Deze schrijver wil communisme nieuwe kans geven: ‘Meer dan ooit is het kapitaal bezig ons eronder te krijgen’

Gustaaf Peek. © Wikimedia Commons

De Nederlandse romanschrijver Gustaaf Peek laat eerstdaags een vurig pleidooi voor het communisme op de wereld los. Peek, een nazaat van de oprichter van multinational Peek & Cloppenburg, wil die ideologie daarmee weer bespreekbaar maken. ‘De Knack-lezers denken misschien dat ze vrij zijn. Dat is gewoon niet zo.’

Met het bijzonder wellustige Godin, held schreef Gustaaf Peek één van de meestbesproken romans van 2014. Plots was de schrijver overal – in Nederland, maar ook in Vlaanderen.

Hij was in dat jaar onder meer te gast in Reyers laat, het Canvas-praatprogramma dat daarnaast ook ondernemer Marc Coucke en Isabel Albers, toenmalig hoofdredactrice van de zakenkrant De Tijd, had uitgenodigd. Aangezien Peek er zelf uitziet alsof hij voorzitter is van Jong VLD, had dat een gezellige babbel kunnen worden. Maar de wereldbeelden konden niet harder botsen. Peek – een nakomeling van de Peek die het befaamde kledingmerk Peek & Cloppenburg ooit mee oprichtte – vertelde dat hij warme sympathie koesterde voor het communisme. De outing had op geen koudere steen kunnen vallen, maar Peek zat er niet mee. Hij was op dat vlak al wat gewend.

Ik weiger me neer te leggen bij kapitalistische cipierstaten: je krijgt wat te eten, wat zakgeld en een aai over de bol. Is dat rechtvaardigheid?

‘Ik heb mijn eigen kant gekozen’, zegt hij drie jaar later, aan de vooravond van de publicatie van Verzet!, zijn lyrische pleidooi voor het communisme. ‘Dat was geen makkelijke keuze, want de oppositie tegen die ideologie is echt overweldigend.’

Waar en wanneer hebt u voor het communisme gekozen?

Gustaaf Peek: Ik was al heel vroeg in de war over rangen, standen, macht en hiërarchie in de samenleving. Dat komt deels door mijn persoonlijke achtergrond: mijn Europese vader was een keurige bourgeois, terwijl mijn moeder uit Indonesië komt. Toen ik op mijn dertiende voor het eerst dat ontwikkelingsland — want dat is Indonesië — bezocht, werd mij duidelijk hoe groot de verschillen tussen mensen kunnen zijn. Het is simpel: wij hebben alles en zij hebben echt niks. Daar ben ik alleen maar meer over beginnen na te denken.

Ik had op de middelbare school ook een leraar klassieke talen, en die zei: ‘Het is mijn taak om van jullie kritische burgers te maken.’ Dat heeft me evengoed de ogen geopend. En mijn beroep als romanschrijver heeft mijn ideeën mogelijk nog versterkt. Een schrijver moet zich beroepsmatig verplaatsen in anderen. Alle anderen. Als je dat doet, komen de vragen vanzelf, en kost het niet eens zo veel moeite om bij het communisme uit te komen.

Ja?

Peek: Mij toch niet. Het knagende gevoel dat er echt iets niet klopt werd overweldigend. Ik moet de laatste tijd ook weer veel aan 1848 denken, het jaar waarin Karl Marx en Friedrich Engels Het Communistisch Manifest schreven. Het waren de jaren waarin de industriële revolutie zich op gang begon te trekken: mannen, vrouwen en kinderen werden in groten getale in mijnen en fabrieken tewerkgesteld. Voor hen was dat de hel op aarde. Met gevaar voor eigen leven moesten zij werken voor de winsten van een heel kleine minderheid.

Voor de industriële revolutie waren we – een enkele uitzondering niet te na gesproken – allemaal straatarme keuterboeren die omkwamen van de honger als de oogst tegenviel. In Nederland lag de levensverwachting onder de veertig jaar.

Peek: Nu hebben we het veel beter dan toen. Maar volstaat dat? Laatst was ik in de zoo in Berlijn: de dieren leven daar soms langer dan in het wild. De panda’s vreten de hele dag bamboe, zitten wat naar elkaar te loeren, er worden foto’s van hen gemaakt. Is dat winst? Ze zitten wel in een gevangenis. Van echte vrijheid is geen sprake, laat staan van enige waardigheid of privacy. Ik weiger me neer te leggen bij kapitalistische cipierstaten: je krijgt wat te eten, wat zakgeld en een aai over de bol. Is dat rechtvaardigheid? (schudt het hoofd) Plus est en nous.

Trouwens, de verpaupering is niet weg. Ons eten, onze kledij en de smartphone die we allemaal hebben zijn het product van slavernij. Voor die schuld kunnen we ons niet verstoppen.

Marc Couke gelooft allicht in zijn eigen mythe. Ik geloof niet in een miljonair die enkele druppeltjes over de massa uitperst

De vergelijking met een zoo lijkt toch wat overtrokken. Minstens in het Westen zijn we toch vrije mensen?

Peek: Niemand houdt een pistool tegen onze slaap, dat is waar. Maar wil dat zeggen dat we echt vrij zijn? We kunnen geen ‘nee’ zeggen tegen dit systeem zonder daarbij het leven te laten. Probeer het anders maar eens. Er is geen ruimte voor verzet. De toekomst zit op slot. We hebben zogezegd alles geprobeerd, en dit is het beste systeem dat we konden bedenken: daar trap ik niet in. Ook tijdens de hoogdagen van de Katholieke Kerk of het feodalisme dacht men dat er niets anders was. Dat hebben ze honderden jaren volgehouden. Alternatieven waren ondenkbaar. Maar de wereld is al vele malen op zijn kop gezet. Alles kan gebeuren.

U moet ons toch even helpen. Knack wordt gelezen door mensen die doorgaans wel tevreden zijn met hun leven. Legt u hun eens uit waarom zij verzet moeten aantekenen.

Peek: Ze hoeven voor mijn part niet het verzet in. Ik zou alleen willen dat mensen ‘nee’ kunnen zeggen tegen dit systeem. Dat iedereen de vrijheid heeft om echt te kiezen. Wat ze vervolgens met die vrijheid doen, maakt me niet zo veel uit.

Mensen dénken nu dat ze veel meer keuze hebben dan ze eigenlijk hebben. Als je jezelf helemaal vereenzelvigt met de markt, heb je geen benul meer van je eigen behoeften of wat je werkelijk wilt in het leven. Je wilt dan alleen maar dat wat de markt je aanbiedt. Men heeft bijzonder effectieve tools om ons dat aan te praten. Men is daar zeer geslepen in.

De politiek is er ook helemaal van doordrongen. In Nederland is de liberale VVD al jarenlang de grootste partij. Ze verdedigen eigenlijk de belangen van een heel kleine groep, de kapitalisten, en toch mogen zij keer op keer de premier leveren. Dat slaat nergens op. Maar mensen stemmen, uit angst, voor degenen van wie ze denken dat die het dichtste bij de echte macht staan. Zeker na de kredietcrisis hebben we gezien wie de eigenlijke baas is en op wie de schuld wordt afgewenteld: uit angst stemmen mensen dan maar voor de machtigen, zoals Mark Rutte of Donald Trump.

Gelooft u dat ‘men’ een complot heeft gesmeed?

Peek: Dat is het uiteraard niet. Daarvoor is het allemaal te duidelijk: iedereen kent de motieven en verlangens van het kapitaal. Het doel van die bedriegers is ons zelfbedrog. Bedrijven als Facebook, Google en Apple hebben een mythe rond zichzelf gecreëerd waar haast iedereen in gelooft. Mensen zijn zich er zelfs niet van bewust hoe die multinationals hen uitbuiten, enkel en alleen om winst te maken.

U zat drie jaar geleden ongemakkelijk te wezen naast Marc Coucke in Reyers laat. Hij is er oprecht van overtuigd dat hij als ondernemer veel mensen vooruithelpt: hoe minder we hem belasten, hoe meer er zal terugvloeien naar de bevolking — trickle-down, zoals dat heet. Klopt dat niet?

Peek: Hij gelooft allicht in zijn eigen mythe. Zoals de meesten onder ons. Als de meerderheid iets ánders zou geloven, moet meneer Coucke zijn voordeur ’s avonds iets beter op slot doen. Ik geloof niet in een miljonair die enkele druppeltjes over de massa uitperst. Dat kan anders.

Het afluistermateriaal en de telexen van de KGB vinden wij akelig. Maar met onze smartphone hebben we de natte droom van die heren zélf waargemaakt

Ik moet nu denken aan de jaren na de Tweede Wereldoorlog, toen we er in het Westen tijdelijk in geslaagd zijn om grote ongelijkheden weg te werken. Toen werden er geen druppels uitgeperst, maar werden er emmers over de massa uitgestort. In Nederland wilde men na de oorlog iets aan het zwart geld doen dat door woekerwinsten en illegale praktijken in omloop was gekomen. Dat geld werd niets meer waard en iedereen kreeg in de plaats een zogenoemd tientje van Lieftinck (naar de toenmalige minister van Financiën Piet Lieftinck, nvdr.). Communistischer kan ik het niet verzinnen. Dat heeft Nederland heel goed gedaan.

Waar en waarom is het vervolgens misgegaan?

Peek: De kapitalisten waren daar natuurlijk niet blij mee: zij hebben ondertussen de politiek weer naar hun hand gezet.

Ik zal u een trickle-upvoorbeeld geven. De nieuwe Nederlandse regering gaat ons progressieve belastingstelsel op de schop nemen: mensen die in een hoge schijf zitten gaan minder betalen; mensen in een lage schijf moeten meer betalen. De armen krijgen de rekening van de rijken gepresenteerd. Dit is, heren, een ouderwetse klassenstrijd. Hetzelfde met de belasting op dividenden van aandelen. Geen enkele partij had het afschaffen van de dividendbelasting in haar verkiezingsprogramma staan. Toch zal de nieuwe regering-Rutte III dat uitvoeren. Er hoefden daarvoor maar enkele lobbyisten langs te gaan bij de VVD. Zo banaal is het soms.

Mensen hebben in een democratie als Nederland de mogelijkheid om daartegen in opstand te komen. Waarom doen ze dat niet?

Peek: Het kapitalisme is een heel dwingende ideologie. Het houdt onze gedachten in een ijzeren greep, bijvoorbeeld met behulp van de miljardenindustrie die onze verbeelding is. Hollywood en het internet draaien ons een rad voor de ogen. Ik was deze zomer in Tallinn. In een hotel hadden ze een kantoortje van de KGB bewaard: je zag daar hun telefoons, hun afluistermateriaal en hun telexen. Dat vinden wij dan heel akelig, maar met onze smartphone hebben we de natte droom van die heren natuurlijk zélf waargemaakt. Dat ding hebben wij de hele dag in onze zak zitten.

Er zijn redenen om onze politici nog net iets meer te vertrouwen dan de KGB.

Peek: Het gaat niet over politici, het gaat over de Mark Zuckerbergs van deze wereld. Ik vraag u om dat vertrouwen in hen toch eens te bevragen. Het zijn bijvoorbeeld onze data die zomaar worden ingepikt door een bedrijf als Facebook: wij leveren gratis grondstof, die vervolgens zonder enige inspraak wordt exploiteerd. Zulke bedrijven moeten weer onder democratisch gezag komen, zodat we weer zeggenschap krijgen over onze eigen data en privacy.

Facebook pikt onze data in, zonder enige inspraak. Zulke bedrijven moeten weer onder democratisch gezag komen

Je zou ook zeggen dat Facebook een mooie deal sluit met haar gebruikers: u mag gratis gebruikmaken van een geweldige dienst en geeft in ruil geeft alleen een deeltje van uw privacy op.

Peek: Het probleem is dat bijna niemand beseft dat hij zijn privacy afgeeft. Ja, er is een pagina met gebruiksregels, maar die is zo maniakaal lang dat niemand die leest. In Nederland is er onlangs een rechtszaak over geweest. Heel interessant. De zaak ging over een vader die foto’s van zijn kind op Facebook had geplaatst. De moeder, die het ouderlijke gezag heeft, vond dat een inbreuk op de privacy van het kind en kreeg gelijk. De rechter redeneerde dat de vader de eigendomsrechten van het kind had geschonden door ze af te staan aan Facebook.

Hebt u een idee op welke manier we een alternatieve economie moeten organiseren? Alle bedrijven in staatshanden?

Peek: Laten we beginnen met het gemeengoed weer onder democratisch gezag te plaatsen, zodat we weer inspraak krijgen in domeinen als wonen, infrastructuur en milieu. Het milieu is misschien wel het meest concrete voorbeeld. Hoe weinig macht hebben we daarover? We kunnen zelf wat recyclen, ja maar als het gaat over de hoofdredenen waarom ons milieu wordt verpest, hebben we geen enkele macht. Die zit helemaal bij de industrie.

Nogmaals: waarom stemmen dan niet meer mensen op ecologische partijen? In een democratie kunnen kiezers een verschil maken.

Peek: Dat systeem verwerp ik niet. Meer nog: ik moedig iedereen aan om lid te worden van een politieke partij. Al was het maar om inzicht te krijgen in hoe politieke macht werkt.

Communistische landen hebben haast in de regel een eenpartijstelsel. Mogen er van de Communistische Partij van Gustaaf Peek ook – we zeggen maar wat – kapitalistische partijen blijven bestaan?

Peek: Dat moet. Anders klopt het niet. Als het communisme geen ruimte laat om de essentiële vragen te stellen, wordt het een contradictie.

Bent u lid van een partij?

Peek: Ik ben lid van GroenLinks.

En niet van de SP, de wettige erfgenaam van de Nederlandse communisten?

Peek: Nee, die partij is me te behoudend. De manier waarop ze is ingericht, dateert nog uit een andere tijd. Dat is een contradictie, want communisme streeft altijd naar iets wat nog niet heeft gefaald. En de SP volhardt in die contradictie.

In de Sovjet-Unie en vandaag in China heb je geen communisme maar vormen van staatskapitalisme. Ook daar buit een minderheid de meerderheid uit

Heeft het communistische alternatief inderdaad al niet genoeg kansen gekregen? Telkens is het uitgedraaid op een gruwelijke dictatuur.

Peek: Een basisprincipe van het communisme is het eigendomsvraagstuk: de productiemiddelen moeten in handen zijn van de bevolking. Maar was dat ook echt zo in de Sovjet-Unie? Is dat vandaag zo in China? Nee. Het ging in de Sovjet-Unie, en het gaat in China, om een vorm van staatskapitalisme waarin een minderheid de meerderheid uitbuit.

Dan zie ik meer heil in de communistische invloeden bij ons. Onze gezondheidszorg en ons onderwijs zijn voorlopig nog het mooiste wat we hebben, maar aan het kapitalisme hebben we die voorzieningen niet te danken. Kapitalisten haten universiteiten: zij zouden liefst hebben dat iedereen een beroepsopleiding volgt en als radertje in hun systeem kan meedraaien.

Is het dan geen idee om ons systeem, een sterk gecorrigeerde vrije markt, te verdedigen in plaats van dat almaar falende communisme?

Peek: Het woord ‘communisme’ is besmet. Ook in mijn jeugd, tijdens de Koude Oorlog, was het een van de engste woorden die er bestonden. De media en Hollywood leerden ons dat het communisme de vijand was. Ik heb dat woord in herinnering willen brengen als een mogelijkheid om vrijer te leven. Als ik iemand daardoor, via een tijdschrift of krant, enkele millimeters dichter bij dat idee kan brengen, al was het maar één keer, ben ik in mijn opzet geslaagd.

U wilt het begrip in ere herstellen?

Peek:(denkt na) Ik wil dat er weer vrij over gedacht kan worden.

Bekruipt u weleens de lust tot een groter engagement in de politiek dan enkel een lidmaatschap?

Peek: Ik doe mijn deel. Marx schrijft: ‘Van ieder naar zijn mogelijkheden, aan ieder naar zijn behoeften.’ Ik doe al alsof de wereld zo in elkaar zit. Ik heb mijn pamflet geschreven omdat schrijven het beste is wat ik kan. Maar misschien zet ik ooit wel een volgende stap. Wie weet zien we elkaar over twintig jaar nog eens terug, en sta ik dan op een kansel te preken.

In uw pamflet schrijft u over 1989 als een gemiste kans. De val van de Muur werd een triomf van het kapitalisme. Dat had volgens u anders gekund?

Peek: Al die landen van het voormalige Oostblok werden gebombardeerd met het idee: kapitalisme is democratie en democratie is kapitalisme. Hoe beperkt is dat? Er werden hun kapitalistische heilstaten beloofd, en die hebben ze natuurlijk niet gekregen. Het had anders gekund, ja. Het vrijheidsstreven dat daar heerste, had van hen echt vrije en democratisch landen kunnen maken — voortrekkers voor iets anders, iets wonderbaarlijks. Nu kregen ze het kapitalisme, dat enkel en alleen geïnteresseerd is in nieuwe markten en meer winst.

Onze gezondheidszorg en ons onderwijs zijn voorlopig nog het mooiste wat we hebben, maar aan het kapitalisme hebben we die voorzieningen niet te danken

U hebt Das Kapital aandachtig gelezen. Heeft dat oude boek ons vandaag nog iets te vertellen?

Peek: Ik ben een levenslange student van Das Kapital. Het is pittige lectuur, maar het stelt nog altijd een heleboel essentiële vragen. Hoe hebben we ons leven ingericht? Hoe leven we samen? Meer dan ooit is het kapitaal druk bezig ons eronder te krijgen. Het gaat over vragen die essentieel zijn voor kwesties als veiligheid, vrijheid en rechtvaardigheid.

Er is vandaag een bloeiende industrie van Marx-duiders. Iemand als de Britse sociaal theoreticus David Harvey vertelt uitvoerig en helder over hoe je zijn boek moet lezen. Maar je hoeft niet meteen die intellectuele tunnel in om de essentie te ontdekken. Het gaat over de rechtvaardigheid en de waardigheid in elke mens, en die kun je ook ontdekken als je in een fabriek staat en denkt: ‘Dit kan niet.’

Marx gaat voor mij in de allereerste plaats over het tonen van onverzettelijkheid. Het blijven aansturen op alternatieven. Het interesseert me niet zozeer welk alternatief het precies wordt. Het gaat erover dat er een andere toekomst is.

U bent, als erfgenaam van een geslaagde ondernemersfamilie, een zoon van het kapitalisme. Mogen we uw pamflet ook lezen als een vadermoord?

Peek: Ik heb het met alle mensen goed voor. De ene helft van mijn bestaan is gegrond in de bourgeoisie. Maar zoals Marx schrijft: het kapitaal levert de wapens voor zijn eigen ondergang. Omdat mijn vader voldoende geld had, heb ik ook net wat meer onderwijs genoten. En net wat meer tijd en ruimte gekregen. Die heb ik genomen om harde vragen te stellen. Om tegen mijzelf in en de bourgeoisie in te denken.

Heeft uw familie u dat kunnen vergeven?

Peek: Mijn vader, die al even gestorven is, was al langer boos op mij. Mijn pamflet had hem niet nog bozer kunnen maken. Toen mijn vrienden hoorden dat ik ermee bezig was, waren ze niet verbaasd. Ze waren blij dat ik er nu over schreef in plaats van hen er altijd mee lastig te vallen. (lacht) Iedereen mag me pakken op de contradicties in mijn tekst en in mijn leven. Ik neem alleen maar een voorschot op de vrijheid.

Dat is al vaker geprobeerd.

Peek: De 68’ers worden vandaag aan alle kanten afgemaakt – voor een deel terecht. Maar ze hebben ook getoond wat mogelijk is als je mensen opleidt, laat lezen en kritisch leert denken. Ja, mei 68 is voor een deel mislukt. Maar dat maakt niet uit. Mislukken is niet erg. Het gaat me om de onverzettelijkheid. En er is tijd. Er is alle tijd.

Gustaaf Peek, Verzet! Pleidooi voor communisme, Querido, 72 blz. 8,99 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content