Vrije Tribune

De focus op de rellen tijdens de nationale betoging verhult andere agenda

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘De Wever en Jambon kunnen dan nog plechtig verklaren dat zij het stakingsrecht en het recht op vrije meningsuiting respecteren, de angstpsychose die ze creëren ondermijnt dat volledig’, aldus advocaten Jan Buelens en Joke Callewaert.

De betoging van 6 november blijft de geesten beroeren. Niet zozeer omwille van het feit dat het om de grootste anti-regeringsbetoging gaat sinds 1986, maar wel omwille van de confrontatie die in de marge ervan plaatsvond met de politie. Alleen al de verhouding tussen het aantal betogers en het aantal personen dat deelnam aan die confrontatie, zou moeten aanzetten tot enige relativering.

De confrontatie wordt immers aangegrepen om een aantal maatregelen, zoals voorzien in het regeerakkoord, versneld ten uitvoer te brengen.

Versterking van de ordehandhaving in theorie en praktijk

Tot nog toe werd er veel aandacht besteed aan het (anti)sociaal luik van het regeerakkoord, maar ten onrechte veel minder aan het (anti)democratisch luik.

De realiteit zal dit echter snel noodzakelijk maken.

De regeringsverklaring is een gevaar voor de democratische rechten. Gebruikmakend van de bezorgdheid van de bevolking over de import van de zogenaamde jihad naar Europa heeft de regering een globaal plan uitgewerkt tegen elke “radicalisering”. Dat plan bevat zowel de oprichting van een Nationale Veiligheidsraad, een mogelijke inschakeling van het leger, een versterking van de ordehandhavingstaken van de politie en de inperking van de controlemogelijkheden op het optreden van deze politie.

In de schoot van de Nationale Veiligheidsraad vindt een nooit geziene centralisatie van macht en vooral van inlichtingen plaats. De door Snowden onthulde ontsporingen van de NSA (Amerikaanse Nationale Veiligheidsraad) die haar burgers op massale schaal bespioneerde zouden nochtans moeten aanzetten tot voorzichtigheid. Ook het feit dat radicalisering een zeer vaag begrip is, is een gevaarlijke evolutie. Zo is niet uitgesloten dat het dreigt toegepast te worden op al wie zich verzet. Bovendien blijkt dat de regering haar legitimiteit enkel op basis van de stembusuitslag van 25 mei wil baseren, en niet op basis van een constant democratisch proces van overleg en onderhandelingen met de verschillende actoren in de samenleving. In die logica wordt het verzet tegen regeringsmaatregelen meteen afgeserveerd als een verzet ’tegen de democratie’. Mag dat dan ook als ‘radicaal’ bestempeld worden? Tot op heden bestaat er een recht om te betogen, maar voor hoe lang nog?

Meer dan aan andere ministers wordt ongeziene macht toegekend aan de Minister van Binnenlandse zaken, die en passant wordt omgedoopt tot Minister van Binnenlandse zaken én Veiligheid. Het is niet toevallig dat de N-VA deze ministerpost vanaf het begin claimde, en toegekend heeft aan Jan Jambon, waarvan men op zijn minst kan zeggen dat hij zich bevindt aan de rechterzijde van de N-VA.

Jan Jambon voegt meteen de daad bij het woord. Hij wil immers bij een volgende manifestatie desnoods “zelf in het commandocentrum zal plaatsnemen”. Nochtans behoort de ordehandhaving bij uitstek tot de gemeentelijke autonomie. Slechts als de verhouding tussen de lokale en federale politie in het geding is, kan Jambon op de proppen komen, en dan nog onder bepaalde voorwaarden. De voortvarendheid waarmee hij dat nu doet, is onaanvaardbaar.

Dezelfde voortvarendheid geldt voor de manier waarmee de Brusselse burgemeester Mayeur nu aan de schandpaal wordt genageld, nog voor er een ernstig onderzoek is gevoerd of enig ernstig overleg heeft plaatsgevonden. Dat ook de burgemeester van Antwerpen zijn collega uit Brussel in eenzelfde beweging afvalt is ongezien, en kan moeilijk anders begrepen worden dan een oordeel van een schaduwpremier.

Stemmingmakerij over de “24 november”-staking

De maatregelen tot versterking van de ordehandhaving worden genomen met het oog op de staking die is gepland in vier provincies, waaronder de provincie Antwerpen op maandag 24 november. Onmiddellijk na de confrontaties op 6 november werden er geruchten gelanceerd over een mogelijke herhaling op 24 november. Een ware angstpsychose werd gecreëerd, waarbij zelfs werd geopperd dat er doden zouden kunnen vallen. Er werd echter bewust verzwegen dat het over een actie van een totaal andere orde ging, met name een staking. Er zal alvast “een indrukwekkende ordemacht klaarstaan” en “voor andere maatregelen laat ik niet in mijn kaarten kijken”, dixit De Wever.

Door dergelijke stemmingmakerij trachten minister Jambon en burgemeester De Wever mensen te ontraden deel te nemen aan sociale acties en hen schrik aan te jagen. Beide heren kunnen dan nog plechtig verklaren dat zij het stakingsrecht en het recht op vrije meningsuiting respecteren, de angstpsychose die ze creëren ondermijnt dat volledig. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft al meermaals geoordeeld dat men geen ‘chilling effect’ mag toepassen op fundamentele rechten en vrijheden.

Deze stemmingmakerij wordt vergezeld door een ideologisch offensief.

De Wever doet de staking af als ‘een politieke staking’. Hij laat uitschijnen dat het een partijpolitieke staking is, die niets te maken heeft met de pensioenmaatregelen, de indexsprong, de verhoging van de inschrijvingsgelden of andere maatregelen die heel veel burgers en gezinnen treffen. Op die manier wil hij deze brede verzetsbeweging breken. De staking is inderdaad georganiseerd tegen het regeerakkoord. Een dergelijke staking is perfect wettelijk in België. Mensen mogen hun stem laten horen. De Wever zegt bovendien in hetzelfde interview dat hij het niet langer neemt “als vriend van het grootkapitaal en vijand van de arbeiders” te worden weggezet. Hij voegt daar fijntjes aan toe: “zo’n discours is bijna crimineel”. Een politiek discours als “bijna crimineel” omschrijven is een zeer zware uitspraak, die problematisch is in het licht van het fundamentele recht op vrije meningsuiting. Op die manier viseert De Wever niet alleen de sociale actie, maar ook het politieke debat.

To Thatcher or not to Thatcher?

De kritiek dat er parallelellen zijn met het bewind van Thatcher wordt afgedaan als een indianenverhaal. Het toeval wil echter dat zij de eerste was om de mijnwerkersstaking als ‘een politieke staking’ te betitelen om nadien het geheel van de sociale en democratische rechten aan te pakken. Zij heeft het stakingsrecht uitgehold, maar ook drastische beperkingen opgelegd aan het betogingsrecht. Dat de Antwerpse burgemeester nu zo hard te keer gaat tegen ‘de geplande betoging’ op 24 november in Antwerpen, terwijl er in het geheel geen betoging is voorzien, moet misschien ook wel in dat kader begrepen worden. Een preventief signaal van de burgemeester om de komende maanden geen betogingen te organiseren. Eén van de andere stokpaardjes van Thatcher was de inzet van het leger voor de ‘binnenlandse veiligheid’. Die piste is ook voor De Wever niet uitgesloten, dat was ondermeer vorig jaar nog duidelijk in de discussie over de aanpak van de protesterende foorkramers in Antwerpen. Zoals gezegd maakt het regeerakkoord dit mogelijk.

De ironie wil dat net nu België het zesmaandelijks voorzitterschap waarneemt van de Raad van Europa. Deze Raad werd in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog opgericht om toe te zien op het respecteren van de mensenrechten en in haar midden werd het Europees Hof voor de Rechten van de Mens opgericht. Het zou ons land een bijzonder slecht imago opleveren als sommige beleidsverantwoordelijken een loopje nemen met de mensenrechten. Tenzij men natuurlijk de ambitie koestert om België onder de jurisdictie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens uit te halen, zoals De Wevers bondgenoot Cameron voorstelde met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk. Het blijft voor alle democratische actoren aangewezen om de evolutie nauwgezet in het oog te houden.

Jan Buelens en Joke Callewaert

De auteurs zijn advocaten bij Progress Lawyers Network

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content