Michel Faber eert Charles Dickens: ‘Ik wil jonge mensen doen nadenken’

Michel Faber: 'De aarde is best een mooie plek, als je de Trumps en de Assads wegdenkt.' © BelgaImages

Opgepookt door de brexit en de opkomst van het populisme, verrijst Michel Faber als een feniks uit de as. Zijn nieuwe roman D is tegelijk een ode aan Charles Dickens en een bijtende analyse van onze tijd. ‘De berichten over mijn literaire dood waren schromelijk overdreven.’

Even leek het erop dat Michel Faber zijn pen aan de wilgen had gehangen. Na de dood van zijn vrouw Eva Youren publiceerde hij in 2014 nog één roman, Het boek van wonderlijke nieuwe dingen, een verbluffend intergalactisch epos waarin hij twee geliefden uit elkaar laat drijven. Daarna volgde de hartverscheurende poëziebundel Undying, optimistisch vertaald als Tot leven, en toen hij in 2018 Saint Amour afsloot met die rouwgedichten, kreeg hij de theaterzaal zo stil dat je de tranen op de pluche hoorde vallen. Na een diepe buiging en een staande ovatie leek meteen ook het doek over zijn literaire carrière te vallen. Geteisterd door verdriet zwoer de Nederlands-Schotse auteur die de wereld onder meer Lelieblank, scharlakenrood en Onderhuids schonk nooit nog een boek te schrijven.

De parlementaire democratie is een kasplantje dat makkelijk verpletterd kan worden. Dat willen ook grote mensen al eens vergeten.

Maar ook inkt kruipt waar hij niet gaan kan. Halverwege de zomer bereikte een persbericht onze inbox met de aankondiging van D: een geschiedenis van twee werelden. Daarin ontwaakt de jonge Dhikilo in een wereld waar de letter ‘d’ volledig uit de taal verdwenen is, en daarmee ook alle objecten met die letter in hun naam. Aangemaand door een geheimzinnige professor en bijgestaan door een sfinx moet zij op zoek naar de dief – of liever: naar de gapper. Via een spiegel treedt ze binnen in een parallelle wereld waar de Gamp, een tiran, de plak voert en waar het klimaat volledig ontregeld is.

Dat klinkt misschien als de synopsis van een jeugdroman, maar Faber maakt er een gelaagd verhaal van waar ook volwassen lezers een vette kluif aan hebben, een fabel doorspekt met literaire experimenten, talloze verwijzingen naar Charles Dickens en snijdende maatschappijkritiek. Is het toeval dat de Gamp droomt van hoge muren en veelvuldig gebruikmaakt van nepnieuws en polarisering? In de ‘d’-loze wereld waarin Dhikilo terechtkomt, worden minderheden onderdrukt en bevolken gewelddadige extremisten de straten – het is een wereld die niet toevallig aan de onze doet denken.

Als het coronavirus het toelaat, treedt Michel Faber in november aan op het Crossing Border Festival in Den Haag. In afwachting daarvan valt ons gesprek ruimschoots buiten de anderhalvemeterregel: vanuit zijn woning in Folkestone staat de schrijver Knack digitaal te woord.

Eerst en vooral, meneer Faber: welkom terug!

Michel Faber: Ha, de berichten over mijn literaire dood waren schromelijk overdreven. Het klopt dat ik na Het boek van wonderlijke nieuwe dingen mijn bekomst had van de romanvorm. Maar ik heb nooit mijn pensioen aangekondigd, dat hebben overijverige journalisten ervan gemaakt. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik maar een beperkt aantal romans kon schrijven, dus verwacht niet dat ik nog eens een klepper als Lelieblank, scharlakenrood publiceer – die tijd is onherroepelijk voorbij. Intussen werk ik verder aan andere genres. Sowieso komt er nog een non-fictieboek over muziek en wil ik Eva’s korte verhalen bewerken tot een bundel.

Kan een schrijver wel met pensioen gaan? Is een kunstenaar niet gedoemd om tot de laatste snik de muze te behagen?

Faber: Waarom? Wie verplicht me tot eeuwigdurende schrijfarbeid? Als je uitverteld bent, kun je er beter mee ophouden. Zelf vermoed ik dat ik nog een drietal boeken zal publiceren en me daarna ga amuseren met het leven.

Stel dat Martin Luther King in 1968 niet vermoord was. Wie zegt dat hij, na nog een tiental jaren strijd voor gelijke rechten, niet gewoon met pensioen was gegaan om tijd te kunnen maken voor zijn kleinkinderen, ergens op een strand in Los Angeles? Wie zouden wij geweest zijn om hem dat te misgunnen?

En ach, de muze vindt wel een ander slachtoffer.

D is ook niet gloednieuw: een eerste versie van de roman lag al drie decennia in uw lade. Vanwaar de aandrang om het toch te openbaren?

Faber: Dat was niet mijn idee. Een uitgever benaderde me met de vraag of ik wilde meewerken aan een project rond Dickens’ honderdvijftigste sterfdag. Waarschijnlijk hoopten ze op een nieuw victoriaans verhaal, maar de leugenachtige brexitcampagne trok zich op gang en het monster van xenofobie roerde zijn lelijke kop weer. Het momentum was er om een eigentijdse jeugdroman te schrijven – het zijn tenslotte de jongeren die de last zullen dragen van onze dwaze beslissingen.

Van de oorspronkelijke versie heb ik geen spaander heel gelaten. Die draaide rond een leerkracht met weltschmerz, een verhaal dat mij zelf al na zestig pagina’s ging vervelen en terecht in de prullenmand is beland.

Michel Faber, D, Uitgeverij Podium, 336 blz., 20,99 euro.
Michel Faber, D, Uitgeverij Podium, 336 blz., 20,99 euro.

Hebt u Dickens’ oeuvre herlezen? Zijn werk heeft onder meer talloze films geïnspireerd – het exuberante The Personal History of David Copperfield speelt nu in onze zalen – maar leven zijn boeken nog?

Faber: Aan de universiteit heb ik me een halfjaar toegelegd op Dickens, maar eerlijk is eerlijk: sindsdien heb ik alleen A Christmas Carol herlezen omdat ik daar een voorwoord voor mocht schrijven. Dickens wordt door literaire bobo’s vaak als tweederangsliteratuur weggezet, maar hij is een fantastische verhalenverteller die tijdloze personages heeft gecreëerd. Zijn nalatenschap is een goed uitgangspunt als je een jeugdboek wilt schrijven.

Hoe complex uw roman ook is, D zal waarschijnlijk in het gruwelvakje ‘ Young Adults‘ terechtkomen. Stoort u dat?

Faber: Nee hoor. Jongeren zijn dit keer mijn doelpubliek, hoewel volwassen zich zeker zullen kunnen uitleven met de taalgrapjes en de maatschappijkritiek. Elke leeftijdscategorie verdient haar eigen literatuur. Ik denk ook niet in hiërarchische termen. Staat de roman hoger dan de poëzie, is een essay waardevoller dan een jeugdverhaal? Dat zijn onzinnige vragen. Je vergelijkt jazz toch ook niet met folk of elektronische muziek?

Uw heldin Dhikilo is een vluchteling uit Somaliland, in de Hoorn van Afrika. Vanwaar die keuze?

Faber: Ik ben altijd al gecharmeerd geweest door buitenstaanders, deels omdat ik mezelf ook altijd zo gevoeld heb. Ik heb Nederlandse roots, heb jaren in Australië en Schotland gewoond, en nu probeer ik van Engeland mijn thuis te maken. Ik ken het gevoel van ontworteling.

Mijn keuze voor het jonge Somaliland is ook een metafoor op zich. Al sinds 1991 beschouwt dat land zichzelf als onafhankelijk, maar geen enkele andere natie erkent het. Hoe staatloos en ontheemd kun je zijn als je land van herkomst, zoals dat van Dhikilo, amper op de kaart staat?

Dhikilo krijgt met racisme af te rekenen, maar u drukt niet door op dat thema.

Faber: Racisme is een van de belangrijkste problemen van de afgelopen jaren, en heel terecht, maar ik had geen zin in een pamflettistisch verhaal. Dhikilo’s avontuur mocht niet nodeloos bezwaard worden met uitweidingen over afkomst en identiteit. Deels daarom is ze ook een weeskind. Niet alleen is dat een beproefde plotmotor om kinderen op avontuur te sturen zonder dat hun ouders zich afvragen waarom ze niet opdagen voor het vieruurtje, ik wilde Dhikilo ook niet als een slachtoffer neerzetten. Nu moet de lezer haar leren kennen als een onafhankelijke jonge vrouw die haar afkomst niet als een handicap ziet.

Waarschijnlijk zal ik de wind van voren krijgen omdat ik – een witte man – een gekleurd meisje als hoofdpersonage opvoer, maar eigenlijk doet haar kleur er weinig toe. Het lijkt me net een verademing dat een meisje van Afrikaanse afkomst ook gewoon een queeste kan ondernemen zonder dat het om de haverklap over die huidskleur gaat.

Vanwaar uw voorliefde voor parallelle en buitenaardse werelden?

Faber: Vervreemding is een van mijn grote thema’s. Dat kun je bereiken door een vluchteling in een vreemd land neer te zetten, of door nieuwe universa te creëren zodat je vanaf een afstand kunt scherpstellen op onze aarde. En nee, dat is geen hang naar escapisme. Zij die nu dromen van Marsreizen en nieuwe kolonies op andere planeten – waar we het waarschijnlijk weer zullen verpesten – zijn de echte escapisten: zij hebben deze aarde opgegeven. We hébben een planeet, en we moeten die redden. De aarde is best een mooie plek, als je de Trumps en de Assads wegdenkt.

D bevat een duidelijke politieke onderlaag. Wilt u jongeren waarschuwen voor het populisme?

Faber: De Gamp is inderdaad een parodie op Donald Trump, voor zover die man te parodiëren valt. Maar hij bevat ook elementen van glamrockster Gary Glitter en de losbandige Mrs Gamp, de verpleegster uit Dickens’ schelmenroman Martin Chuzzlewit. ‘Waarschuwen’ is een groot woord, maar ik wil jongeren wel uitnodigen om na te denken over verschillende bestuursvormen en hen laten inzien dat democratie niet vanzelfsprekend is. Onze geschiedenis is er lang een van alleenheersers geweest. De stem van het volk werd meestal genegeerd. De parlementaire democratie is een relatief nieuw concept, een kasplantje nog, dat makkelijk verpletterd kan worden. Dat willen wij, grote mensen, ook al eens vergeten. In D wil ik daar genuanceerd over schrijven. Als we onze kinderen kunnen leren dat er geen simplistische oplossingen zijn, zullen ze later misschien minder geneigd zijn om voor populisten te stemmen.

Net als in ’t Manco van Georges Perec verdwijnt er in D een letter. Dat stoort het leesproces niet, maar de vertalers zullen minder blij geweest zijn. U kent voldoende Nederlands om te beseffen dat pakweg het lidwoord ‘de’ nogal vaak voorkomt. Hebt u nog geen klachten gehad?

Faber: Voorlopig niet. Ik heb mijn vertalers nogal wat vrijheid gegeven. Ze mogen van mij de verwijzingen naar Dickens laten vallen en zelfs een andere letter kiezen als ze daarmee vertaalproblemen kunnen omzeilen. Maar tot nu toe lijken ze van de uitdaging te genieten. Het verdwijnen van de ‘d’ behelst voor mij wel meer dan het literaire spel dat Perec speelde door de ‘e’ te laten vallen.

Ik wil jonge mensen doen nadenken over taal, over woorden en over taboes. De laatste tijd is het bon ton om retroactief ongepaste woorden te gaan schrappen, maar hoe pijnlijk sommige woorden ook klinken: we hebben ze wel nodig om de bijbehorende concepten te duiden.

Voor iemand die maatschappelijke tendensen in zijn boeken verweeft, leeft u redelijk off the grid: u hebt geen sociale media en zelfs geen telefoon. U hebt geen last van fomo?

Faber: Je bedoelt fear of missing out? Nee. Ongetwijfeld zullen de sociale media voor sommige mensen heilzaam en nuttig zijn, maar ik kan ze missen als kiespijn. Ik kom nu al uren in een dag te kort, wat zou ik op Twitter moeten gaan zoeken? Ik ben niet gek.

Wel moet ik eens kijken voor een telefoon. Dat lijkt me handig voor wanneer er brand uitbreekt of zo. Dan kan ik de brandweer bellen.

Michel Faber

– 1960: geboren in Den Haag

– 1967: emigreert met zijn ouders naar Australië

– 1998: debuteert met de verhalenbundel Some Rain Must Fall

– 2003: de bestseller Lelieblank, Scharlakenrood verschijnt in het Nederlands

– 2013: Jonathan Glazer verfilmt Under the Skin met Scarlett Johansson in de hoofdrol

– 2014: na de publicatie van The Book of Strange New Things kondigt Faber aan dat het zijn laatste roman zal zijn

– 2020: publiceert alsnog de roman D: een geschiedenis van twee werelden

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content