Mark Van de Voorde

De mechanismen en strategieën van N-VA: zijn de jaren 30 dan toch begonnen?

Mark Van de Voorde Onafhankelijk publicist en gewezen raadgever van Herman Van Rompuy, Yves Leterme en Steven Vanackere.

N-VA gebruikt dezelfde mechanismen en strategieën die politieke partijen ook gebruikten na de financiële crisis van 1929 om succes te boeken.

Je moet het toch maar kunnen. Als partijvoorzitter laat je je parlementsleden wekenlang inbeuken op een minister. Als die man dan afgepeigerd en murw geslagen er de brui aan geeft, zeg je doodleuk dat hij wellicht niets fout heeft gedaan.

Als voorzitter van een coalitiepartner noem je de minister-president van de Vlaamse regering waarin jouw ministers heel belangrijke portefeuilles beheren, nu al loyaal aan de volgende federale regering met een Waalse premier. Daarna zeg je doodleuk dat je na de verkiezingen hoopt partners te kunnen zijn en dat de huidige minister-president jouw grootste hoop is.

Je gaat spreken voor de Franstalige kapitaalkrachtige haute volée over je economische visie waaruit moet blijken dat je voor kapitalisten van welke taalkundige kunne ook nog niet zo’n kwade bent, veeleer aaibaar. Je vertelt doodleuk echter niet dat, als het van jou afhangt, zij in jouw afgesplitste staat niets in de pap te brokken zullen hebben.

Je verlaat de communautaire gesprekken uit ongenoegen, maar je eigen ministers in de Vlaamse regering doen mee aan de uitvoering van de staatshervorming die je zo verfoeit maar die wel BHV heeft gesplitst, wat je wou, en die de copernicaanse omwenteling heeft ingezet, want het budgettair groter gewicht verlegt naar de deelstaten. Toch vertel je doodleuk dat voor jou de klassieke staatshervorming heeft afgedaan.

Je criminaliseert het middenveld en laat je volksvertegenwoordiger het ACW beschuldigen van fraude, omdat het de voorzieningen van de wet uitput om zijn engagement ten voordele van de gewone Vlaming en zijn sociale projecten te kunnen blijven financieren. Derwijl heb je onlangs nog doodleuk gepleit voor de toekenning van de Belgische nationaliteit aan een Franse staatsburger die in zijn land de belastingen wil ontlopen om meer geld in eigen zak te kunnen steken (niet ten bate van de gewone mensen dus).

Je brult als een leeuw als de christelijke arbeidersbeweging erover denkt om misschien gebruik te maken van de notionele intrestaftrek, totaal wettelijk overigens maar ethisch misschien wel op het randje, om geen personeelsleden te moeten ontslaan. Doodleuk echter houd je je mond, als bedrijven zoals ArcelorMittal en Ford via de notionele intrestaftrek hun winsten opdrijven en hun aandeelhouders extra spekken, maar wel honderden mensen afdanken.

En toch slikt de gewone Vlaming die ongerijmdheden. Want die gewone Vlaming vindt de rabauwse rebelsheid geweldig, ook al houdt het programma weinig rekening met de vragen en noden van het hardwerkende deel van de samenleving, maar is het veeleer gericht op steun uit de hoek van het kapitaalkrachtige deel van de bevolking.

Wat is hier aan de hand? De jaren dertig! Jawel, de verwijzing waar nooit naar verwezen mag worden. Vooraleer de militanten in hordes over mij heen vallen, wil ik duidelijk stellen dat ik de N-VA niet beschouw als een ondemocratische, antidemocratische of fascistische partij (ik wil dat desnoods nog een tweede keer herhalen voor de hardhorigen onder hen).

Maar waarom dan de jaren dertig? Omdat de N-VA dezelfde mechanismen en strategieën gebruikt die politieke partijen ook gebruikten na de financiële crisis van 1929 om succes te boeken.

Bart de Wever legt graag de nadruk op de “grondstroom” van de samenleving (wat in correct Nederlands “onderstroom” moet zijn). In de jaren dertig hadden nogal wat partijen het over het gezonde volksdenken of le pays réel. N-VA attaqueert vermeende financiële transacties, Rex, de partij van de latere Waalse collaborateur Léon Degrelle, is (relatief) groot geworden door voortdurende aanvallen op de bankwereld en financiële malversaties (die niet bewezen werden).

De nationalistische en populistische partijen van de jaren dertig hadden het niet voor de arbeidersbeweging (van welke kleur ook), maar wilden die vervangen door corporatisme. De N-VA wil het christelijke middenveld vernietigen, omdat het in de weg zit van haar etatistisch samenlevingsmodel.

Dat etatisme was al duidelijk in het onderwijsprogramma dat de pedagogische begeleiding aan de netten wil onttrekken en aan de staat wil toevertrouwen. Ook uit het cultuuressay van Bart De Wever in De Standaard kon je besluiten dat cultuur volgens hem meer in dienst moet staan van het volk dat door de eigen staat gedragen wordt. Een samenleving zonder krachtig sociaal middenveld kan geen vuist maken tegen een extreem liberale economie waarin mensen als productiemiddelen worden beschouwd.

Het komt er nu voor de N-VA op aan om de geesten te bewerken. Hoe? Door iedereen verdacht te maken en alle eventuele tegenstemmen te smoren in het lawaai. Zelfs de Vlaamse Beweging, waaruit de partij is ontstaan, moet verdwijnen (het enige goede dat ze kan doen, volgens Bart De Wever, is zichzelf opheffen). Immers, de N-VA en alleen de N-VA incarneert wat Vlaanderen nodig heeft. Dus doe je wat elke bokser doet: je slaat de anderen tegen het zeil en biedt hun dan de hand aan. Distantiëren, associëren, destabiliseren…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content