Montasser AIDe’emeh over het boek ‘Belgische jongeren en de islam’

© iStock
Montasser AlDe'emeh
Montasser AlDe'emeh Terrorisme-onderzoeker aan de UGent en de KU Leuven

Hoe laat je de islam rijmen met onze tijd? Hicham Abdel Gawad schreef een boek dat iedere islamleerkracht in ons land moet lezen, vindt jihadexpert Montasser AlDe’emeh.

Hicham Abdel Gawad (31) is een moslimintellectueel die ervoor ijvert om het islamitische religieuze denken aan te passen aan de realiteit van de 21e eeuw. Hij is geboren en getogen in de buitenwijken van Parijs, verhuisde later naar België en werd in ons land islamleerkracht. In zijn boek Belgische jongeren en de islam. Hoe zit dat nu precies? schetst Gawad een beeld van de vragen die hij als jonge islamleerkracht krijgt, en formuleert daar kritische antwoorden bij. Hij verdedigt het vrije kritische denken, met respect voor de islamitische traditie.

Ondanks Gawads respect voor de traditie kreeg hij een verbod om nog les te geven

Zo vroeg Marouane (13) hem hoe Jona(s) kon ademen toen hij opgeslokt was door een walvis, en hoe hij er drie dagen en drie nachten lang in overleefde. Wat at hij daar, in die grote buik? Waarom heeft de walvis hem niet verteerd? Volgens Gawad kun je zulke vragen als islamleerkracht op twee totaal verschillende manieren beantwoorden. De eerste methode is de klassieke benadering: God is almachtig, Hij staat boven de natuurwetten, en het gaat hier duidelijk om een mirakel. De tweede benadering is de symbolische interpretatie. Het betekent dat de walvis geen echte walvis is. Het is een toestand van absolute eenzaamheid en alleen God kan hem daaruit halen. Gawad pleit voor een nieuwe islamitische theologie die ervan uitgaat dat de laatste, symbolische, niet-letterlijke interpretatie de juiste is.

Housnia (18) vroeg Gawad dan weer hoe het zit met God die in de Koran zegt dat een man zijn vrouw mag slaan. Volgens Gawad gaat het niet zozeer over fysiek geweld, want het gebruikte woord, ‘daraba’, heeft verschillende betekenissen. ‘Daraba’ kan ‘slaan’ betekenen, maar ook ‘iemand verlaten’. Gawad vindt het belangrijk dat er rekening wordt gehouden met de historische context en het strenge patriarchaat van die tijd, waarbij de man verantwoordelijk was voor de vrouw en ver boven haar verheven was. Je moet de Koran lezen in de tijdsgeest van zijn ontstaan, maar vandaag denken we in andere categorieën, benadrukt Gawad. De relaties tussen de geslachten moeten bij een deel van de moslims herbekeken worden. Moslima-zijn betekent vandaag dat je autonoom bent, dat je zelf een beslissing kan nemen.

Abdel Gawads discours is interessant, zeker als je weet dat de meeste islamleerkrachten in onze scholen nog steeds de letterlijke lezing volgen. Dat maakt van hem een moedig man: hij zet de leerlingen aan het denken, terwijl hij zich toch binnen de islam positioneert. Ondanks zijn respect voor de traditie kreeg hij een verbod om nog les te geven. Zegt dat iets over het zeer traditionele en conservatieve godsbegrip van heel wat moslims, die kritisch denken nog altijd gevaarlijk vinden? Hoe dan ook: dit boek zou (vooral) voor iedere islamleerkracht in ons land verplichte literatuur moeten zijn.

Recent werd het Vormingscentrum voor Religie en Samenleving Ceforelis opgericht, met Abdel Gawad als directeur en de Franse islamoloog Rachid Benzine als voorzitter. Het Centrum opent in november 2017. Info: www.ceforelis.be


Hicham Abdel Gawad, Uitgeverij Eik, 330 blz., € 19,90.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content