Vrije Tribune

‘De Block voert een duur achterhoedegevecht tegen de wijkgezondheidscentra’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

De wijkgezondheidscentra maken zich zorgen over de aangekondigde audit die minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) heeft aangekondigd. Ze begrijpen niet waarom de sector in het vizier wordt genomen.

Vandaag vinden steeds meer mensen hun weg naar de wijkgezondheidscentra. In 170 centra over heel België kunnen patiënten terecht voor kwaliteitsvolle zorg bij teams van huisartsen, verpleegkundigen, kinesisten, diëtisten, maatschappelijk werkers,… Door het forfaitair betalingssysteem hoeven ingeschreven patiënten niet te betalen voor consultaties en huisbezoeken. Op die manier spelen wijkgezondheidscentra een belangrijke rol in de toegankelijkheid van gezondheidszorg voor kwetsbare groepen. Een rapport van de ziekenfondsen dat vorige week gepubliceerd werd, leert dat één op zeven patiënten met een laag inkomen nog steeds niet betaalt via de regeling derde betaler (waarbij ze enkel het remgeld betalen).

‘De Block voert een duur achterhoedegevecht tegen de wijkgezondheidscentra’

Deze wijkgezondheidscentra krijgen eerstdaags een vragenlijst in de bus van KPMG, als onderdeel van een audit die minister De Block vorig jaar aankondigde. Daarnaast werd ook een moratorium op de opstart van nieuwe wijkgezondheidscentra en een besparing op het budget van de sector van 7 miljoen euro, in het vooruitzicht gesteld.

Dat de minister, die zich als huisarts beroept op het voeren van een wetenschappelijk evidence based beleid, de wijkgezondheidscentra in het vizier neemt, kan verbazen. Die centra hadden bij het laatste onderzoek door het KCE in 2008, waarbij kosten en kwaliteit van forfaitaire betaling en betaling per prestatie werden vergeleken, een mooi rapport gekregen: wat kostprijs betreft zijn beide systemen vergelijkbaar (de iets hogere kost op de eerstelijn voor de wijkgezondheidscentra wordt gecompenseerd door besparingen op de tweede lijn), voor de onderzochte kwaliteitsparameters scoorden de wijkgezondheidscentra goed en de toegankelijkheid is veel beter in de forfaitair werkende praktijken.

Veiligheid en transparantie

Opvallend is dat de ‘commissie forfait’ van het RIZIV in de zomer van vorig jaar zelf een nieuwe aanvraag indiende bij het KCE voor een studie met vergelijkbaar opzet. Dat voorstel werd toen door de Raad van Bestuur van het KCE (met vertegenwoordiging van de minister) niet weerhouden. Nochtans zou een dergelijk onderzoek interessant materiaal kunnen opleveren om efficiëntie en kwaliteit te vergelijken, en op die manier de minister in staat stellen de middelen werkelijk optimaal te besteden.

De wijkgezondheidscentra zijn met andere woorden een doorlichting van de sector in de audit niet ongenegen, integendeel, willen actief meewerken in alle fasen van het proces. Nochtans is een vertegenwoordiging van de sector in de stuurgroep van de audit, toch een noodzakelijke voorwaarde om veiligheid te creëren, transparantie garanderen en de interpretatie van de bevindingen te kunnen toetsen aan de expertise op het terrein, niet voorzien.

‘In ieder geval moeten de resultaten van de audit worden afgezet tegen de maatschappelijke doelstelling die de sector nastreeft: een toegankelijke, kwaliteitsvolle en efficiënte gezondheidszorg, met aandacht voor jobsatisfactie voor de zorgverstrekkers.’

De wijkgezondheidscentra kregen tot hiertoe ook geen antwoord op de herhaaldelijk gestelde vraag naar de doelstelling van deze audit. Immers, om de “organisatie, werking en kostenstructuur van de medische huizen te optimaliseren”, om performantie van “organisatie, systemen, personeel en processen” te verhogen, moet duidelijk zijn wat men hieronder begrijpt en wat men beoogt. In ieder geval moeten de resultaten van de audit worden afgezet tegen de maatschappelijke doelstelling die de sector nastreeft: een toegankelijke, kwaliteitsvolle en efficiënte gezondheidszorg, met aandacht voor jobsatisfactie voor de zorgverstrekkers.

Blijft de vraag waarom minister De Block deze maatregelen oplegt aan de wijkgezondheidscentra, een model dat door velen in binnen-én buitenland als goede praktijk naar voor wordt geschoven.

Voor de sector is het duidelijk: de laagdrempelige werking, de vele innovatieve projecten in de wijkgezondheidscentra, de samenwerking tussen zorgverstrekkers over de “schotten” tussen zorg en welzijn heen,… leiden tot succes van een model dat niet past in de neoliberale ideologie van Minister De Block.

Dat wordt zeer duidelijk als we kijken naar wat aan de basis ligt van deze batterij aan “besparingsmaatregelen”: de groei van het budget van de sector. Welnu, de enige manier waarop dit budget kan toenemen, is door inschrijving van nieuwe patiënten in een (bestaand of nieuw) wijkgezondheidscentrum. Van het moment dat ze dat doen, genereren die patiënten vervolgens geen uitgaven meer in het model van betaling per prestatie. Met andere woorden: wanneer minder mensen zich inschrijven in de wijkgezondheidscentra, wordt wat daar “bespaard” wordt, uitgegeven in de betaling per prestatie. Het is ook op die manier dat de pas bekend gemaakte “budgetoverschrijding” (voor 2017 op 5.8 miljoen euro geraamd), moet worden gelezen: er wordt geen rekening gehouden met de overeenkomstige daling van de uitgaven in het systeem van betaling per prestatie. Het is moeilijk te geloven dat de minister en haar kabinet deze logica van “communicerende vaten” tussen twee betalingsmodellen niet begrijpen.

Het maandenlange uitstel voorafgaand aan de goedkeuring van een nieuw wijkgezondheidscentrum in Menen, bevestigt het vermoeden dat het kabinet alle middelen wil inzetten om de wijkgezondheidscentra te schaden.

De wijkgezondheidscentra vrezen dan ook dat de conclusies van de audit bij het kabinet De Block weinig relevant zullen zijn. Ze zijn ervan overtuigd dat de groei van de sector bewijst dat deze centra nodig zijn en dat de minister een achterhoedegevecht voert. Maar met € 179.724 zonder BTW (d.i € 1.024 per man/vrouwdag!) voor de audit, is het wel een duur achterhoedegevecht…

Dr. Liesbeth Deraeve, voorzitter Vereniging van Wijkgezondheidscentra

Myriam Suetens, stafmedewerker Vereniging van Wijkgezondheidscentra

Dr. Hubert Jamart, stafmedewerker politiek, Fédération des Maisons Médicales

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content