Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘De opgeklopte angst van milieuorganisaties voor ggo’s ondermijnt hun eigen geloofwaardigheid’

‘Oppositie tegen biotechnologie is een westerse luxe’, vindt Jean-Marie Dedecker. Hij reageert op de brief die meer dan honderd Nobelprijswinnaars onlangs schreven aan milieuorganisatie Greenpeace.

In een open brief riepen meer dan honderd Nobelprijswinnaars op 1 juli Greenpeace op om haar campagne tegen genetisch veranderd voedsel te staken, en vooral deze tegen genetisch gemodificeerd rijst.

De geschiedenis van de ‘gouden rijstkorrel’ is even revolutionair als hallucinant. Gefinancierd door The Rockefeller Foundation en later The Bill Gates foundation ontwikkelden Dr. Ingo Potrykus in Zürich en professor Peter Beier in Freiburg in 1990 een techniek waarbij bètacaroteen toegevoegd wordt aan rijst. Rijst wordt zo verrijkt met vitamine A. De provitamine A die gesynthetiseerd wordt in de vegetatieve delen van de rijst, maar niet in de korrel, wordt geactiveerd door inbreng van twee genen in het genoom van de rijstkorrel die dan geel (goud) kleurt door het bètacaroteen. Er is geen enkel gevaar voor het menselijke organisme. In de maag worden DNA of genen van ggo’s opgesplitst in dezelfde DNA-fragmenten als deze van niet-ggo’s.

‘De opgeklopte angst van milieuorganisaties voor ggo’s ondermijnt hun eigen geloofwaardigheid’

Diëtaire deficiënties of gebrek aan vitamine A zijn de oorzaak van vele ziektes en sterfgevallen bij kinderen over de hele wereld. Volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie lopen 230 miljoen kinderen in de wereld het gevaar om te lijden aan vitamine A-deficiëntie Er bezwijken daar jaarlijks 1 tot 2 miljoen mensen aan en worden er 500.000 kinderen blind. Daarenboven leidt een gebrek aan deze vitamine tot achterstand in de intellectuele ontwikkeling en een lagere weerstand tegen ziektes zoals malaria, diarree en mazelen. Tweehonderd gram “gouden rijst” per dag volstaat om het gebrek uit de derde wereld te helpen.

Dit was echter buiten de groenen gerekend en hun panische angst voor alles wat vooruitgang heeft gebracht. Het labo van Potrykus in Zürich werd geïnfiltreerd door een Greenpeaceactiviste. Toen Potrykus een staal van zijn weergaloze ontdekking voor een bio-veiligheidsanalyse opstuurde naar het Rice Research Center op de Filippijnen, werd het bij DHL gestolen en met een georkestreerde campagne als Frankensteinvoedsel aan de schandpaal genageld.

Door de actie van de ecoterroristen kon gouden rijst pas twintig jaar na zijn ontdekking geproduceerd worden. Potrykus stond zijn intellectuele rechten gratis af aan Syngenta voor productie, op voorwaarde dat elke arme boer in de wereld gepatenteerde “gouden” rijstplanten cadeau kreeg. De opgeklopte angst van milieuorganisaties als Greenpeace voor ggo’s ondermijnt hun eigen geloofwaardigheid.

Bescherming van zaden tegen droogte

Gent stond met de professoren Marc Van Montagu, Walter Fiers en Jef Schell aan de wieg van de ggo’s en de planten-biotechbedrijven. Wereldwijd waren er in 2007 al 110 miljoen hectaren beplant met gewassen waarin hun technologie vervat zat, in 2010, 143 miljoen. Deze professoren legden de basis van de plantgenetica, waarbij vreemde genen in planten binnengebracht worden.

De zo ontstane genetisch gemanipuleerde organismen of ggo’s kunnen belangrijke kenmerken wijzigen via het zaad van de plant. Zo kunnen genen worden ingebracht die de planten beschermen tegen onkruidverdelgers en herbicidentolerantie creëren. Droogteresistente gewassen zoals maïs, rijst en katoen kunnen de enorme waterhoeveelheden beperken die de landbouw nodig heeft in Afrika en specifiek in de Sahelgordel, waar water zeer schaars is. Met ongeveer vijf jaar achterstand op de “gouden rijstkorrel” begon de ontwikkeling van “gouden” sorghum, het basisgraangewas voor Afrika.

‘Boeren in de derde wereld kunnen uit de armoede gehaald worden met beter zaad en een betere en eerlijke zaadhandel.’

Ggo’s zorgen voor een grotere oogstopbrengst, meer inkomsten voor de landbouwers en er moet minder natuurgebied sneuvelen om plaats te maken voor de akkers. Boeren in de derde wereld kunnen uit de armoede gehaald worden met beter zaad en een betere en eerlijke zaadhandel.

Wetenschappers van het Vlaams Instituut voor biotechnologie (UG) hebben ontdekt dat door het uitschakelen van twee genen éénjarige planten meerjarig worden. Met klassieke kruising duurt dit 25 tot 50 jaar. Een gigantische stap voor de landbouw in de wereld. Cultuurgewassen (zoals groenten) die bloeien en sterven na één jaar, kunnen nu overwinteren en nadien doorgroeien. Leve de ggo’s.

Het gevaar voor inbreng van vreemde genen is minimaal. Bij deze genetische manipulatie worden minder genen uitgewisseld dan bij een kruising. Bijna alle ggo’s die ontwikkeld worden in de wereld, steunen op dit belangrijke onderzoek uit Gent. Gentechnologie belast de natuur niet, maar ontlast haar. De productie verhoogt zonder extra input van stikstof en andere vormen van bemesting. Tarwe groeide vroeger anderhalve meter hoog, nu nog één meter voor dezelfde opbrengst aan voedzame aren. De stengel is stro, waaraan steeds minder behoefte is door de industrialisatie van de veeteelt en de toename van graasland. Voor dezelfde productie van graan, want dit komt uit de aren, wordt dus steeds minder voedsel uit de bodem getrokken om het graangewas te doen groeien.

Geruchtenmolen in Zimbabwe

Een vet varken weet niet dat een magere soortgenoot honger heeft. Oppositie tegen biotechnologie is een westerse luxe, zei de Keniaanse landbouwwetenschapper Dr. Florence Wambugu ooit: “Ik waardeer ethische bezwaren, maar alles wat weerstand biedt tegen het voeden van onze kinderen is onethisch.” Dezelfde argumentatie bij Charles Mugoya, secretaris-generaal van Oeganda’s National Council for Science and Technology in een debat over genetisch gemanipuleerde bananen: “Bananen zijn de basisvoeding van de Oegandezen, met gemiddeld 200 kilo per persoon per jaar. Kruisbestuiving door de lucht bij deze fruitboom is zelfs onbestaande“.

De biogenetische fobie van Greenpeace zit al decennia in het DNA van die organisatie. Tussen 1996 en 2001 lanceerde de eco lobby (Greenpeace, The Sierra Club…) in de derde wereld een 175 miljoen dollar kostende campagne tegen wat zij genetische pollutie noemden en voor een moratorium op ggo’s. Veertien Afrikaanse satrapen als Robert Mugabe, de Zimbabwaanse gek van Harare, en Levy Mwanawasa, president van Zambia gingen daar gretig op in. In 1980 bedroeg de levensverwachting in Zimbabwe 61 jaar, vandaag is het nog amper 45 jaar. Amerika schonk 26.000 ton genetisch gemanipuleerd graan aan Zambia, waar 2,5 miljoen zielen op de ondervoedingsgrens leven. Het rotte weg in de haven. Er werd een geruchtenmolen op gang gebracht dat vrouwen er steriel van werden en dat je er aids van kon krijgen.

Onderzoekers over de hele wereld, van de Iowa State University tot Dow Chemical en Monsanto, werken aan gewassen die proteïnen kunnen produceren die antistoffen kunnen aanmaken in het menselijke lichaam. Antistoffen tegen bijvoorbeeld hepatitis B, herpes of diarree, waaraan 2 tot 4 miljoen mensen per jaar sterven in de ontwikkelingslanden.

‘Het lijdt geen twijfel dat we de farma- en chemische industrie met argusogen en scepticisme nauwlettend in de gaten moeten houden en reglementeren.’

Het is moorddadig het werk van deze mensen te stoppen omdat ze de natuur een handje willen toesteken. Dit kan niet op basis van het geloof, niet op basis van heimwee naar het verleden, niet op basis van doorgeschoten risicovrees, en zeker niet voor de belangen van de belijdenis van de nieuwe milieugodsdienst: het ecologisme.

Het lijdt geen twijfel dat we de farma- en chemische industrie met argusogen en scepticisme nauwlettend in de gaten moeten houden en reglementeren. Multinationals als Syngenta, Monsanto, Dow Chemical, Bayer, Hoechst, DuPont, Dow AgroSciences en consoorten zijn economische reuzen die eerder oligopolievorming en winstmaximalisatie nastreven dan menslievendheid.

Schaduwwereld met absolutistische trekjes

We moeten echter evenzeer, zo niet meer, op onze hoede zijn voor de schaduwwereld van allerlei belangenorganisaties en ngo’s, die elk met hun eigen agenda en geloofsleer een parallel machtsblok vormen. Hun werkwijze is niet zelden gespeend van absolutistische trekjes en verspreid met een antikapitalistische ondertoon.

Ze vertegenwoordigen nochtans alleen zichzelf, hun donors en hun leden. Ze moeten geen democratische verantwoording afleggen aan een kiespubliek, maar voelen zich verheven boven regeringen. Ze beweren beter te weten wat goed is voor de wereld en zijn burgers dan de democratische instellingen. Ze spelen de zelfverklaarde spreekbuis van de moral majority.

Drukkingsgroepen hebben ontegensprekelijk een toegevoegde waarde, al is het maar om in vele gevallen de maatschappij een geweten te schoppen, maar goede bedoelingen verongelukken niet zelden in het ravijn van de naïviteit. Ze zoeken ook een reden voor hun bestaan en gaan op zoek naar nieuwe doelstellingen en nieuwe bedreigingen. We zouden met de vergroening van de wereld verder staan als we meer rekening zouden houden met de groene wetenschap dan met de groene politieke ideologie. Obscurantisme is een denkwijze waarin het irrationele overheerst op het rationele van de wetenschap. Gekoppeld aan de groene religie wordt het fundamentalisme.

Ze moeten hun oor even te luisteren leggen bij de Amerikaanse agronoom en Nobelprijswinnaar dr. Norman Borlaug: “Er zijn 6,6 miljard mensen op de planeet vandaag. Met de klassieke organische landbouw kunnen we er 4 miljard van voeden. Welke 2 miljard zouden vrijwillig willen sterven? Of welke 2 miljard zouden Greenpeace, het WWF en het Earth Liberation Front vrijwillig laten sterven?’ Het vernietigen van experimentele biotech- projecten is ecoterrorisme en verwijzing naar Frankensteinvoedsel of nazipraktijken is misdadige propaganda van eco-imperialisten: ‘If you can’t be right, be dramatic.’

Partner Content