Roland Barthes homoseksueel: een triest leven
Markante fragmenten uit 25 jaar Knack Boeken: een kwarteeuw geleden debuteerde Frank Hellemans als literair criticus met dit stuk over de outing van Roland Barthes.
‘Soirées de Paris’, zo luidt de titel van deze dagboeknotities die van augustus tot september 1979 doorlopen. Roland Barthes (1915-1980) vertelt erin zonder opsmuk hoe hij na gedane dagtaak in het avondlijke Parijs op stap gaat, op zoek naar jongens.
La drague, zo heet de activiteit die als een rode draad door Barthes’ avonden loopt: ‘La drague, c’est le voyage du désir’.Draguer: proberen iemand op sleeptouw te nemen, een mooie jongen of een gigolo: ‘Ik ben weggegaan omstreeks halfzeven, op avontuur; bemerkte in de rue de Rennes een nieuwe gigolo, haren op het gelaat, kleine ring in het oor; omdat de rue B. Palissy helemaal verlaten was, hebben we met elkaar gepraat; hij heette François; maar het hotel was vol; ik heb hem geld gegeven, hij heeft me gezworen om mij een uur later te ontmoeten en natuurlijk was hij er toen niet.’
Zin
Barthes vervolgt in dezelfde rapporterende, mondelinge stijl zonder franjes : ‘Ik heb me afgevraagd of ik werkelijk ongelijk had (iedereen zal zeggen: natuurlijk! op voorhand geld geven aan een gigolo) en ik heb voor mezelf geantwoord dat, vermits ik eigenlijk niet zoveel zin in hem had (zelfs niet om met hem naar bed te gaan) het resultaat toch hetzelfde geweest zou zijn: met hem naar bed geweest, of niet, om acht uur zou ik opnieuw op hetzelfde punt in mijn leven hebben gestaan; en vermits het simpel oogcontact, het contact van het gesproken woord mij erotizeert, heb ik voor dat genot betaald.’
In bed met Chateaubriand
Barthes is geen cruiser zoals Pier Paolo Pasolini. Pasolini gaf zich ongecomplexeerd over aan zijn homoseksualiteit en ging ’s avonds in Rome op jacht. Bij Barthes geen SM-toestanden, maar een verfijnd hedonisme: ‘Le simple contact des yeux, de la parole, m’érotise.‘
Na de soirées komt Barthes thuis en luistert hij in bed naar muziek, leest de pasverschenen ‘moderne’ plichtlectuur, om dan eindelijk zijn favoriet van die laatste maanden voor zijn dood ter hand te nemen: Chateaubriands ‘Mémoires d’outre-tombe’, het echte boek, aldus Barthes: ‘Wat indien de modernen zich zouden vergissen? Als ze nu eens geen talent hadden?’
Het juiste woord
In een interview lichtte Barthes zijn voorkeur voor deze memoires van Chateaubriand als volgt toe: ‘Chateaubriand (…) is een mirakel van evenwicht en maat, want hij bezit in dat boek de wetenschap van het juiste woord, dit wil zeggen zonder overdaad. (…) Het is die taal die het hem mogelijk maakt om onaangename dingen poëtisch te transformeren, zoals de verveling waarover hij zo goed spreekt en die daardoor verandert in iets anders.’
Triest leven
De conclusie van Barthes’ dagboek is l’ennui, de verveling. Hij kon aan zijn eigen naturel van hypersensibel, timide jongetje niet ontsnappen. La drague eindigt op niets: ‘Vaine soirée’. Barthes over zichzelf op zijn laatste dagboekbladzijde, 17 september 1979: ‘Ik zag duidelijk dat het met jongens op niets uitloopt omdat zij niet naar mij verlangen en omdat ik te scrupuleus of onhandig ben om mijn eigen verlangen op te dringen. Dit is een onomkeerbaar feit, bevestigd door al mijn pogingen tot flirten. Ik leid een triest leven. Ik verveel mij finaliter en zou die interesse (voor jongens) of die hoop uit mijn leven moeten schrappen.’
Een half jaar later werd hij bij het verlaten van het Collège de France domweg dood gereden door een bestelwagentje.
Frank Hellemans
Fragment uit ‘De andere Barthes’ in Knack van 15 april 1987, blz.184-186 (vertalingen van FH)
‘Soirées de Paris’ verscheen als onderdeel van ‘Incidents’ bij uitgeverij Seuil in januari 1987.
In 1988 verscheen bij Kritak ‘Parijse avonden’, een vertaling van ‘Soirées de Paris’, in een apart boekje.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier