Jef Van Damme

De straat is van iedereen

Jef Van Damme Schepen voor Vooruit in Molenbeek

Openbare ruimte herverdelen gaat over meer dan mobiliteit. Het is een pleidooi voor samenleven in de stad.

Begin deze week leek het even alsof mobiliteit in Brussel geen probleem meer was. Koning auto verliest significant terrein, zo werd gezegd. Het beleid werkt! Toch is de perceptie net omgekeerd: nog nooit reden zoveel auto’s in de stad en nog nooit stonden die zo vaak in de file. De filestatistieken bevestigen dat. Brussel is filehoofdstad van Europa en heel de wereld. Het status quo toejuichen is dus geen optie, want stilstaan is hier echt wel achteruitgaan. Drastische maatregelen met resultaat op korte termijn zijn nodig.

Behalve de parken wordt 80% van de openbare ruimte in Brussel ingenomen door Koning Auto. Dat terwijl slechts 50% van de Brusselse gezinnen een auto heeft en een auto slechts 1 uur per dag wordt gebruikt. Brussel is één van de laatste Europese steden waar de auto vrij spel krijgt en zo rijden wij, Brusselaars én pendelaars, ons collectief vast.

Die grote aanwezigheid van de auto is meer dan een mobiliteitsprobleem. Het is een samenlevingsprobleem. Onderzoek toont aan dat het aantal ontmoetingen tussen buurtbewoners stijgt wanneer het autoverkeer in de straat daalt. Ook de gevolgen van verloederde openbare ruimte door autoverkeer zijn allerminst onschuldig. Meer auto’s betekent minder groen, minder veiligheid, meer luchtvervuiling en meer geluidsoverlast.

Brussel, indignez-vous!

Jef Van Damme

En laat nu dat juist de reden zijn waarom veel Brusselaars, arm en rijk, de stad verlaten. Jonge gezinnen met kinderen, van allerlei origine, slaan op de vlucht. Op zoek naar meer levenskwaliteit om in de ochtendfile terug te keren naar het werk.

We moeten de ruimte die er is structureel durven te herverdelen. Meer plaats voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer dus. Een rist andere steden hebben dat al lang begrepen: kampioenen als Kopenhagen, Amsterdam en recentelijk ook Hamburg, maar ook Bordeaux, Bilbao en Modena. Brussel kan en moet volgen. Op korte termijn en zonder veel extra geld. Maar met de nodige politieke moed.

Een eerste stap is de aanpak van de Brusselse steenwegen. U kent ze vast en zeker. Het gaat om een tiental smalle, superdrukke straten door woonwijken die fungeren als invalswegen. Vandaag wordt 80% ingenomen door de auto: 1 rijstrook in elke richting, 2 parkeerstroken, geen fietspad en smalle voetpaden. Schrap één rijrichting en gebruik de vrijgekomen ruimte voor busbanen, fietspaden en voetpaden. Bovengrondse parkeerplaatsen kunnen we compenseren door het potentieel van de bestaande ondergrondse parkings ten volle te benutten. Op deze manier zal het openbaar vervoer sneller rijden waardoor het aantrekkelijker wordt, ontstaan er veilige fietssnelwegen en komt er plaats vrij voor voetgangers.

De voordelen van deze herverdeling van de openbare ruimte zijn enorm. Het autogebruik zal dalen, er komt een competitief alternatief en we hoeven niet te wachten op een nieuwe metrolijn (gepland tegen 2030); de leefbaarheid in de wijken verhoogt en 46 bus- en tramlijnen kunnen sneller rijden; fietsers krijgen een veilig en apart fietspad; winkelstraten herleven en de doorstroming van het autoverkeer blijft gegarandeerd.

De renaissance van Europese steden sinds eind jaren 80 werd bijna volledig gedragen door de herwaardering van de publieke ruimte. Brussel heeft tot nu toe die boot gemist. Brussel, indignez-vous. Kiezen voor een herverdeling van de openbare ruimte is kiezen tegen de status quo. Stilstaan is achteruitgaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content