Op reis met Luuk Gruwez en Christophe Vekeman

‘Schrijvers op reis’, zo heet het jongste deel van de prestigieuze reeks Privé-domein. Onder hen 5 Vlamingen. Fred Braeckman las hun verhaal.

Tussen Colombia en het Nachtegalenpark: 26 Nederlandstalige schrijvers uit het fonds van De Arbeiderspers vertellen over hun reis- en vakantiebelevenissen. Een rode draad loopt er eigenlijk niet door de verhalen, behalve dan dat ze zowel over vakanties als over reizen gaan. Verre reizen, exotische vakanties, dichtbije tochtjes, kleine en grote vreugdes of teleurstellingen. Allemaal ook compleet in de geest van de prachtige autobiografische reeks die Privé-domein in de loop van nu bijna een halve eeuw werd. Wat opvalt is dat heel wat schrijvers het over hun jeugd hebben als ze over hun vakantie vertellen.

Christophe Vekeman bijvoorbeeld keert terug naar de tijd dat hij een jaar of negen was en samen met zijn ouders voor het eerst naar het buitenland trok. En eens niet naar de Belgische kust. ‘Monschau’ begint als een vrij grappig, wat ironisch verhaal met de voorbereiding op de reis van nauwelijks twee uur rijden. Aan het stuur een vader ‘die er vandaag de dag nog altijd prat op gaat in zijn hele leven nóóit een medeweggebruiker te hebben voorbijgestoken’. Christophe herinnert zich de controle bij de douane, de ansichtkaarten die dadelijk na de aankomst in Monschau geschreven worden. Maar vooral de kennismaking met Ivan, de wat oudere zoon van de hoteluitbaters. Hij noch Ivan hebben broers of zussen. Eenzaamheid duikt op en uiteindelijk kom je niet te weten waarom vader, moeder en hun enige zoon nooit meer naar Monschau zijn teruggekeerd.

Paul Verhuyck is in de oorlog geboren en ‘bombardementen zijn vijf jaar lang zijn natuurlijke habitat geweest’. Zijn oudste herinnering gaat terug naar het bombardement van Mortsel in april 1943. Voor de eerste keer gaat hij op vakantie. Het woord kent hij niet eens. Pauls opa was politiecommissaris en woonde met zijn vrouw in het Nachtegalenpark. Maanden zal zijn ‘vakantie’ in het als vrij veilig beschouwde park duren. Hij blijft ook als Amerikanen en Canadezen er hun intrek nemen en Paul in ‘Het nachtegalenpark’ de go-between wordt tussen zijn jonge tante en de geallieerde officieren.

Luuk Gruwez moet het verder van huis, maar dichterbij in de tijd hebben. In de zomer van 2005 vindt in het Colombiaanse Medellín voor de vijftiende keer het internationaal poëziefestival plaats. De toehoorders komen er luisteren naar onder meer de Nigeriaanse Nobelprijswinnaar Wole Soyinka, de Griek Gomosoulis, de Duitser Augustin, de Nicaraguaan Cardenal, de Roemeen Dorin Popa. Maar in ‘De Colombiaanse donkerte’ stelt Gruwez zich vooral vragen als wat er zo aantrekkelijk is aan die festivals. Voor literaire vijandschap is er weinig tijd, wel voor lieftalligheden. Maar is dit de echte wereld? In de miseriewijken in de heuvels wordt hij geconfronteerd met de armoede en ’s avonds terug in de comfortabele benedenstad, ziet hij hoog de kleine lampjes branden. Lampjes die van niemand zijn en ‘daar komen geen dichters’.

Herman Leenders komt in met ‘Pukkie gaat op reis’ tot de vaststelling dat schrijvers wel een huisje of een villa met zwembad huren voor hun vakantie, maar dat er weinig romans zijn met kamperende personages. En nog zeldzamer zijn de personages die een caravan trekken. Leenders kocht een tweedehands Eriba Puck, de kleinste caravan in zijn soort. Hij trekt ermee naar Frankrijk en belandt in S. Het is er stil en donker en hij wil het zo houden. Daarom geeft hij de naam van het plekje niet vrij. Want hij herinnert zich Jan Bib die John Berger wist te vinden aan de hand van zijn cyclus ‘Into Their Labours’. Bib trok naar de Haute Savoie voor een signatuur.

In 2004 verscheen ‘Terug naar Killary Harbour’ van Guido van Heulendonk. Hij besloot met schrijven te stoppen omdat hij niets meer te vertellen had. Drie jaar later ging hij op reis naar de Baltische Staten omdat hij als kind al was gefascineerd door het woordje ‘hanze’. In 2010 verscheen ‘Barnsteen’. Het is over die roman dat ‘Terug naar Me¸otne’ gaat. Over de pijn van het schrijven, over het lot en het noodlot, over het toeval dat helpt of in de weg staat. ‘Toen ik nog schreef, waren ideeën heel lastig om te vinden, nu bleken ze even lastig om kwijt te spelen’, merkt van Heulendonk ergens op. Een magisch-realistisch reisverhaal en een fascinerende ‘making-of’ een roman.

‘Schrijvers op reis’ bevat ook nog bijdragen van

Abdelkader Benali, Marion Bloem, Onno Blom, Ad ten Bosch, Anna Enquist, Eva Gerlach, Ronald Giphart, A.F.Th. van der Heijden, Joke J. Hermsen, Arthur Japin, Atte Jongstra, Corine Kisling, Tessa de Loo, Ilja Leonard Pfeijffer, Rob Schouten, Pauline Slot, Rosita Steenbeek, Arjan Visser, Christiaan Weijts, Koos van Zomeren en Joost Zwagerman.

Voor leunstoelreizigers, Fyrafans, kilometervreters, pukkers…

Fred Braeckman

‘Schrijvers op reis’, De Arbeiderspers, 264p., 19,95 euro, ISBN 978 90 295 8776 1

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content