Koen Meulenaere

De nieuwe hoofdredacteur

Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De komst van Johan Van Overtveldt als nieuwe hoofdredacteur van Knack is op gejuich onthaald.

Na jaren te zijn opgejut door een stoker van de vakbond eindelijk iemand die iets meer aanleunt bij de werkgevers. Inzonderheid de West-Vlaamse, die dezer dagen op zulke schandelijke wijze in een slecht daglicht worden gesteld op de openbare omroep. Met ons belastinggeld! Wij hadden bijna geschreven: ‘Met hun belastinggeld’, maar afgaande op wat de VRT ons wil doen geloven, betalen die fraudeurs dat niet.

Onze nieuwe hoofdredacteur is dus met open armen ontvangen, zij het dat er na de eerste redactievergadering toch een lichte twijfel is gerezen. Na daar jarenlang te zijn onderwezen over de onnavolgbare structuren van de christelijke arbeidersbeweging en het gedachtegoed van monseigneur Cardijn, keken uw geliefde redacteurs raar op toen onze nieuwe leidsman ons vertrouwd probeerde te maken met enkele fundamentele wetmatigheden van de economie.

Johan Van Overtveldt stapte naar een oud schoolbord dat ooit door onze chef-Wetstraat schots en scheef tegen de muur was getimmerd, graaide in het krijtjesbakje, en schreef in sierlijke letters: ‘Caers kocht een zaak.’ Het is de eerste zin uit menige cursus ‘Inleiding tot de economie’.

Nog vooraleer hij aan de tweede zin kon beginnen, om via de basisbegrippen van de boekhouding en middels enkele pijltjes en cirkeltjes zo snel mogelijk uit te komen bij het monetair systeem van Bretton Woods en de modellen van Smith en Ricardo, ontstond er beroering in de zaal: ‘Welke Caers?’

Van Overtveldt keek verwonderd op: ‘Hoezo, welke Caers?’

‘Ja, welke Caers kocht een zaak? Er is wel meer dan één Caers mogen we aannemen.’

Onze nieuwe hoofdredacteur schudde niet-begrijpend het hoofd: ‘Weet ik veel welke Caers. Wat doet dat er toe?’

Nu rees een van onze eindredacteurs misnoegd van zijn stoel overeind: ‘Mijnheer, in Knack geven wij de eerste keer dat iemand in een tekst vermeld wordt zowel de voornaam als de familienaam, en indien de context daartoe noopt ook de nationaliteit en de exacte functie. Dus ik vraag met aandrang: welke Caers? Anders kan ik deze openingsparagraaf, hoe sterk ook, én alles wat u er eventueel nog aan toe wou voegen, niet laten passeren.’

Johan Van Overtveldt, vooraf gewaarschuwd over het onbuigzame karakter van de meeste Knack-redacteurs, dacht bliksemsnel na en redde zich meesterlijk: ‘Het is al goed: Jan.’

‘Ik heet Joost mijnheer.’

‘Nee, Caers heet Jan. Jan Caers. Jan Caers kocht een zaak.’

Dat moesten de toehoorders even verwerken. Toen stond iemand anders recht en vroeg: ‘Waar?’

Opnieuw was onze nieuwe hoofdredacteur een en al verbazing: ‘Hoe bedoelt ge: waar?’

‘Waar kocht Jan Caers een zaak?’

‘Maar enfin, waar kocht… in Antwerpen!’

Rond de vergadertafel viel een gespannen stilte, waarna dezelfde spreker volhield: ‘Jamaar, waar in Antwerpen? Antwerpen is groot. Dat beweren ze daar zelf toch.’

Er zijn er die het langer hebben volgehouden, anderen minder lang, maar Johan Van Overtveldt kreeg het na twee en een halve minuut al zwaar op de heupen van zijn nieuwe ploeg en repliceerde met geïrriteerde stem: ‘Wat kan het iemand schelen waar hij die zaak begon? Het is maar een voorbeeld.’

Hola, ‘maar’ een voorbeeld. Het geroezemoes ging nu over in een eerste protest. ‘Mijnheer’, zo sprak een oudere journalist met enig prestige bij zijn collega’s, ‘zo zijn wij niet opgeleid. Voor Rik Van Cauwelaert maakte alles iets uit, en zeker een voorbeeld. Alles moest gecheckt zijn, én dubbel gecheckt, desnoods bij dezelfde bron. Rik zei altijd: als de lezers merken dat een voorbeeld niet correct is, zullen ze concluderen dat de theorie erachter ook niet deugt. Dat zei Rik altijd. Het is een groot verschil of deze Caers een zaak koopt op de Turnhoutsebaan in Borgerhout, dan wel op de Bist in Wilrijk. Al was het maar voor de solvabiliteit van zijn klandizie. Van u als econoom mogen we toch verwachten dat…’

‘Op ’t Zuid.’

‘Wat zegt u?’

‘Jan Caers kocht een zaak in Antwerpen-Zuid. Is het nu goed, zageman? Kan ik verder gaan?’

‘Wat voor een zaak?’

‘Maar dat heeft toch helemaal geen… in elektroapparatuur.’

Had onze nieuwe hoofdredacteur een kleurrijk vuurwerk afgestoken in de vergaderruimte, de consternatie was niet groter geweest. ‘Een zaak in elektroapparatuur? Op ’t Zuid? Die vent is knots. Vanden Borre heeft daar net een groot filiaal ingehuldigd. Gaat Jan Caers ernaast een buurtwinkeltje openen. Wat kunt ge daar kopen, bij Caers Elektro? Een gesofistikeerde mixer? Een elektrische koffiemolen?’

Terwijl het rumoer nu niet meer in te dijken viel, klapten een drietal van onze onderzoeksjournalisten hun mobieltjes open. Eén belde de bevolkingsdienst van de stad Antwerpen om te controleren of een zekere Caers (‘Jan! Jan Caers. Cesar, Anton, Emil, Romeo, Simon.’) zich recentelijk gedomicilieerd had in de wijk Antwerpen-Zuid. Een tweede belde naar Unizo (‘Elektroapparaten! Op ’t Zuid. Neenee, niet Vanden Borre, Caers!’). Een derde sommeerde zijn contactpersoon in de politietoren op de Oudaan na te gaan of Jan Caers een strafblad had, met daarop mogelijk een frauduleus faillissement.

De conclusie was unaniem: ‘Er is daar helemaal geen Jan Caers op ’t Zuid, laat staan een die een elektrozaak gaat beginnen. Uw informatie is niet correct. Nooit meegemaakt met Rik. Als die met iets kwam, was het altijd juist.’

Het geloof van Johan Van Overtveldt begon te wankelen, vooral het geloof in de wijsheid van zijn overstap van Trends naar Knack. En toen stak een wat bedaardere redacteur, die tot dan toe niets had gezegd, zijn vinger op. Van Overtveldt hoopte op een uitweg: ‘Ja, u daar?’

‘Mijnheer, van welk geld kocht Jan Caers die elektro-zaak op het Zuid in Antwerpen?’

Wij hadden altijd gedacht dat Rik Van Cauwelaert over niet veel geduld beschikte, maar onze nieuwe baas stak hem de loef af en barstte plotseling uit: ‘Weet ik veel waar hij dat geld haalde. Van een bankoverval. Of nee wacht, voor ge weer naar de politie belt, van een erfenis. Jan Caers had een mooi bedrag geërfd. Van zijn vader.’

Nu waren de redacteurs, redactrices, coördinatoren, senior writers, vormgevers, archiefbeheerders en logistiek managers van Knack met regelrechte verstomming geslagen: ‘Is de oude Caers dood? Is zijn caers uitgegaan? En meteen daarna koopt die zoon een elektrozaak met de opbrengst van de erfenis? Dat is hoogst verdacht.’

Onze chef-wetenschappen nam prompt het woord en beweerde, met zijn academische scholing als referentie, dat het openen van een zaak, laat staan een in elektroapparatuur, niet tot een normaal rouwproces behoort. En dezelfde collega van daarnet had weer het nummer van zijn geheime informant op de Oudaan ingetikt: ‘Is er onlangs een al wat oudere Caers in suspicieuze omstandigheden overleden? Kunt ge eens informeren bij het parket?’

Johan Van Overtveldt hield het voor bekeken, grabbelde zijn dossiers bij elkaar, en ging in zijn bureau zitten nadenken over wat hij eerst zou afschaffen: de redactievergadering of de redactie. In de conferentiezaal was iedereen het ondertussen eens: een sympathieke man, de nieuwe hoofdredacteur, maar een beetje een losbol, voor wie het allemaal niet zo nauw stak. Zoiets kan wellicht bij Trends, maar niet bij Knack.

Koen Meulenaere

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content