Michel Maus

‘De successierechten zijn de belastingen van de kleine man’

Michel Maus Advocaat en hoogleraar fiscaal recht aan de VUB

Wie zich geen duurbetaalde consultants kan veroorloven, laat zijn erfgenamen het fiscaal gelag betalen. De successierechten zijn dan ook echt verworden tot de belasting van de kleine man.

De afgelopen dagen was er weer wat commotie rond de fiscale démarches van koningin Fabiola die naar verluidt thans 2,5 miljoen euro zou hebben overgemaakt aan de Stichting Astrida. Deze Stichting van Openbaar Nut werd in 1994 opgericht door koning Boudewijn en omvat onder meer het koninklijk domein van Opgrimbie.

Met de schenking van onze koningin stijgt het vermogen van de stichting nu tot 3,9 miljoen euro. Hoewel een woordvoerder van het paleis zich haastte om mee te delen dat koningin Fabiola 6,6% schenkingsrechten heeft betaald om de gift aan haar stichting te kunnen doen, is het niettemin duidelijk dat er fiscale motieven in dit verhaal mee spelen. Door nu reeds een deel van haar vermogen aan de Stichting over te maken, wordt uiteraard vermeden dat er later successierechten zouden verschuldigd zijn door de erfgenamen of de testamentaire begunstigden van koningin Fabiola.

Opnieuw wordt onze koningin met de vinger gewezen en wordt haar verweten fiscaal onethisch te handelen. Was het immers niet Nicollo Machiavelli die zei dat een vorst of vorstin altijd ‘in woord en verschijning een toonbeeld van betrouwbaarheid moet zijn’ en moet onze koningin dan ook geen fiscaal voorbeeld zijn? Dit is uiteraard een begrijpelijk reactie maar de vraag is echter voor wie koningin Fabiola een voorbeeld moet zijn?

Moet zij een voorbeeld zijn voor de politici om de bevolking te tonen dat zij proper en netjes hun belastingen moeten betalen, of moet zij een voorbeeld zijn voor de bevolking om de politici te tonen dat torenhoge belastingtarieven uitnodigen tot belastingontwijking. De vraag stellen is ze beantwoorden en het antwoord is voor de hand liggend. Let’s face it, de enige reden waarom vermogende mensen hun toevlucht zoeken in allerlei fiscale constructies om hun nabestaanden een belastingvrij nalatenschap te gunnen, is de hoge en de zeer ongelijke verdeling van de belastingdruk in de successierechten. Dit probleem kan echt niet worden ontkend.

Kinderen die van hun ouders erven, betalen in Vlaanderen tussen de 3% en 27% belasting op hun erfenis, broers en zussen betalen tussen de 30% en 65%, en alle andere personen betalen tussen de 45% en de 65% belasting. In Brussel en in Wallonië liggen de tarieven zo mogelijk nog hoger. Daar is het toptarief voor neven en nichten 70% en voor mensen zonder bloedverwantschap met de overledene zelfs 80%.

Indien u deze tarieven bekijkt, dan is het toch niet zo verwonderlijk dat men probeert te ontsnappen aan deze absurde belastingdruk door reeds tijdens hun leven constructies op te zetten om hun vermogen na hun overlijden veilig te stellen voor de fiscus. De problematiek is zo populair dat er de laatste twee decennia zelfs een volledige economische sector van vermogens- en successieplanners door is ontstaan. Handgiften, bankgiften, salami-schenkingen, gesplitste aankopen, duo-legaten, sterfhuisclausules, ik/opa-testamenten, stichtingen, … het zijn allemaal gekende klassiekers uit de wereld van de successieplanners die toelaten om vermogen belastingvrij of quasi belastingvrij te laten vererven.

Het probleem dat zich hierbij echter stelt is dat de toegang tot al deze planningstechnieken niet voor iedereen is weggelegd. De praktijk leert immers dat wie zich kan laten bijstaan door duurbetaalde consultants er perfect voor kan zorgen dat zijn vermogen belastingvrij overgaat naar de volgende generatie. Wie daarvoor echter niet de middelen heeft, laat zijn erfgenamen het fiscaal gelag betalen. De successierechten zijn dan ook echt verworden tot de belasting van de kleine man. Daar waar de erfgenamen van grotere vermogens dit vermogen vaak volledig belastingvrij ontvangen, moeten de erfgenamen van kleine vermogens vaak wel torenhoge successierechten betalen. Dit is natuurlijk de wereld op zijn kop.

Het is dan ook de hoogste tijd om de successierechten ingrijpend te hervormen. Het huidige wetboek van de successierechten dateert immers van 1936 en werd sindsdien nooit echt grondig herzien. Niet alleen lijkt het in het licht van de fiscale rechtvaardigheid ethisch om de gekende fiscale vluchtroutes te barreren, ook is het aangewezen om de belastingdruk substantieel te herleiden en te nivelleren.

Is het in de huidige maatschappelijk context bijvoorbeeld nog aanvaardbaar dat de hoogte van het tarief van de successierechten wordt gedetermineerd door het criterium van de bloed- en aanverwantschap ? Kan het thans nog dat mijn allerbeste vriend tot 80% belasting moet betalen op mijn erfenis en mijn ontaarde zoon slechts maximum 27%?

Mij lijkt dit vandaag de dag nog moeilijk aanvaardbaar. De regering moet beseffen dat fiscaal escapisme slechts kan worden ingeperkt door te voorzien in een redelijke en gelijke belastingdruk. Dat is een kwestie van maatschappelijke gelijkheid en dat wordt niet verkregen door het louter terechtwijzen van onze koningin.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content