Dans/theater: Gardenia, Les Ballets C de la B

Regisseurs Alain Platel en Frank Van Laecke verzamelden bijzondere bloemen voor de productie ‘Gardenia’: zeven travestieten en/of transseksuelen, een Vlaamse actrice en een Russische danser.

GEZOCHT: CURSUS BLOEMSCHIKKKEN

Regisseurs Alain Platel en Frank Van Laecke verzamelden bijzondere bloemen voor de productie ‘Gardenia’: zeven travestieten en/of transseksuelen, een Vlaamse actrice en een Russische danser. Maar het bloemschikken verloopt niet als verhoopt.

Iedereen had al weken, zo niet maanden de mond vol van ‘Gardenia’. Het nieuwste project van Les Ballets C de la B was dan ook geen ‘gewone’ voorstelling: oudere travesties op het podium, een choreograaf moderne dans (Platel) en een theater/musicalrregisseur (Van Laecke) samen in de director’s seat en een show/voorstelling die zowel op het prestigieuze Festival van Avignon als de volkse Gentse Feesten moest passen. Een mens zou voor minder nieuwsgierig worden. Laten we meteen met de deur in huis vallen: ‘Gardenia’ (**1/2) lost die hoog gespannen verwachtingen niet volledig in. En dat terwijl het allemaal zo schoon begon.

Fragiele blaadjes…

Of hoe ‘Gardenia’ zich ongelooflijk mooi ontvouwt. Een hellend speelvlak met aan weerszijden enkele aftandse stoelen. Verspreid over de scène mannen/manvrouwen en vrouw. Allen in pak. De man/vrouw geworden Vanessa Van Durme schuifelt naar voor en buigt zich over de microfoon: met diepe bas zingt ze ‘Somewhere over the rainbow’, in schril contrast met de bergbeekheldere stem zoals we die van de jonge Judy Garland kennen. Na dit lied over hoop en dromen, komt de domper: morgen is cabaret Gardenia niet meer. We worden om één minuut stilte gevraagd.

‘Gardenia’ groeide uit Gentse potgrond. De transseksuele actrice Vanessa Van Durme speelde eerder al in ‘Allemaal Indiaan’ van Platel en Arne Sierens en maakte de monoloog ‘Kijk mama ik dans’ met regisseur Van Laecke. Na het zien van de film ‘Yo soy asi’, over de sluiting van een oud cabaret in Barcelona, contacteerde ze opnieuw beide makers. Hoe schoon zou het zijn om zo’n verhaal over vergankelijkheid en ouder worden, over hoop en dromen te tonen op theater. En meer nog, dicht te laten aansluiten op een concrete realiteit.

Die realiteit is de aanwezigheid van de zeven oudere transseksuelen/travesties op de scène (Van Durme, Andrea De Laet, Richard Dierick, Danilo Povolo, Gerrit Becker, Dirk Van Vaerenbergh en Rudy Suwyns). Hun persoonlijke levens worden niet geëxhibitioneerd, hun fysieke aanwezigheid alleen al geeft stof genoeg tot verhaal. Eerst tonen ze zich als oudere mannen in pak, bibberend over het speelvlak als bejaarden . Maar wanneer het pak wordt geruild voor een zomerjurkje vinden ze plots hun jeugd terug. Het is een ontroerend mooi moment in al zijn eenvoud: de beperkingen jong, oud, man, vrouw heffen er elkaar als vanzelf op zonder dat er dikke lagen schmink en tonnen torenhoge pruiken – de clichés van de travestiet – aan te pas moeten komen. De crearuimte van het bejaardentehuis wordt de loge van het cabaret en de transformatie wordt langzaam totaal.

Doornen

De luchtigheid en humor (de sjakossendans op Ravels Bolero!) waarvan dit eerste deel getuigt – ook al is naar ons aanvoelen de onderhuidse tragiek zinderend voelbaar – moet de makers van ‘Gardenia’ verontrust hebben. ‘Het was de bedoeling om ook het verdriet dat onder die cabaretwereld ligt, weer te geven,’ aldus Platel. Daar valt zeker wat voor te zeggen alleen is het de vraag waarom dat per se moest in de figuur van de jonge Russische danser-acteur Timur Magomedgadzhiev. Toegegeven zijn mimedans is bijzonder mooi om zien, maar daarmee sluipen ook andere thema’s de voorstelling binnen: die van de vreemdeling, de migrant, de outcast.

Natuurlijk benadrukt dit de universaliteit van jong vs oud, man vs vrouw, maar de vraag is: of in plaats van een sociale verbreding van die thematiek, het onderwerp travestie/transseksueel niet meer psychologische verdieping had verlangd. Idem dito voor de aanwezigheid van actrice Griet Debacker, geboren en getogen als vrouw. Mooi is ook weer de dans tussen haar en Magomedgadzhiev: de geweldadige passie tussen man en vrouw, of – voor wie dat wil – van de vrouw in de man. Maar ook hier geldt: waarom dit zijspoor gebruiken?

Naar het einde van de voorstelling wordt terug gefocust op het basisgegeven – travesties en de sluiting van hun cabaret – maar dan is het kalf eigenlijk al verdronken, of beter: verdwaald. Het rode loper moment waarbij de travesties in vol ornaat – verkleed als film- of muziekiconen (Minelli, Garland, Garbo…) – zich stilettogewijs op het hellend vlak naar voor begeven, had een spetterende finale kunnen zijn, maar sputtert nu enkel wat. ‘Sag mir wo die blumen sind, sag mir wo die Mannen sind,’ playbackt een Marlène Dietrich

Wo sind die Blumen

Sag mir wo die Blumen sind, indeed! Het lijkt alsof ‘Gardenia’ uit drie delen uiteenvalt, een coherent eerste deel dat speelt met tonen en stemmingen en onderhuids zindert, het expliciet triestige universaliserende dansante tweede deel en het derde rode loper-musicalgedeelte. Of om het even op de regisseurs te betrekken: enkel in deel één ontmoeten ze elkaar, daarna mogen ze elk – Platel in deel twee, Van Laecke de finale – hun folieke doen. Terwijl in inhoud wordt gemeanderd, wordt in vorm gevarieerd op eenzelfde thema (de make-over) maar verdieping blijft uit.

De krop in de keel die zich bij het begin van de voorstelling aankondigde, bleek alzo vals alarm. Bouleverseren deed deze voorstelling niet, niettegenstaande alle elementen daarvoor voor handen waren. De spelers, als bloemen op de scène. Sag mir wo die Blumen sind, ze raakten in de loop van de voorstelling ergens verloren in de revers van de twee regisseurs.

Tot 3 juli in NTGent, ook van 17 tot 25 juli tijdens de Gentse Feesten. www.lesballetscdela.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content