Guido Lauwaert
De Gentse Feesten hebben meer kunst op de rug en in het hoofd dan algemeen wordt gedacht.
Wie bier, pensen en frieten op de Gentse Feesten plakt heeft geen ongelijk. Met de jaren is de Gentse Feestenweek de grootste attractie van de wereld en de omliggende planeten geworden. Door de middenstand die er brood in zag. Bijna de gehele binnenstad is een kermis. Toch blijft er een oase over.
Op het plein van Sint-Jacobs, en waar Walter De Buck 45 jaar geleden op het terras van zijn café Trefpunt de Gentse Feesten uit de dood deed opstaan, blijft de betere populaire muziek de hoofdschotel, maar is de kunst en de geschiedenis in de marge blijven bestaan, en zijn zelfs met de jaren toegenomen. Middels klassieke concerten, onder de benaming (het zou Gent niet zijn) Gentsche Festspiele. Ze gaan door in de feestzaal van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL). Indien de concerten niet van een hoogstaande kwaliteit zouden zijn, het bestuur had niet eens gedacht de plek voor zijn voordeur ter beschikking te stellen.
Ook de jonge en zelfs heel jonge zangroepen en theatergezelschappen krijgen de kans om op de kleinere podia ervaring op te doen. De confrontatie met het publiek is de beste graadmeter van wat goed is en fout zit in het broedsel. Verder zijn er nog heel wat andere culturele initiatieven van het betere niveau. Eén ervan verdient speciale aandacht, door de vele initiatieven rond de herdenking van een internationale gebeurtenis honderd jaar geleden, een ellendige gebeurtenis die vier jaar duurde. U raadt het al, de Eerste Wereldoorlog.
Onder de noemer Van het Westelijk front geen nieuws, organiseert Trefpunt, het Vermeylenfonds en KANTL een reeks historische lezingen, sommige met geprojecteerd beeldmateriaal. De spits wordt op zondag 20 juli afgebeten door Michiel Hendryckx. Puttend uit zijn archief, waaruit zijn boek Het Frontparadijs ontstond, vertelt hij over de soldaat Heinrich Wandt (1890-1965) die als secretaris werkte in het Duitse leger in Gent. Met sarcasme schetst hij, dankzij het dagboek van Wandt, de decadente levensstijl en de corruptie bij de Duitse officieren en de bordelen voor de frontsoldaten met verlof.
Gita Deneckere, hoogleraar Geschiedenis aan de Gentse unif, houdt op de nationale feestdag een luchtige lezing over Nationalisme en Oorlog. Op 22 juli leest actrice Chris Thys voor uit de oorlogsdagboeken van Virginie Loveling. De gruwel, de ellende, de honger, de schaarste, de hoop en wanhoop… niets blijft onbesproken. Zondag 27 juli is het de beurt aan acteur Jacob Beks om voor te lezen uit het oorlogsdagboek van Stijn Streuvels. Een tevens ongetwijfeld boeiende ervaring zal de toelichting zijn van Herman Balthazar en Nico Van Campenhout over hun onlangs verschenen boek Twee jonge Vlamingen in de Grooten Oorlog, dat gebaseerd is op de oorlogsdagboeken van August Balthazar en Leo Picard. Ongetwijfeld, omdat een boek niet alle info en docu bevat die werd verzameld. Voor een boek moeten vaak darlings gekild worden. Een lezing is de beste wijze om ze te laten verrijzen.
Tussen 20 en 27 juli is er dus elke dag wel een boeiende gebeurtenis, waar geschiedenis en kunst in één bed liggen. Het artistieke aspect komt bijvoorbeeld sterk aan bod in het verhaal over de absurditeit van de oorlog. Viona Westra zingt en vertelt, John Snauwaert speelt sax, Jean Van Lint contrabas en Filip Verneert gitaar. Zo valt er dus elke dag wat te leren. Ten bate van de vrede en de vriendschap tussen de mensen van alle rassen, gezindten en landen. De plaats waar deze lezingen doorgaan, en meer waarde hebben dan de grootste kitschdag die er bestaat, Kerstmis, is KANTL, Koningsstraat 18, Gent. Telkens op het middaguur. Meer info kan u vinden op www.trefpunt.be. Wat klavierspelen en u komt terecht op de lezingen, maar op de klassieke concerten. De Gentse Feesten hebben meer kunst op de rug en in het hoofd dan algemeen wordt gedacht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier