Multinational 3M moet verschillende historische grondhopen op zijn terreinen van jaren voor de aanvang van de Oosterweelwerken verwijderen. De Omgevingsinspectie had het bedrijf uit Zwijndrecht vorig jaar daartoe een bestuurlijke maatregel opgelegd, maar 3M ging daartegen in beroep.
Omgevingsminister Zuhal Demir bevestigt nu dat de gronden moeten worden verwijderd, al legt ze nieuwe “redelijke” termijnen vast.
De grondhopen in kwestie zijn al jaren aanwezig op de terreinen van 3M, sommige zelf tot meer dan tien jaar, en het bedrijf kan niet aantonen dat ze daar op een legale manier zijn opgeslagen. Het gaat dus niet om dezelfde gronden als uit de technische verslagen van Lantis en de procedures bij de Raad van State.
Multinational 3M moet 86 procent van de gronden afvoeren naar een stort of naar de fysio-chemische grondreiniging tegen uiterlijk 31 oktober. De resterende 14 procent van de gronden betreft gronden die niet gestort mogen worden. Die moeten tegen uiterlijk 31 december 2023 naar een verbrandingsinstallatie. Tijdens de operatie moeten de resterende grondhopen worden beschermd tegen uitloging en verstuiving ter bescherming van het leefmilieu.
Maandelijks vindt een voortgangsoverleg met Afdeling Handhaving plaats, om het proces waar mogelijk te versnellen. Het proces-verbaal voor de aanwezigheid van deze grondhopen werd eerder al bezorgd aan het parket. Minister
Demir besliste om de decretaal maximaal toegelaten dwangsommen op te leggen indien 3M zich niet aan de maatregel houdt.
