Ludo Bekkers

‘De besloten hofjes van Mechelen zijn tuinen van geestelijke lusten’

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

De 16de-eeuwse retabelkastjes gemaakt door de Mechelse gasthuiszusters zijn sinds 2011 geregistreerd als Vlaamse topstukken. Ludo Bekkers ging kijken naar de expo.

Hoe moeten we ons dat voorstellen. Gasthuiszusters die van de ochtend tot de nacht bekommerd zijn geweest voor zieken en stervenden en die in hun vrije uren op hun kamer of cellen trachtten te bidden of in slaap vielen, de rozenkrans tussen de vingers. Het lijkt ons een verantwoord beeld van religieuzen die afstand hadden gedaan van de wereldse genoegens en zich heel en al via de Heer aan de lijdende mens hadden gewijd.

De besloten hofjes van Mechelen zijn tuinen van geestelijke lusten.

Hun gemeenschap was een wereld op zich, zeker in de zestiende eeuw die nog doordrongen was van religiositeit tijdens en na de periode van de contrareformatie in de Nederlanden. Door die tragische kerkelijke episode ontwikkelde zich een heftige opbloei van de op religieuze thema’s gebaseerde schilder- en beeldhouwkunst. Die vernieuwde godsvrucht vertoonde ook sporen in meer marginale religieuze artefacten. En die leiden naar een fenomeen dat, niet alleen in Vlaanderen maar ook in andere omliggende landen, vrijwel uniek was en dat men later Besloten Hofjes is gaan noemen.

'De besloten hofjes van Mechelen zijn tuinen van geestelijke lusten'

Besloten hofjes zijn houten kasten die met oneindig geduld door de zusters gevuld werden met allerlei kleine voorwerpen en beeldjes die tot een arcadisch landschap werden samengebracht als een metafoor voor een paradijselijke tuin. Het materiaal waarmee ze die hofjes samenstelden was van diverse aard. Gedroogde bloemen, zijde, was, pijpaarde, beeldjes (de zogenaamde Poupées de Malines), relikwieën, minuscule papierrollen, stukjes perkament.

Veelal waren het recuperatiematerialen en waarschijnlijk werd soms een beroep gedaan op een kunstschilder om op de zijluiken of op de buitenkant een heilige of donateurs uit te beelden Vaak waren de kasten kunstig bewerkt wat zeker het werk was van een beeldhouwer of een gedreven schrijnwerker.

Mechelen toont andermaal dat het bekommerd is om zijn kunstpatrimonium.

Waartoe dienden deze religieuze schrijnen? Hanna Iterbeke van het Mechels museum Hof van Busleyden meent dat ‘in de overdadig gevulde kabinetten de kloosterzuster haar bruidegom Christus daadwerkelijk kon aantreffen. Zichzelf verliezend in de overvloed van zijden fauna en flora, de schittering van zilver en goud en de relikwieën van heiligen, kon de verlichte ziel van de zuster de hemelse aanwezigheid van God en zijn Zoon waarnemen’.

Het is wat extatisch omschreven maar het kastje moet toch een zekere religieuze functie hebben gehad die nauw samenvalt met de roeping van de zusters. Het was een bepaalde vorm van devotie die, binnen de celmuren, een complement vormde met de dagelijkse riten die het kloosterleven bepaalde.

Uit geschiedkundige bronnen leren we dat het fenomeen van de besloten hofjes geen exclusieve was van de zestiende eeuw. Ook vroeger en later vinden we deze schrijnen terug en niet uitsluitend in Mechelen maar ook in het buitenland zoals in Duitsland en Spanje. Welke invloed die op elkaar zouden kunnen gehad hebben is niet bekend. Maar zeker is dat de Mechelse exemplaren mede tot de mooiste behoren. Ze zijn afkomstig van de zusters-Augustinessen van het Onze-Lieve-Vrouwegasthuis dat in de 12e eeuw werd gesticht en in de daarop volgende eeuwen herhaaldelijk werd verbouwd met grotere ziekenzalen en een kapel.

Men kan zich de vraag stellen, los van de thesis van Hanna Iterbeke, en wat prozaïscher, of deze hofjes meer waren dan amateuristische vrijetijdsbesteding. Het knutselen en bijeengaren van alle bruikbare elementjes zou als een typische vrouwendada kunnen beschouwd worden zij het dan met een hogere bedoeling. Dat bijeen puzzelen zou misschien een bepaalde creativiteit hebben gecultiveerd, een middel tegen de verveling maar zeker geen artistieke bijbedoeling hebben gehad. De aantrekkingskracht vandaag schuilt misschien in het kleurrijke amalgaam van elementen die een verrassende naïviteit vertonen die contrasteert met het cerebrale dat sommige actuele kunstvormen domineert en daarvoor een compensatie vormt. Het is een hypothese als een andere maar niettemin moet men erkennen dat er meer dan een zekere charme van uitgaat.

Die is er zonder twijfel maar er is ook de betekenis die er aan vast hangt en de haast kinderlijke devotie die zo contrasteert met de godsdienstbeleving van vandaag indien al aanwezig. Die tegengestelde invalshoeken kunnen een breed publiek boeien dat met grote ogen kan kijken naar deze kunstige werken die nu in een verzorgde tentoonstelling te zien zijn. Ze werden tussen 2014 en 2018 grondig gerestaureerd door tal van specialisten zodat ze nu de originelen benaderen of misschien wel overtreffen. Men kan er uren naar turen om alle details te ontdekken en de verbanden te zoeken. Bovendien is er een wand vrijgemaakt waarop vele onderdelen afzonderlijk getoond worden zodat men ze in detail kan bekijken en zich beter kan voorstellen met welk oneindig geduld de zusters er aan gewerkt hebben. De restauratie is professioneel aangepakt met tal van specialisten en de nodige protocollen die nuttige informatie bevatten voor de latere tijden.

Bij de tentoonstelling hoort een lijvig boek/catalogus voorbeeldig uitgegeven door Hannibal dat als een standaardwerk kan beschouwd worden.

Mechelen toont hier andermaal dat het bekommerd is om zijn kunstpatrimonium en dan bovendien nog in het vernieuwde stadsmuseum.

Tentoonstelling “De besloten hofjes van Mechelen“, Mechelen, Hof van Busleyden nog tot 29 juni.

Catalogus Hannibal ISBN978 94 9267 766 2

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content