Johan Van Overtveldt (N-VA)

De electorale Dexia-keuzes van Johan Vande Lanotte

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

De claim van vice premier Vande Lanotte dat nu radicaal een streep trekken onder Dexia geen optie vormt, is een politiek-electorale uitspraak en geen conclusie van financieel-economische analyse met het oog op het algemeen belang.

Elke keer opnieuw is het prijs. Telkens de restbank Dexia met resultaten komt, en die zijn steevast in donkerrode inkt gedrenkt, breekt de discussie los over wat er ons nog allemaal te wachten staat in dit dossier. Zo was het dus ook gisteren met in Terzake een uitgesponnen reactie van vice premier Johan Vande Lanotte die commentaar gaf op de analyse van Geert Noels van Econopolis en van uw dienaar.

Geert Noels stelde onder meer dat het nu toch wel hoog tijd wordt om de kost van de huidige strategie inzake Dexia (een afwikkeling over nog minstens twintig jaar gespreid) te plaatsen tegenover de kost verbonden aan een veel abruptere afbouw van dit vermaledijde vehikel. Vande Lanotte reageerde daar kort en scherp op. “Dit is geen optie”, aldus de vice premier die de zekerheid van grote verliezen hier en nu niet aan de burger wil voorleggen.

Vande Lanotte gaat er van uit dat we naar de toekomst toe de verliezen van de restbank Dexia die voor de helft steeds door de Belgische belastingbetaler zullen gedragen worden, nog zullen kunnen beperken. Dat kan inderdaad maar even reëel is het perspectief dat nu niet drastisch ingrijpen de verliezen over de komende jaren nog verder zal doen oplopen. Vande Lanotte wil dus blijkbaar helemaal geen rekening houden met het feit dat afwachten er kan toe leiden dat de verliezen, en dus de rekening voor de belastingbetaler, niet kleiner worden maar zelfs nog fors verder zullen oplopen.

Is een perspectief van toenemende in plaats van verminderende verliezen een realistisch perspectief? Ja, en wel om volgende redenen. Dexia zit vandaag nog op een portefeuille van 200 miljard euro aan beleggingen en 400 miljard euro aan afgeleide producten (de zogenaamde derivaten). De evolutie van de waarde van deze draconische erfenis uit het verleden hangt af van allerhande factoren zoals onder meer de gang van zaken in de Franse, Italiaanse en Spaanse economie alsmede de evolutie van de publieke financiën in deze landen.

De eurocrisis in het algemeen weegt als en blok lood op de waarde van Dexia. Gegeven de tegoeden op de VS (bijna 30 miljard €) is ook de schuldenevolutie in dat land (incl steden als Detroit, Chicago en nog vele andere) een belangrijke variabele voor de Dexia-portefeuille. Telkens het met deze variabelen wat minder gaat, krijgt de portefeuille van Dexia tikken waarbij het steevast om vele miljoenen euros gaat. Wie durft er zijn/haar hand voor in het vuur steken dat deze en andere parameters van belang voor de waarde van Dexia per definitie in de goeie richting gaan evolueren?

Integendeel, ondanks tekenen van ontluikend economisch herstel wegen, zeker inzake bovengenoemde specifieke dossiers, de negatieve perspectieven nog altijd zwaarder door dan de positieve.

Er wordt hier niet gesteld dat het per definitie zo zal zijn dat Dexia over twintig jaar afwikkelen méér verliezen zal opleveren dan een cold turkey-aanpak nu. Wat we wél argumenteren, is dat de keuze voor de langzame afwikkeling een heel reëel risico inhoudt op uiteindelijk nog veel grotere verliezen dan de snelle liquidatie van het geheel.

Het is niet correct van Vande Lanotte te stellen, zoals hij deed in Terzake, dat je over die lange termijn-perspectieven weinig zinvols kan zeggen. Je kan daar heel relevante scenario’s over maken die tot duidelijke, zij het altijd voorwaardelijke conclusies leiden. De Belgische belastingbetaler heeft recht op die afwegingen maar er is vandaag in de publieke ruimte een ontstellend gebrek aan harde, duidelijke informatie over wat er nu echt reilt en zeilt binnen Dexia.

Wat ook zwaar meespeelt in het Dexia-dossier is de blijvende aanwezigheid van enkele personen die in het verleden mee verantwoordelijk tekenden voor de rampzalige strategie die Dexia volgde en de concrete uitvoering ervan. Het gaat dan uiteraard niet om huidig topman Karel De Boeck die pas sinds relatief korte tijd tracht de lekken van het schip te dichten en zich daar ook zwaar voor inzet. De direct betrokkenen waar het hier wél om gaat, hebben er geen enkel belang bij dat de etterbuil Dexia op korte termijn openbarst. Hun rol zou dan snel in de schijnwerpers kunnen komen. Apocalyptische beelden over wat een snelle afwikkeling van het Dexia-dossier zou kunnen betekenen, komen dan ook steevast uit deze hoek aangewaaid.

De keuze van vice premier Vande Lanotte om enkel de optie van een over minstens twintig jaar gespreide afwikkeling van het rampdossier Dexia onder ogen te willen zien, is een politieke en zelfs een electorale keuze. Uiteraard zou het de huidige regeringspartijen bij de komende verkiezingen erg zuur opbreken indien in de komende maanden de ware omvang van het Dexia-debacle aan het licht zou komen. Het argument dat de verliezen misschien nog kunnen beperkt worden door de spreiding in de tijd is minstens eenzijdig.

Vande Lanotte repte met geen woord over de mogelijkheid van nog veel grotere verliezen als gevolg van de wait and see-strategie. Eens te meer moet worden vastgesteld dat het politieke bedrijf, en dus zeker niet Johan Vande Lanotte alleen, een loopje neemt met consideraties op de lange termijn. In de politieke logica legt het electorale imperatief op wat men als belangrijk beschouwt en wat niet. Ook zo in het dossier Dexia, waar de verliezen van de komende kwartalen politiek duidelijk veel zwaarder doorwegen dan de verliezen binnen, pakweg, vijf, tien of twintig jaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content