Olivier Goessens (Comac)

‘Democratisering van hoger onderwijs heeft niet gefaald, ze werd gesaboteerd’

Olivier Goessens (Comac) Ondervoorzitter van Comac (de jongerenbeweging van de PVDA)

‘De mislukte democratisering van het hoger onderwijs valt niet te vergelijken met een natuurramp of zelfs een economische ramp. Het is wel een politieke ramp’, vindt Olivier Goessens van Comac. Hij reageert op de openingsrede van de rector van de Universiteit van Hasselt.

Het was een moedige keuze van de rector van de UHasselt Luc De Schepper om in zijn academische openingsrede voor het eerst sinds lange tijd het debat over democratisch onderwijs weer op te werpen. Dat is een resolute verademing in een Vlaams onderwijslandschap waar rectoren en ministers elkaar over de voeten lopen om elk debat over onderwijs te beperken tot wereldvreemde slogans over de “universiteit die niet voor iedereen is”, de Bijbelse “noodzaak om te besparen” en om “meer geld uit de private sector aan te trekken” en “inschrijvingsgeld dat ocharme evenveel als een ticket voor Rock Werchter kost” – zonder ooit de maatschappelijke gevolgen van die keuzes te bespreken.

‘Democratisering van hoger onderwijs heeft niet gefaald, ze werd gesaboteerd’

Het is met een zekere fatalistische toon dat de Limburgse rector aankondigde dat de democratisering van het onderwijs mislukt is. Een gefaald project uit de optimistische jaren ’60. De cijfers die hij aanhaalt liegen er inderdaad niet om. ‘In de jaren tachtig steeg het percentage hoogopgeleide jongeren met een van de ouders met enkel een diploma hoger secundair onderwijs van 42 naar 51 procent.

Afgelopen decennium is dat teruggelopen tot 40 procent, het laagste ooit.’ Terwijl de groep hoogopgeleide jongeren met laagopgeleide ouders twintig jaar geleden piekte op bijna dertig procent, is dat vandaag teruggelopen tot 22 percent. De man heeft gelijk: ons onderwijs is verre van democratisch. Je sociale afkomst bepaalt in grote mate je kansen op een diploma.

Elitaire impasse

Volgens De Schepper is de manier om uit die elitaire impasse te geraken het verkleinen van de fysieke afstand tussen (kansarme) jongeren en de opleiding die zij verkiezen. Concreet wil hij tien nieuwe opleidingen aan zijn UHasselt, terwijl Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) een moratorium op nieuwe opleidingen heeft geplaatst om budgettaire redenen. De Hasseltse rector heeft een punt dat onderwijs in je eigen regio een basisrecht is, net zoals onderwijs in je eigen taal waar we in de jaren ’60 voor hebben gestreden.

Maar zijn oplossing lijkt toch wat magertjes gezien de omvang van het probleem. Een kwatong zou zelfs durven beweren dat het een opportunistische zet betreft, bedoeld om zijn universiteit op te waarderen. Dat zou misschien verklaren waarom hij elders lof zingt over de minst democratische onderwijssystemen in de westerse wereld: die van Engeland en de VS. Maar ik blijf erbij, een moedige zet.

Vermarkting verdringt democratisch principe

Er is iets gebeurd tussen de jaren ’80 en vandaag dat ervoor heeft gezorgd dat ons hoger onderwijs weliswaar steeds meer studenten aantrok (de fameuze “massificatie”) zonder ooit de kinderen van de brede werkende massa in even grote proportie te ontvangen als de kinderen van hoger opgeleide en welgestelde ouders. De laatste jaren gaat het wat die democratische toegankelijkheid betreft zelfs achteruit.

Het betreft geen fatale ‘mislukking’ zoals een natuurramp of zelfs een economische ramp (tussen 1980 en 2007 is het bruto binnenlands product meer dan verdubbeld), maar wel een politieke ramp: de doorbraak van een ideologie die stelt dat de markt boven alles staat en die niet van onderwijs verlangt dat het de maatschappelijke ongelijkheden rechttrekt om elk kind gelijke kansen te bieden, maar wel dat het de concurrentiepositie van de eigen bedrijven versterkt in de globaliserende wereld.

Neoliberalisme is gebaseerd op drie pijlers: trickle down economics (de idee dat iedereen er beter van wordt als de rijken en grote bedrijven ongehinderd rijker worden), minder regelgeving en tussenkomsten van de staat en privatiseringen en besparingen om dat allemaal te bekostigen. De Verenigde Staten en Groot-Brittannië waren met Reagan en Thatcher koplopers van de wereldwijde neoliberale stortvloed en de vermarkting van het hoger onderwijs is in die landen dan ook het felst ontwikkeld.

‘Hoger onderwijs in de VS is een weerspiegeling van de sociale ongelijkheid.’

Hoger onderwijs in de VS is een weerspiegeling van de sociale ongelijkheid. Je hebt de elite-universiteiten zoals Harvard en Yale die fabelachtige inschrijvingsgelden vragen en daarmee de beste professoren van overal ter wereld opkopen om onderwijs van topkwaliteit aan te bieden voor de allerrijksten. En je hebt de zwaar ondergefinancierde colleges die zich meer op de middenklasse richten en noodgedwongen geld van bedrijven aanvaarden om de rekeningen te doen kloppen, in ruil voor lesmateriaal en samenwerking op maat van die bedrijven. Zelfs daar is het inschrijfgeld nog te hoog en moeten studenten een lening aangaan, waardoor honderd duizenden jongeren afstuderen met $50.000 schulden.

Onderwijs afgestemd op de noden van de markt

In de Europese Unie maakte onderwijs à la USA haar intrede op aandringen van de captains of industry van de ERT, de Europese Ronde Tafel van Industriëlen, die sedert 1989 campagne voerden voor een gelijkschakeling van alle Europese onderwijssystemen om zo een grote Europese onderwijsmarkt te vormen die de concurrentie kan aangaan met de VS en Japan. Tien jaar later haalden ze hun slag thuis met de Bolognaverklaring, waarmee alle Europese lidstaten het bachelor-master systeem en het overdraagbare studiepuntensysteem (ECTS) invoerden en de mobiliteit tussen instellingen over de grenzen heen werd versterkt.

Dat klinkt niet slecht, maar het daaruit voortvloeiende “Bolognaproces” (1999-2009) veegde weldegelijk het principe van democratische onderwijs van tafel ter voordele van de opvatting dat de werking, financiering, toegankelijkheid en zelfs inhoud van het hoger onderwijs moeten afgestemd zijn op de noden van de markt.

Keuzes voor elite-onderwijs in Vlaanderen

Zo komt het dat in Vlaanderen onderwijsministers in opperste Bologna-euforie de gesloten enveloppefinanciering konden invoeren die concurrentie in plaats van samenwerking tussen universiteiten bewerkstelligt en dat huidig minister Crevits in 2014 zonder al te veel problemen niet minder dan 800 miljoen euro structureel weghaalde uit de financiering van het Vlaamse onderwijs, waarvan de helft bij hoger onderwijs.

Shocktherapie

Dat bleek de ideale shocktherapie om meteen ook privéfinanciering als compensatie naar voren te schuiven, te beginnen met het aanboren van de private portefeuilles van de studenten zelf. Het inschrijvingsgeld zou meer dan duizend euro zijn geworden als de studenten niet massaal geprotesteerd hadden. De verhoging met 40% die er uiteindelijk kwam zou zogezegd geen sociale gevolgen hebben, maar ondertussen maken we een uitzonderlijke daling van nieuwe inschrijvingen mee (DS, 12/9), die niet enkel te verklaren valt door minder geboortes of latere beslissers. Exit democratisering, exit massificatie?

‘400 miljoen wegnemen en dan 40 miljoen teruggeven alsof het een geschenk is, mogen we dat eigenaardig vinden?’

Het sluitstuk van de elitarisering van het onderwijs na de onder financiering en verhoging van het inschrijvingsgeld moest de selectie worden. Niet dat er nu al geen selectie bestaat: de OESO-cijfers die Luc De Schepper citeren zijn duidelijk. Maar minister Crevits en haar voormalige partijgenoot Rik Torfs, huidig rector van de KU Leuven, dromen van verplichte oriënteringsproeven en filters om falende studenten sneller te doen afvloeien.

Hun selectieproject werd ten dele ingevoerd met oriënteringsproeven LUCIE en SIMON aan de KU Leuven en de UGent en met verstrengde studievoortgangsmaatregelen aan alle universiteiten. Maar de afbraak van het democratische onderwijsmodel in Vlaanderen wordt tijdelijk opgeschud door de protestacties van de hogescholen, die door de besparingen gewoonweg niet meer kunnen functioneren. Deze week nog kondigde minister Crevits een “injectie” van 40 miljoen in hoger onderwijs aan. 400 miljoen wegnemen en dan 40 miljoen teruggeven alsof het een geschenk is, mogen we dat eigenaardig vinden?

Trieste dominantie van de ideologie die besparingen predikt zodat de staat minder geld hoeft te vragen aan de rijken

“We moeten besparen. Er is geen alternatief.” Welke minister heeft die riedel de afgelopen jaren nog niet afgerammeld? Crevits zeker. Ook dat is de trieste dominantie van de ideologie die besparingen predikt zodat de staat minder geld hoeft te vragen aan de rijken. Onze federale regering is er een schoolvoorbeeld van: minister van financiën Johan Van Overtveldt wil de bedrijfsbelastingen opnieuw verlagen en weigert door Europa teruggevorderd belastinggeld van multinationals, terwijl hij erop staat te kijken hoe het gat in de begroting groter wordt ondanks alle zware besparingen.

Jawel, er bestaat een alternatief. Als de regering in plaats van langdurig zieken de belastingontduikers van Panama Papers en Bahama Leaks zou opjagen en sanctioneren zouden sociale investeringen weer mogelijk zijn, ook in het onderwijs. “Het onderwijs toegankelijk maken voor iedereen en in volle gelijkheid” stelt het Pact van New York uit 1963, dat België ondertekende en dus in principe als wet geldt. Het is een oud en mooi ideaal, veel rijker dan de botte vermarkting en elitarisering. Laten we er terug werk van maken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content