Uitgebreide editie van Guido Lauwaerts poëziebloemlezing ‘Mijn tweede stem’

Gesprek met Guido Lauwaert over de nieuwe, uitgebreide versie van ‘Mijn tweede stem’ die op donderdag 27 januari te Gent wordt gepresenteerd.

Guido Lauwaert is een man die weet wat dankbaarheid betekent. Hij is niet vergeten dat aan het begin van de jaren zeventig het toen nog piepjonge weekblad Knack hem steunde bij de organisatie van zijn eerste Nacht van de Poëzie, en dit straks, bij de Nacht op 2 april 2011, eens te meer voluit zal doen. Het wekt dan ook geen verbazing dat de tweede druk van Lauwaerts essaybundel annex poëziebloemlezing, ‘Mijn tweede stem’, is opgedragen aan Roularta-baas Rik De Nolf en zijn echtgenote.

Deze uitgebreide editie bevat 29 nieuwe namen. In alfabetische volgorde zijn dat Jean-Marie Berckmans, Johan de Boose, Antoine Boute, Inge Braeckman, Hugo Claus, Arjen Duinker, Andy Fierens, Wim van Gansbeke, Ingmar Heytze, Peter Holvoet-Hanssen, Maarten Inghels, Ruth Lasters, Delphine Lecompte, Sylvie Marie, Harry Mulisch, Sonja Prins, Gerard Reve, Pjeroo Roobjee, Ramses Shaffy, Bart Stouten, Kenny de Thaey, Michaël Vandebril, Maud Vanhauwaert, Christophe Vekeman, Reinout Verbeke, Simon Vinkenoog, Eric De Volder, Stijn Vranken en ZAK, de cartoonist.

Bij de nieuwelingen zijn er logischerwijze een aantal jongeren, debutanten, maar ook gevestigde namen en – opvallend – literatoren die zich nooit echt als dichter hebben geprofileerd zoals Harry Mulisch of Eric De Volder. Hoe komt u tot dit bonte gezelschap van 29 extra dichters? Guido Lauwaert: Vooreerst staat een aantal dichters er nu pas in omdat het boek ongeveer vijftig pagina’s meer telt dan de eerste uitgave. Om in te gaan op de twee namen die u noemt: in 1974 verscheen bij Athenaeum van Harry Mulisch de bundel De vogels [drie balladen], en in 1987 bij De Bezige Bij De gedichten 1974-1983. Wat Eric De Volder betreft: voor mij is hij een toneeldichter, net zoals Tom Lanoye dat is, en in vroegere tijden, om maar één voorbeeld te noemen, Shakespeare. Toneel is trouwens ontstaan uit de poëzie, uit de poëzievoordracht. Daar wordt zelden of nooit op gewezen.

Bij de afwezigen vallen onder andere Menno Wigman en Luuk Gruwez op, om maar die twee te noemen.

Lauwaert: Het boek mag dan wel beduidend dikker zijn, nog steeds ben ik beperkt door het volume. Wat Luuk Gruwez betreft, zijn poëzie heeft mij nooit warm gemaakt, net zo min als die van Herman de Coninck trouwens.

In uw dankwoord spreekt u over ‘een ruiker dichters met wie ik een band heb, persoonlijk en artistiek.’ Is Mijn tweede stem vooral een vrienden-van-Guido-Lauwaert-boek, waarbij de poëzie ondergeschikt is aan de vriendschap of persoonlijke relatie?

Lauwaert: In geen geval. Als ik naar een toneelvoorstelling ga kijken, ken ik geen vrienden, zie ik enkel de voorstelling. Dat is met de dichters van Mijn tweede stem net zo. Het raakt mij of het raakt mij niet.

Wat zijn dan eigenlijk uw poëtische opvattingen?

Lauwaert: Mijn gevoel voor poëzie is dat van een veredeld amateur. En de selectie is gemaakt op basis van een soort ‘Nacht van de Poëzie’-voorkeur. De meeste dichters traden ook op tijdens eerdere Nachten of zie ik gloriëren op een volgende.

Waarom stond Hugo Claus er in de editie van 2007 niet in en nu wel?

Lauwaert: Omdat mevrouw Claus via De Bezige Bij haar veto had gesteld. Intussen heb ik vernomen dat voor een essayboek geen toestemming moet gevraagd worden.

Essayboek, u zegt het. In het dankwoord van de eerste uitgave noemde u Mijn tweede stem nog een bloemlezing. In het vernieuwde dankwoord vervangt u het woord ‘bloemlezing’ door ‘essaybundel’. Behalve dat dit u in het geval van Claus goed uitkomt, ligt de nadruk nu meer op de mini-essays dan op het ene gedicht dat u per dichter opneemt?

Lauwaert: Het gebruikelijke koele van een bloemlezing heb ik willen doorbreken door het toevoegen van een persoonlijke toets, en boven alles is het boek een promotieboek voor de poëzie. Mini-essay zowel als gedicht zijn in dat opzicht even belangrijk.

Achteraan het boek citeert u uit mailverkeer met geselecteerde dichters, waarin zij u loven omdat u hen zo raak schetst. Waarom doet u dat? Het lijkt alsof u bevestiging zoekt voor uw woorden. Misschien is het wel omgekeerd en vinden de dichters bevestiging in uw fraaie bewoordingen over hen.

Lauwaert: Die visie begrijp en respecteer ik, maar de citaten uit mails zijn er enkel om de lezer nader bij het concept te brengen en de intimiteit te laten voelen die er in de loop van het wordingsproces is geweest. En ook om te wijzen op de samenwerking. Nogmaals, Mijn tweede stem is een promotieboek, dat is de kern van het hele opzet.

Philip Hoorne

Guido Lauwaert – Mijn tweede stem
Roularta Books, Roeselare, 2011
ISBN 978-90-8679-387-7
Aantal pagina’s: 184

Boekpresentatie ‘Mijn tweede stem’ van Guido Lauwaert en bekendmaking winnaar boekgedichten

Hoofdredacteur van Knack, Karl van den Broeck leidt ‘Mijn tweede stem’ in, Christophe Vekeman en Stijn Vranken lezen voor. Op deze boekpresentatie licht curator Michaël Vandebril het programma van de 5de Nacht van de Poëzie toe en wordt de winnaar van de wedstrijd boekgedichten bekendgemaakt. WANNEER? Gedichtendag, 27 januari 2011 – 15u –

WAAR? Hoofdbibliotheek Zuid – Graaf van Vlaanderenplein 40 – Gent

gratis MAAR reserveren verplicht VIA bibliotheek@gent.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content