Y.M. Dangre – Meisje dat ik nog moet

De liefde religie, de geliefde een godin. Buiten het karamellenverzencircuit zijn er nog maar weinig dichtbundels die in deze moderne tijd integraal op die thematiek leunen.

Y.M. Dangre – Meisje dat ik nog moet

Uitgeverij: De Bezige Bij

Aantal pagina’s: 64

Prijs: 19,95 euro

ISBN: 978-90-854-2270-9

Tel daarbij het schrijfmachineschrift waarin de gedichten zijn gedrukt, en Meisje dat ik nog moet is een bijzonder old school romantische bundel. Ora pro nobis wordt bij Y.M. Dangre ‘Aurora pro nobis’, gebeden ter verheerlijking van het meisje of de vrouw. Negen Aurora’s passeren de revue, dat zijn er een stuk of zes te veel.

Waarom maken dichters een gedicht om het dan veelvuldig te herschrijven? Dichtbundels zijn al zo dun. Op die manier worden bloedernstige zinnen als ‘ knip mij / in stukken met de gulden snede / tussen je benen en vouw me weer / tot een papieren lier’ of ‘ Elke ochtend lik ik de dauw / uit je monden, eet van je heilige / siddering en open je wonde / tot je honing breekt en mijn lichaam / reinigt’ op den duur onbedoeld lachwekkend.

Dangre herpakt zich in de sprookjesachtige ‘sargedichten’ en in de cyclus ‘Vivaldi’, waarin hij net als de componist de vier seizoenen bezingt, van het bloeien van de liefde en de lust tot het verslonzen ervan.

Maar de reden dat deze bundel genomineerd is voor de C. Buddingh’-prijs, die elk jaar het beste Nederlandstalige poëziedebuut bekroont, én die prijs waarschijnlijk ook zal winnen, is de cyclus ‘Onze woonst’.

In zes gedichten schetst Dangre, die gezien zijn jeugdige leeftijd onmogelijk een ervaringsdeskundige kan zijn, op indringende wijze een uitgewoond huwelijk van een man en een vrouw die tot elkaar veroordeeld zijn. Hun echtelijke woonst is een gevangenis, hun huwelijk ‘Een hele kleine oorlog’, tevens de titel van veruit het beste gedicht van de bundel, mét knipoog naar de klassieker van Willem Elsschot.

Maar waar de man in ‘Het huwelijk’ van Elsschot zich in zijn eentje afzondert bij de haard om zijn ellende te overzien, trekken bij Dangre beide echtelieden zich terug ‘ bij het haardvuur van onze gedachten / om ergens anders te willen zijn, overal / en altijd iemand anders dan wij / die elkaar steeds dieper duwen, de kop in / het zand van te vreugdevol voltooide jaren’. Dat maakt het nog net een tikkeltje tragischer.

Philip Hoorne

Partner Content