Vaticaanse intriges en schandalen
De Amerikaan John Thavis schreef er een intrigerend boek over: ‘De Vaticaandagboeken’. Soms lachwekkend, soms verbijsterend.
Roddels, schandalen, geheimen, intriges, misverstanden. En dat allemaal in een onafhankelijk staatje van minder dan een halve vierkante kilometer. De chaos in het Vaticaan wordt treffend en onderhoudend weergegeven in Thavis’ ‘Vaticaandagboeken’.
John Thavis is wat je een ‘Vaticanista’ zou kunnen noemen. Dertig jaar heeft hij als journalist het reilen en zeilen in het Vaticaan gevolgd, onder meer als hoofd van de Catholic News Service. Zowat de belangrijkste onafhankelijke nieuwsdienst voor berichtgeving over de rooms-katholieke kerk. Twee pontificaten heeft Thavis meegemaakt. Die van de Pool Johannes Paulus II (Karol Józef Wojty?a) en die van de Duitser Benedictus XVI, (Joseph Aloisius Ratzinger).
Alle kleuren grijs
Sensatie is duidelijk niet Thavis’ bedoeling. Hij wil een leesbaar en boeiend verhaal schrijven en is daar volkomen in geslaagd. Hij beklemtoont dat hij geen fictie, wel degelijk non-fictie schrijft. Ook al klinken sommige verhalen fabelachtig. Dat van de paniek die heerste toen Ratzinger in 2005 paus Benedictus XVI werd bijvoorbeeld. Wat een gedoe om witte rook uit de nooit uitgeteste nieuwe kachel te krijgen en daarna het gestuntel om het ‘Habemus papam’ aan de rest van de wereld bekend te maken. De eerste rook had alle kleuren grijs en zo wist de klokkenluider helemaal niet dat er een nieuwe paus verkozen was. Eventjes leek het of Benedictus op het balkon zou verschijnen nog voor de klokkenluider zijn werk had kunnen doen.
Al even fantastisch zijn de verhalen over de pauselijke reizen. En John Thavis heeft er veel meegemaakt. Zo’n volo papale meemaken is slechts weinigen gegeven. Maar echt een cadeautje is het ook weer niet, zo blijkt uit ‘De Vaticaandagboeken’. Je bent dan soms wel dicht bij de paus, maar het nieuws valt dikwijls elders te rapen. Ironisch is hoe Thavis opmerkt dat ‘er niet bij zijn een belangrijk onderdeel is van het verslaan van pauselijke reizen’.
Zo vertelt hij het verhaal van de Vlaming Vik van Brantegem, een lekenmedewerker van de Vaticaanse persdienst, die een bloedneus kreeg na een conflictje (of letterlijk een botsing?) met een veiligheidsagent in Syrië. Paus Johannes Paulus II zou de Omajjadenmoskee in Damascus bezoeken. Een historische gebeurtenis, want het eerste pauselijke bezoek aan het islamitisch gebedshuis. De bewaker bleek wat al te ijverig. Om toch nog iets te zien van het moskeebezoek belandden Thavis en een collega in een winkeltje waar ze de reportage op televisie konden bekijken.
Het zijn mooie anekdoten die Thavis vertelt, maar ze tonen meteen hoe slordig en weinig competent er vaak in het chaotisch Vaticaan gewerkt wordt. Zo had een Amerikaanse kardinaal het plan om in Vaticaanstad een ondergrondse parkeergarage drie etages diep te laten graven. Dat specialisten van de dienst archeologie vermoedden dat op die plaats een oude Romeinse dodenstad lag, was aanvankelijk geen probleem in een puur duel rond bevoegdheden. Maar zoals gebruikelijk hadden de bulldozers maar weinig geduld.
Trage Benedictus
‘De Vaticaandagboeken’ kwam uit net toen Benedictus XVI terugtrad. Die krijgt van Thavis een begripvolle, maar ook kritische beoordeling. Zo stelt hij dat er nooit enig bewijs is opgedoken van actieve betrokkenheid van de paus zelf bij het verdoezelen van seksueel misbruik. Maar: ‘geduld oefenen bleek een geliefde methode van Benedictus.’ De beruchte Mexicaanse priester Marcial Maciel Degallado was al dood en begraven toen het Vaticaan vaststelde dat hij seminaristen had misbruikt, een paar kinderen en minnaressen had en betrokken was bij omkoperij in het Vaticaan.
Pijnlijk was de opheffing van de excommunicatie in 2009 van de traditionalistische Britse bisschop Richard Williamson. Drie dagen voor de ondertekening door Benedictus had Williamson in een interview met de Zweedse televisie de Holocaust geminimaliseerd. Hij wou wel aannemen dat er maximum driehonderdduizend joden om het leven waren gekomen, maar betwijfelde dat de bedoelde gebouwen in Auschwitz als gaskamer konden worden gebruikt. Het interview haalde de wereldpers, de paus was niet op de hoogte gebracht. Het kan wijzen op het gebrek aan communicatie binnen het Vaticaan, op opzettelijk verzwijgen, op wereldvreemdheid. Maar in elk geval was de zaak des te pijnlijker voor een Duitse paus.
Mistroostig
Het aftreden van Benedictus voorspelde Thavis niet. Wel merkt hij op dat hij vaak mistroostig of weemoedig leek. ‘Met recht en rede kon men hem ervan verdenken dat hij alle hoop had opgegeven over de treurige toestand van de aardse zaken. Bij een bezoek aan een parochiekerk in Rome schokte hij vermoedelijk zijn gehoor door de volgende inktzwarte vragen aan de orde te stellen: “Als we om ons heen kijken in de moderne wereld, waarin God afwezig is, dan moeten we constateren dat deze wereld overheerst wordt door angst en onzekerheid: is het goed om een mens te zijn of niet? Is het goed om in leven te zijn?”‘
Fred Braeckman
John Thavis, De Vaticaandagboeken, Bert Bakker, 401p., 19,95 euro, ISBN 978 90 351 3946 6
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier