwezenlijken?

Ik ben zelf een ex-vluchtelinge afkomstig uit Afghanistan. Als jong kind ben ik geconfronteerd geweest met de meest onbeschrijflijke gruweldaden die er maar kunnen bestaan. Wij zijn het land ontvlucht om aan de barbaarse praktijken van het Taliban-regime te ontsnappen. Toen mijn vader, een progressieve man die opkwam voor vrouwenrechten en recht op onderwijs, vermoord werd door de Taliban was mijn moeder genoodzaakt te vluchten om haar minderjarige kinderen te beschermen. Het heeft ons vier lange jaren in erbarmelijke omstandigheden gekost om tot in België te geraken. Het geluk dat we op dat moment bij aankomst ervaarden was onmetelijk. Nieuwe mogelijkheden om mijn lot te verbeteren, dankbaarheid en sterk verlangen was van het begin vurig aanwezig.

Maar al gauw merkte ik dat mijn ambities en hardwerkende persoonlijkheid niet voldoende waren om mijn dromen feilloos te kunnen waarmaken. Het eerste systeem, buiten mijn gezin, waarmee ik als een minderjarig kind in aanraking was gekomen; was de school. Het onderwijs, de allerbelangrijkste motor van de persoonlijke ontwikkeling en socialisatieproces van kinderen, bleek toch niet zo vrij van vooroordelen te zijn. Het bleef niet onopgemerkt hoe dit systeem subtiel toch in het voordeel werkte voor kinderen die al enige voorrechten hadden. Zo kreeg ik, zonder enige overweging, onmiddellijk een laag schooladvies om direct naar het BSO door te stromen omdat men er automatisch van uit ging dat ik als vluchtelingkind moeilijkere theoretische studies niet zou aankunnen. En dit ondanks het feit dat ik de Nederlandse taal in zes maanden tijd eigen had gemaakt. Er werd dus meer naar mijn achtergrond gekeken dan naar mijn persoonlijke individuele identiteit.

Mijn goedgelovigheid volgde gehoorzaam het advies. Ik realiseer me nu erg goed dat ik slechts met mijn onlesbare dorst en onbevredigde honger naar meer kennis niet ver zou geraken als mijn leerkrachten mijn talenten niet tijdig hadden (h)erkend en naar waarde geschat.

Bovendien was ik wel bevrijd van de tirannie van de Taliban maar helaas nog niet ontsnapt uit de klauwen van mijn trauma’s. Al snel was ik terechtgekomen in een ander systeem, namelijk een gezondheidszorgsysteem. Aangezien er impliciete vooroordelen en denkfouten plaatsvinden én er weinig culturele expertise en traumakennis voorhanden was om invulling te geven aan diagnostiek en behandeling van mijn problematiek, bestond er snel een geneigdheid om een verklaring voor mijn gedrag te zoeken in het persoonlijkheids- en morele-, of culturele gebreken. Zo kreeg ik dan, net zoals veel allochtone cliënten, onterecht denigrerende etiketten als ‘manipulatief’ ‘aandachtzoekend’ ‘veeleisend’ ‘leugenachtig’ ‘profiteur’ enz.

Daardoor leidde de reguliere hulpverlening bij mij echter tot meer kommer en kwel met nog meer traumatische gevolgen. De weg naar geluk zou echter een lange labyrintachtige weg worden, zo zou later blijken. Zeer dikwijls stel ik me de vraag: hoeveel kostbare jaren zou ik kunnen winnen als ik ook in dit systeem de juiste mensen tijdig was tegengekomen?

Vandaag ben ik erg trots op waar ik sta. Ik ben dankbaar en enthousiast over de toekomst en de bijdragen die ik wil leveren aan onze samenleving. Maar ik vergeet nooit van waar ik kom en zal niet aarzelen om de privileges hardop te benoemen die een weg hebben gebaand voor mij. Mijn allereerste voorrecht was het hebben van een liefhebbende wijze vader. Zijn advies was altijd ‘als je ooit vast komt te staan in het leven, zoek dan antwoorden in educatie. Je zal beslist oplossingen vinden’.

Mijn verhaal is slechts één uit de duizend. Bij vele vluchtelingen zorgt het opbouwen van een nieuw leven in een ongekende wereld voor moedeloosheid en wanhoop. Na aankomst in veilige oorden worden ze overweldigd door gemengde gevoelens. Enerzijds zijn ze dolblij dat ze het overleefd hebben en tegelijkertijd verdrinken ze in verdriet omdat hun leven weer helemaal onderaan moet beginnen. De meesten zijn erg dankbaar en hebben een sterk verlangen naar verandering. Maar naast veel regels tussen hen en hun ambities, is er vaak een akelige monster genaamd trauma die ze geboeid ‘gevangen’ houdt achter onzichtbare tralies. Daardoor houden ze zich krampachtig vast aan overlevingsmechanismen die moeten voorkomen dat vroegere gebeurtenissen hen niet opnieuw zouden overkomen. Het is ook niet evident om altijd de juiste woorden te vinden om de huiveringwekkende dingen die ze gezien hebben, zorgvuldig na te vertellen.

En sommige wreedheden zijn nu eenmaal onmogelijk in mensentaal te benoemen. De letterlijke betekenis van het woord onbeschrijfelijk is hier toepasselijk. Welk woordenboek kan men raadplegen om de gruwelbeelden die op de netvlies blijven hangen te vertalen in een begrijpelijke taal? Doe daar nog angst voor afwijzing, veroordeling en stigmatisering bij en dan is integratie een onbegonnen strijd die precies nooit een einde zal kennen. Het menselijk perspectief op zichzelf verandert door de omgeving, door de manier hoe er naar je gekeken wordt. We kunnen stellen dat we als maatschappij zelf verantwoordelijk zijn voor in welke spiegel vluchtelingen naar zichzelf kijken. We moeten beseffen dat alles wat we doen en zeggen niet zo onschuldig is want deze leiden tot complexe problemen op diverse levensdomeinen en vormen belemmeringen op het gebied van onderwijs, arbeid en maatschappelijke invloed. Op die manier komen ze in een isolement terecht waardoor er steeds een achterstand zal groeien ten opzichte van anderen.

Uit vele onderzoeken weten we dat ‘erbij horen’ een van de meest essentiële menselijke drijfveren is. Het is een wezenlijk universeel verlangen om warm menselijk contact te ervaren en je verbonden te weten met anderen. De integratie van vluchtelingen kan voor de opbouw van een sterk en gezonde samenleving zorgen. Ze dragen tenslotte niet alleen een rugzak vol ellende met zich mee, maar bezitten tevens een schat aan talenten en kwaliteiten. Alles wat we doen kan een afspiegeling zijn voor motivatie, inspiratie en aanmoediging.

De dag van vandaag wordt er met veel afschuw naar vluchtelingen gekeken. Naast structureel geweld krijgen ze ook nog eens immense haatgevoelens over zich heen. Dit is als extra prijs die ze betalen voor hun zoektocht naar vrijheid, veiligheid, politieke idealen, geloof, etniciteit, seksuele geaardheid etc. Maar door de dehumanisatie van vluchtelingen hebben we eigenlijk onszelf ook schade aangericht. We missen de kans om vanuit hun levensverhalen een rijkdom aan perspectieven te leren. Migratie eist ongelooflijke moed, onvoorstelbare weerbaarheid en ongeziene kracht. Ze zijn het bewijs en bevestiging dat ondanks de uitzonderlijke worstelingen de mens over een formidabel doorzettingsvermogen beschikt.

Helaas leven we in een wereld waarin niemand immuun is tegen nare ervaringen. Niemand is geboren met een garantie voor eeuwig geluk. Als de wet van het leven niet discriminerend is, waarom zijn wij het dan wel?

Madina Hamidi is gastauteur voor Vlinks.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content