Bert Bultinck

‘De bedrijven met grote reserves moeten hun deel van de crisis betalen’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

‘De ellende kan niet alleen op de schouders van de verarmende middenklasse terechtkomen’, schrijft Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck.

U zult het zelf misschien anders hebben ervaren, maar 2021 was een grand-crujaar. Of toch voor de meeste Belgische bedrijven op de Brusselse beurs. Dat heuglijke nieuws, dat afgelopen weekend uitgebreid uit de doeken werd gedaan in de zakenkrant De Tijd, mag tegelijk verbazen en toch ook weer niet verbazen.

Meer dan 20 miljard euro winst haalden onze beursgenoteerde bedrijven samen op. Dat is kras na een pandemie, of beter: tíjdens een pandemie, die diepe kraters had kunnen slaan in het economische landschap en dat wellicht ook had gedaan als we niet met z’n allen de boel hadden rechtgehouden.

Corona heeft tenslotte ook in 2021 nog flink huisgehouden. En 2020 – het jaar van de uitbraak – was voor diezelfde beursgenoteerde bedrijven wel degelijk moeizaam. Als de Veuve Clicquot eind vorig jaar mocht knallen, dan had dat veel te maken met onze noodgedwongen spaarzaamheid het jaar ervoor. In 2021 was de consument er zo op gebrand om geld uit te geven, dat het voor nogal wat bedrijven een koud kunstje was om te stunten.

De bedrijven met grote reserves moeten hun deel van de crisis betalen.

Maar hoezeer u vorig jaar ook als een gek citytrips begon in te plannen of eigenhandig de bubbel op de huizenmarkt nog wat groter maakte, de beursgenoteerde hoera-kreten zouden zonder één andere speler gewoon niet denkbaar zijn: de overheid. De gulle interventies in Brussel hebben niet alleen economische rampen vermeden, ze hebben ook een pijlsnel herstel mogelijk gemaakt. Zonder de gespierde coronamaatregelen was het beeld pikzwart geweest. Het lijkt ondertussen al een beetje vergeten, maar we hebben met z’n allen miljarden uitgegeven om dat economische weefsel vanaf maart 2020 overeind te houden. Met z’n allen, dat wil zeggen: de overheid, en dus u en ik, de huidige en toekomstige belastingbetalers.

Alleen al voor het statuut van de tijdelijke werkloosheid, dat in de pandemie massaal door bedrijven werd ingezet, en het overbruggingskrediet voor zelfstandigen samen liep de rekening in twee jaar pandemie op tot 14 miljard. En die steun blijft duren: in januari kregen nog altijd drie keer meer mensen een uitkering voor tijdelijke werkloosheid dan voor de pandemie, zo deelde de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) mee. Ook geen detail: volgens de Nationale Bank ging de afgelopen twee jaar nog eens 11,6 miljard naar bedrijven in moeilijkheden.

Misschien is het daarom dat de gouverneur van de Nationale Bank in het interview deze week in Knack een opmerkelijk antwoord geeft op de vraag die ons de komende jaren allemaal zal bezighouden: wie gaat dat betalen? Nu de oorlog in Oekraïne talloze geopolitieke denkers essays doet schrijven over het einde van de globalisering – dat van John Micklethwait, oud-hoofdredacteur van The Economist, op de site van Bloomberg is een aanrader – dringt die vraag zich nog sterker op dan voorheen. De vooruitzichten voor de wereldeconomie zijn niet geweldig. In het binnenland kan de kraan niet blijven stromen. Waar moet het geld dan vandaan komen? Het eerste antwoord van gouverneur Pierre Wunsch is pijnlijk vanzelfsprekend: van de spaarders, want door de hoge inflatiecijfers zullen we opnieuw koopkracht verliezen. Maar ook, en dat is minder vanzelfsprekend, van de bedrijven. Want ‘gemiddeld is de winstmarge van de bedrijven historisch hoog’.

Dat verdient enige nuancering. Natuurlijk stijgen de lonen in België nu snel door de automatische indexaanpassing: als het brood duurder wordt, dan stijgen onze lonen mee. En natuurlijk worden grondstoffen en productieprocessen ook nog eens duurder. Dat weegt allemaal op het bedrijfsresultaat. Bovendien zouden de toestand in Oekraïne en de energiemarkt in de hele wereld best wel eens voor een hele lange tijd instabiel kunnen blijven. Maar het zal er de komende weken, maanden en jaren toch op aankomen om de pijn zo verstandig en rechtvaardig mogelijk te verdelen.

Na een coronacrisis waarin ze met ongeziene overheidsmiddelen door de bevolking zijn ondersteund, en na een jaar waarin ze indrukwekkende winstcijfers lieten optekenen, is het aan de grotere bedrijven om tegelijk gezond en genereus te blijven. De ellende kan niet alleen op de schouders van de verarmende middenklasse terechtkomen. De bedrijven met grote reserves moeten hun deel van de crisis betalen. Als zelfs de gouverneur van de Nationale Bank dat aangeeft – een man van liberale signatuur – dan kan daar geen twijfel over bestaan. Een grand cru smaakt zoveel beter als hij samen met anderen wordt opgedronken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content